Een voetbalwedstrijd win je door een voorzet niet te geven (en andere details waar je normaal nooit op let)
Een tikje van de bal, een speler die doet alsof hij trapt, een verdediger die in een reflex een stapje naar achteren zet: dit zijn de details die wedstrijden op topniveau beslissen. Als je het eenmaal weet, zie je het overal.
In het topvoetbal, je kent de uitdrukking misschien wel, worden wedstrijden beslist op details.
Spelers, trainers en televisieanalisten zeggen dit regelmatig, en als ze wat gewichtiger willen klinken, zeggen ze dat in het internationale topvoetbal wedstrijden worden beslist op details.
Gewichtig gezegd of niet: ze hebben een punt. Hoe hoger het niveau van voetbal, hoe kleiner de niveauverschillen tussen teams; en hoe kleiner de onderlinge niveauverschillen, hoe beslissender details worden.
Maar wat voor details?
Daar schieten de meeste commentaren en analyses tekort.
Waarom voetbal geen turnen is
Voetbalacties bestaan volgens de officiële voetbaltheorie van de KNVB uit drie elementen.
- Communicatie – de grotendeels non-verbale afstemming tussen spelers op het veld, die de speler mogelijkheden verschaft.
- Het maken van een keuze uit die mogelijkheden.
- De uitvoering van die keuze.
Tv-analisten kijken vaak alleen naar de uitvoering van bijvoorbeeld een pass – te hard, te zacht, niet zuiver. In zo’n lezing is de uitvoering het detail dat internationale topwedstrijden beslist; de keuze voor de pass zelf of de communicatie die eraan voorafging, krijgt zelden aandacht.
Zo’n lezing impliceert dat voetbal hetzelfde is als turnen – geen dynamische, complexe, chaotische sport met veel interacties, maar een sport waarin het draait om het perfectioneren van een grotendeels bekend repertoire.
Natuurlijk: een goede uitvoering van een pass is beter dan een slechte uitvoering van een pass. Een goede uitvoering kan wedstrijden beslissen. Maar voetbal is veel interessanter dan dat.
Er zijn tal van acties die niet in het oog springen, maar toch cruciaal zijn. Zeg maar: beslissende details. Verdienen die niet meer aandacht als we voetbal beter willen begrijpen, en als we beter willen voetballen?
Niclas Füllkrug: bonkige spits, tevens voetbaltheoreticus
Niclas Füllkrug vindt van wel.
Füllkrug – spits van Borussia Dortmund, invalspits van het Duitse nationale elftal – besloot na Zwitserland-Duitsland op 23 juni zo’n beslissend detail een groot podium te geven. Het ging over de totstandkoming van de 1-1 die Füllkrug zojuist had gescoord.
92ste minuut: linksback David Raum krijgt op links de bal, tikt de bal naar voren, iets voorbij de verdediger van Zwitserland, en geeft dan een voorzet. De grote, sterke Füllkrug springt omhoog, dirigeert de bal met zijn voorhoofd naar de rechterbovenhoek van de goal, en laat de naar de linkerhoek bewegende keeper Yann Sommer kansloos.
Op het eerste oog een dertien-in-een-dozijnkopdoelpunt; niets minder, maar ook niets meer. De journalisten wilden van alles weten over zijn koptechniek, maar Füllkrug, geïnterviewd door de Duitse televisie, maakte het doelpunt een stuk interessanter.
‘David [Raum]’, zei hij, ‘gaf de bal eerst nog een tikje [voordat hij de voorzet gaf]. Dat was beslissend, omdat de verdedigers daardoor naar achteren moesten, waardoor de voorzet perfect was.’
Er was dus, aldus Füllkrug, een stuk meer te zien aan dat doelpunt dan alleen de uitvoering van zijn keuze – de kopbal.
De non-verbale communicatie van een voorzetgod
Hoe werkt het?
Als Raum de bal krijgt, weten Zwitserlands verdedigers dat er een voorzet kan komen – Raums bijnaam is niet voor niets Flankengott – voorzetgod. Hij geeft meer voorzetten dan bijna welke speler in Europa ook: per negentig gespeelde minuten gemiddeld tien.
Alleen: wanneer geeft Raum de voorzet? Hij neemt de bal aan, en geeft dan, terwijl de verdedigers een voorzet verwachten, de bal nog een tikje vooruit. Dit tikje-dat-geen-voorzet-is lokt bij de Zwitserse spelers een reactie uit. Omdat ze denken dat er een voorzet komt, nemen ze een paar pasjes naar achteren, om het gebied naar de goal te verdedigen. Logisch, want dat is de kwetsbaarste zone, dicht bij het doel.
