Niemand staat graag stil bij het zwartste scenario. Niettemin: mocht het tot een escalatie van de oorlog in Oekraïne komen, dan zouden de NAVO en Rusland lijnrecht tegenover elkaar kunnen komen te staan. En om enige kans te maken tegen de grootmacht in het oosten, heeft West-Europa zijn bondgenoot aan de overzijde van de Atlantische Oceaan keihard nodig. Maar als Donald Trump komende november de Amerikaanse presidentsverkiezingen wint en zich voor de tweede keer het Witte Huis toe-eigent, staat de machtigste militaire alliantie op aarde op losse schroeven. Dat realiseert Europa zich ditmaal donders goed – de schrik van 2016 zit er nog altijd in.
Natuurlijk, het is geen gegeven dat de NAVO alleen ‘hersendood’ is (zoals de Franse president Emmanuel Macron het vijf jaar geleden verwoordde) wanneer er een Republikeinse president in Washington D.C. zetelt. Ook onder Democratisch bewind hielden de Verenigde Staten zich in het verleden aanvankelijk afzijdig en betraden zij het Europese slagveld betrekkelijk laat. In de Eerste Wereldoorlog namen Amerikaanse soldaten pas in 1918 deel aan hun eerste grootschalige veldslag; in de Tweede Wereldoorlog participeerden de Amerikanen in 1942 voor het eerst in een (dramatisch verlopen) aanval op het Europese vasteland; bij de Joegoslavische burgeroorlog kwam men na vierenhalf jaar in actie.
Vrezend voor een tweede termijn Trump, en extra gesterkt door de stroperige Amerikaanse steun aan Oekraïne, is Europa wakker geschud. Het continent wil militair op eigen benen kunnen staan, concludeert tijdschrift The Atlantic na een rondgang langs België, Duitsland, Polen en Estland. In die laatste twee landen verwacht de NAVO het eerste gevechtscontact met de Russen, als het daadwerkelijk tot een conflict komt. In dat opzicht is de toetreding van Finland en Zweden tot het bondgenootschap gunstig voor de bescherming van de Baltische staten, die pas een paar decennia vrij zijn van Russische annexatie.
Trumps provocerende retoriek en de ontregelende uitspraken van zijn ambassadeurs in Europa (kent iemand Pete Hoekstra nog?) doen de meeste Europese regeringsleiders verlangen naar de kabbelende voorspelbaarheid van nog eens vier jaar Joe Biden. Voor één ding kunnen we de eerste veroordeelde Amerikaanse oud-president in de geschiedenis in ieder geval dankbaar zijn: in tachtig jaar tijd heeft Europa niet meer zoveel urgentie gevoeld om zijn eigen defensie op orde te krijgen als nu.