Expeditie vindt ’s werelds eenzaamste zoogdier
Wat kan er nog leven op het noordelijkste puntje van de aarde? Wetenschappers gingen kijken en stonden paf.
Op vijf dagen vliegen vanaf IJsland en nog eens twee dagen sjouwen door Groenland ligt het noordelijkste stukje land op aarde: Kaffeklubbeneiland of Inuit Qeqertaat, een uitgestorven grindhoop van een kilometer lang.
Daar tussen de stenen bloeit een dapper geel bloempje: de arctische klaproos. Naar deze taaie roos waren klimaatwetenschapper Brian Buma en zijn driekoppige expeditieteam op zoek.
‘Het was onwerkelijk om daar te staan’, zegt Buma. ‘Maar het was misschien net zo onwerkelijk om onverwachts twee zwarte kraaloogjes naar ons te zien staren vanaf een steenhoop op dit uiterste puntje van alles.’
Opeens: een hermelijn aan het einde van de wereld.
Ze noemden hem Randall.
Hapje in een laars
Het moet de noordelijkste waarneming van een zoogdier woonzaam te land ooit zijn. Al loopt er soms een ijsbeer of poolvos nóg noordelijker, over het zee-ijs. Zo is er de ongelooflijke tour van een vos die van Spitsbergen helemaal naar Ellesmere Island liep via de noordkust van Groenland – meer dan 3.600 kilometer in slechts 2,5 maand.
Maar Randall woonde hier echt, in een stapel stenen. Helemaal alleen. ‘Randall is als die stoïcijnse vuurtorenwachters uit de verhalen’, zegt Buma. ‘Al wilde hij duidelijk wel contact!’
Randall bleek bloednieuwsgierig naar het gezelschap. Hij had waarschijnlijk nog nooit een mens gezien. Al snel sprong-ie monter over alle expeditieleden heen. Zachtjes beet Randall in laarzen, vingers en meetapparatuur. Buma: ‘Misschien om te zien of we eetbaar waren?’
Barre tocht over zee-ijs
Kaffeklubbeneiland is een poolwoestijn. Het is er ijskoud en er valt haast geen neerslag. Je ziet er geen landijs, sneeuw of gletsjers. Er is alleen zee-ijs. Daaroverheen moet Randall vanaf Groenland naar het eiland zijn gescharreld.
‘Wij doen extreem veel moeite om daar te komen en Randall zit er gewoon al. Te bikkelen in z’n eentje.’ Buma glundert. ‘Hij verdient eeuwige roem.’
Randall deelt zijn koude grindeiland met twee soorten bloemen, drie soorten gras en wat lemmingen. Tientallen meters zuidelijker zag het team een paar lemmingholen, gegraven in vorstscheuren in de grond. De archeoloog van dienst, Aka Simonsen, trof in Randalls steenhoop nog een aangevreten lemming aan.
Simonsen doet onderzoek naar eeuwenoude resten van de inheemse bevolking van Groenland, de Inuit. Deze reis vond zij bijvoorbeeld de meest noordelijke prehistorische menselijke nederzetting. ‘Maar Randalls huis was een stuk nieuwer’, mailt Simonsen. Volgens Simonsen woont Randall niet in een natuurlijke steenhoop. Een eerder expeditieteam zal de rotsblokken op elkaar gestapeld hebben. Misschien als oriëntatiepunt.
Eén hermelijn als baseline
Klimaatman Buma had nóg een missie, naast het vinden van een winterharde klaproos. ‘Het klimaat verandert. Ecosystemen veranderen. Maar hoe? Had iemand dertig jaar geleden maar bekeken wat er hier leefde. Dan hadden we inmiddels kunnen zeggen: kijk hoeveel, of hoe weinig, er veranderd is.’
Dus legt Buma dat zelf maar vast, voor collega’s die over dertig jaar komen buurten. ‘Je moet een baseline hebben.’
Randall is nu onderdeel van die baseline. En Buma fantaseert hardop over diens toekomst: ‘Dit gebied heet het laatste ijsgebied. Dit is waar het laatste zee-ijs verdwijnt, omdat alle stromingen het zee-ijs hierheen duwen, naar het noordelijkste stukje land. Maar uiteindelijk zal ook dat ijs smelten door opwarming en dan komt Randall niet meer van z’n eiland af. En misschien dat het grote open water dat zo ontstaat dan voor meer sneeuwstormen zorgt, waardoor het klimaat nog barder wordt.’
Gelukkig heeft Randall enorme pootjes voor z’n kleine lijf. Dikke, wollige pootjes, het is vooral vacht: isolatie tegen een barre wereld.
Jaar van de Hermelijn
Kaffeklubbeneiland: de zon staat er permanent aan de hemel in de zomer, en laat zich niet zien in de winter. Randalls wereld is óf hel verlicht óf pikkedonker. In z’n korte leventje krijgt hij waarschijnlijk maar een paar zonsondergangen mee.
En misschien is Randall er al niet eens meer. De expeditie naar de noordelijkste bloem vond plaats vorig jaar zomer. Een hermelijn kan vijf tot acht jaar oud worden, maar vaak halen ze de twee jaar niet.
Ook in Nederland gaat het hermelijnenbestaan niet over rozen en hun aantal slinkt. De Zoogdiervereniging riep 2024 dus maar uit tot ‘Jaar van de Hermelijn’. Ten faveure van deze wonderbaarlijke beestjes; meesters van de aanpassing, doorbijters, in staat in hun eentje een prooi te pakken van tien keer het eigen lichaamsformaat. Dat doet een wolf ze niet na.
Het zijn geboren avonturiers die op een dag een lange tocht aanvangen, het nest uit, om nooit terug te keren. Zie Randall.
‘Onze hele reis lang zagen we geen enkele andere hermelijn,’ zegt Buma. ‘Randall moet via het zee-ijs zijn gekomen, vanaf Groenland. Maar sta je daar aan de kust dan is dit eiland vrijwel niet te zien... En zeker niet op hermelijnhoogte.’
Het blijft een raadsel wat Randall naar het uiterste noorden dreef.
Al heeft Buma’s team zich vooral nog vaak afgevraagd hoe het met Randall zou gaan. ‘En of hij nog een andere hermelijn had gevonden. Om zich tegenaan te krullen.’