Armoede de wereld uit? Dan moeten overheden méér doen, niet minder
In de strijd tegen extreme armoede wordt stilletjes enorme vooruitgang geboekt, maar we zijn er nog lang niet. Deze week in Grotere Plaatjes: we kunnen de allerkwetsbaarsten helpen – we zijn er rijk genoeg voor.
De wereld is rijker dan ooit, maar volgens de meest recente cijfers leven nog altijd 719 miljoen mensen in extreme armoede.* Ze moeten rondkomen van zo’n 65 dollar per maand. Lees: iets meer dan 2 dollar per dag (ja, dat is gecorrigeerd voor inflatie en leefkosten). Dat is meer dan veertig keer de bevolking van Nederland aan extreem arme mensen.*
Waarom lukt het niet om dit probleem op te lossen?
Vooropgesteld: wie naar de data van de Wereldbank kijkt, ziet niet alleen slecht nieuws. Er wordt stilletjes gigantische vooruitgang geboekt in de strijd tegen armoede.
In 1990 leefden nog bijna vier op de tien mensen in extreme armoede.* Nu is dat minder dan één op de tien.* Elke dag ontsnappen gemiddeld 130.000 mensen hieraan.* Dat is evenveel als de bevolking van een stad als Maastricht.*
Deze vooruitgang danken we grotendeels aan economische groei en, laten we wel wezen, het omarmen van kapitalisme en vrijhandel. Neem India: in 1990 was de helft van de bevolking extreem arm, nu is dat nog maar 13 procent. In China daalde dit percentage in diezelfde periode van 72 naar 0,1 procent.* Beide landen hebben in die periode enorme stappen gezet in het omarmen van vrije markten en buitenlandse investeringen.
Rijke landen hebben ook niet stilgezeten. Sinds 2000 geven OESO-donoren in totaal bijna tweeënhalf keer zo veel uit aan ontwikkelingssamenwerking,* en geven ze gemiddeld een steeds groter percentage van hun bnp (ruim anderhalf keer meer dan 24 jaar terug).* Een fors deel van deze middelen gaat naar basale gezondheidszorg.* Hierdoor kon polio in een kleine tweehonderd landen worden uitgeroeid* en werd het malariavaccin ontwikkeld.* Met als gevolg een betere kwaliteit van leven, grotere economische kansen, en minder extreme armoede. Dat geeft hoop.
Werk aan de winkel
Maar als je beter naar de cijfers kijkt, zie je dat er nog veel werk aan de winkel is.
Ja, het aantal mensen in extreme armoede is drastisch afgenomen. Maar het aantal mensen dat van minder dan 30 dollar per dag leeft, is vrijwel gelijk gebleven. Dit is nog altijd ver onder de Nederlandse armoedegrens.
Bovendien heeft de ommekeer vooral in Azië plaatsgevonden. Sub-Saharisch Afrika blijft achter. Daar groeide de economie veel minder snel. Het percentage van de bevolking in extreme armoede daalde van 55 procent in 1990 naar 37 procent nu.* Maar omdat de bevolking ook heel snel groeit, is het aantal mensen in extreme armoede in absolute zin toegenomen.
En de groep allerarmsten, die van minder dan 1 dollar per dag leeft, halveerde wereldwijd weliswaar tussen 2000 en 2010. Maar sindsdien is er nauwelijks vooruitgang geboekt.* Zij worden in de steek gelaten.
Het gaat beter, maar het gaat nog steeds slecht. Elke dag dat mensen in extreme armoede leven, is een morele mislukking van ons systeem. Vooral van degenen die de middelen hebben om er iets aan te doen.
Overheden moeten meer doen, niet minder. Het is onfatsoenlijk dat de nieuwe coalitie een derde van het geld voor ontwikkelingssamenwerking wil schrappen. Geld dat voorheen werd gebruikt voor voedsel in Zuid-Soedan en Bangladesh, voor sociale ondersteuning in Ethiopië, en voor landbouw die klimaatbestendig is in de Sahel.*
Maar je hoeft niet te wachten op een andere regering. Zo was ik onlangs bij een bijeenkomst van de Tien Procent Club, een groep van meer dan duizend leden, waar honderden mensen 10 procent van hun inkomen weggeven aan effectieve goede doelen. Zo helpen ze de meest kwetsbare mensen en dieren wereldwijd.
Vooruitgang is mogelijk, laten de cijfers zien. Maar dan moeten we wel in beweging blijven.