Ontwikkelingshulp? Eigen volk eerst, zegt deze coalitie

Simon van Teutem
Correspondent Politiek
Illustratie door Rebeka Mór & Hanna Rédling (voor De Correspondent)

De zon gaat weer schijnen, zei Geert Wilders. Hier, bedoelde hij, in een van de rijkste en gelukkigste landen ter wereld. Deze week in Grotere Plaatjes: de nieuwe coalitie zet het mes in ontwikkelingssamenwerking.

In 1970 deed Nederland een ingrijpende belofte: samen met de andere leden van de besloot het om voortaan 0,7 procent van het nationale inkomen te besteden

Sindsdien zijn er biljoenen euro’s geïnvesteerd om het leven van mensen in moeilijkere omstandigheden te verbeteren. Denk aan schoon drinkwater en van duurzame landbouwinitiatieven  tot

Met de komst van een nieuwe regering dreigt Nederland Dat komt nauwelijks ter sprake, maar verdient zeker de aandacht.

Eigen volk eerst, De VVD van Dilan Yeşilgöz wilde alle ontwikkelingssamenwerking schrappen, NSC van Pieter Omtzigt hamerde op het belang van draagvlak voor ontwikkelingshulp Caroline van der Plas en haar BBB zien geen problemen met flinke bezuinigingen

Wat zien we daarvan terug in het coalitieakkoord?

Schrappen: 30 procent van de ontwikkelingshulp in het buitenland

In het akkoord op hoofdlijnen staat niets over bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, maar de budgettaire bijlage vertelt een ander verhaal. Volgend jaar al wordt er met honderden miljoenen bezuinigd, en vanaf 2027 met maar liefst

Dit jaar geven we nog Dat is nu al (net) te weinig om onze OESO-belofte waar te maken, want dat is geen 0,7 maar Bovendien blijft 1,3 miljard euro daarvan binnen de landsgrenzen. Dat gebruiken we voor de opvang van asielzoekers – ook dat valt onder de noemer ‘ontwikkelingssamenwerking’.

De nieuwe coalitie wil daarbij een grens stellen: maximaal 10 procent van het totale budget mag worden Maar de asielopvang wordt structureel te krap begroot: de afgelopen 23 jaar moest de asielbegroting 21 keer worden verhoogd omdat deze

Van het budget voor ontwikkelingssamenwerking in het buitenland wil de PVV-coalitie maar liefst 30 procent schrappen. Nederland zet daar volgens de plannen van de coalitie in 2027 in totaal nog maar

‘De zon gaat schijnen’, zei Wilders. Hier, bedoelde hij. In een van de en landen ter wereld. Niet daar waar mensen vreselijke pech hebben en dringend om hulp vragen.

Wat gaat er verloren?

Weinig politieke beslissingen hebben zo veel impact als die belofte uit 1970, om een vast percentage van het nationale inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden.

Door deze afspraak tussen welvarende landen zijn talloze levens elders verbeterd. Ontwikkelingssamenwerking maakte het mogelijk dat polio in 123 landen werd uitgeroeid. Alleen in Afghanistan en Pakistan

Jarenlange ontwikkelingssamenwerking heeft ook bijgedragen aan de ontwikkeling van een malariavaccin, dat na zestig jaar eindelijk beschikbaar is en naar verwachting Elk jaar sterven nog steeds meestal kinderen, aan malaria (ongeveer het aantal inwoners van Rotterdam). Voor de verspreiding van dit vaccin nagenoeg alle fondsen worden

Ook om klimaatverandering terug te dringen is ontwikkelingssamenwerking nodig. Maar liefst driekwart van de broeikasgassen komt Daar willen bestuurders de opwarming van de aarde wel beperken – temeer omdat de mensen daar meer lijden onder de gevolgen van klimaatverandering Maar voor zonnepanelen en windparken is geld nodig. Voor 2030 zijn er honderden miljarden euro’s nodig om de ook daar.

En wat doen onze leiders? Ze zetten het mes in dat budget. Net als onze en bondgenoten. Acht jaar na Trumps ‘America First’ kunnen we wel stellen dat zijn zelfzuchtige gedachtegoed ook onze Europese politiek heeft besmet. Eigen volk eerst.

Maak van Nederland weer een koploper

Gelukkig zijn er nog altijd landen die het anders doen. Noorwegen besteedt meer dan één (hele) procent van het nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking. Ook Zweden, Denemarken en Luxemburg blijven hun belofte trouw en

Niet zo lang geleden liep Nederland zelf voorop. In de jaren 2000 hielden we ons In dat decennium bevond ons land zich in verhouding tot de grootte van onze economie. We gebruikten een klein maar belangrijk deel van onze gezamenlijke rijkdom om mensen elders te kunnen bijstaan.

Toenmalige beleidsmakers hadden de moed om op te komen voor mensen in minder welvarende landen. In plaats van de kiezers naar de mond te praten, gaven ze ook gehoor aan andere kwetsbare groepen.

De leiders die ontwikkelingssamenwerking nu weer afbouwen, verwarren hoop met hebzucht, lef met lafheid, en trots met egoïsme.