Maar ja: Raums voorzet moet nog komen.
De verdedigers zijn te vroeg, en als de voorzet dan wel komt, staan ze niet meer boven op Füllkrug.
‘Eén, twee meter’ is het maar, aldus Füllkrug, maar veel meer heeft hij niet nodig. Die één of twee meter geeft hem extra ruimte om zijn kopbal goed uit te kunnen voeren – en maakt dat hij geen buitenspel meer kan staan (dat heffen de verdedigers op). Kortom: de kansen zijn door Raums extra tikje alvast iets gekanteld ten gunste van de Duitsers.
De bal moet alleen nog maar met de juiste snelheid op de juiste plek komen – dit is dus de uitvoering. En de uitvoering van de Flankengott – in Füllkrugs woorden zijn Raums voorzetten ‘gepredestineerd’ om goals te worden – is perfect; Füllkrugs koptechniek ook.
1-1.
Voetbal zit vol ogenschijnlijk betekenisloze rituelen die toch betekenis hebben
Oké, dit is één beslissend detail uit één wedstrijd. Maar het onderliggende principe kun je in vrijwel elke voetbalwedstrijd zien.
Let maar eens op vrije trappen vanaf de zijkant. Bij zo’n vrije trap staan twee spelers opgesteld. De ene staat klaar om de bal met links voor te zetten, de andere met rechts. De eerste speler lijkt de bal te trappen maar loopt over de bal heen, de tweede trapt hem daadwerkelijk.
Dit gebeurt zo vaak en zo vaak zo plichtmatig dat het betekenisloos lijkt. Maar het principe is hetzelfde als bij Raums extra tikje: dat de verdedigende linie naar achteren beweegt of breekt, omdat de spelers denken dat er een voorzet komt.
‘Er is altijd wel een speler [van de tegenstander] die in een reflex reageert’, zegt Teun Koopmeiners, die bij de Italiaanse club Atalanta Bergamo veel vrije trappen neemt. ‘Je hebt er maar eentje nodig [die dat doet], en dan staat je aanvaller niet meer buitenspel.’ Er ontstaat dus meer ruimte, dichter bij de goal, om uit te scoren.
Tegenstanders weten dit natuurlijk ook. ‘Vaak spreken teams af om pas bij de laatste stap voordat de nemer de bal gaat raken naar achteren te lopen’, zegt voetbaltrainer Sjors Ultee, komend seizoen werkzaam* bij TOP Oss in de Keuken Kampioen Divisie.
Eén reden is dat de aanvallers zo ver van de goal blijven. Een ander voordeel is dat de aanvallers zo niet Füllkrugs ‘één of twee’ meter ruimte krijgen om in te opereren – er is dan altijd wel iemand die tegen je aan duwt of springt en jouw kopbal kan smoren.
Een derde voordeel van zo laat mogelijk naar achteren lopen, is dat de situatie voor de keeper daardoor overzichtelijker is. Er is dan een leeg stuk veld tussen hem en de verdediging, zonder in de weg lopende spelers, waar hij met zijn armen en handen het verschil kan maken. En – ten vierde – buitenspel wordt waarschijnlijker.
Cruciaal – als verdedigers – is dat je het met zijn allen doet. Als sommige verdedigers eerder naar achteren stappen dan anderen, dan heb je opeens vier problemen. Buitenspel is opgeheven, de keeper heeft slechter zicht, de aanvallers hebben meer ruimte, en de laat naar achteren gestapte verdedigers moeten al terugbewegend verdedigen – niet prettig.
Dit detail had PSV's seizoen kunnen breken
Vorig seizoen was er een goed voorbeeld tijdens de eerste helft van de Champions League-wedstrijd Sevilla-PSV. Marcos Acuña en Ivan Rakitić staan namens het Spaanse team klaar om een vrije trap vanaf links te nemen. Acuña doet alsof hij trapt, waarop PSV’s André Ramalho, toch echt zeer ervaren, naar achteren loopt – er is er altijd eentje.
Ramalho’s collega’s blijven wel staan op de afgesproken plek – waardoor je the worst of both worlds krijgt. Én een grotere ruimte om te verdedigen, én je moet het ook nog eens teruglopend, reactief doen. Dat is een situatie, zoals Pieter Zwart van Voetbal International al direct na de wedstrijd had gezien,* waar een van de beste koppers uit de geschiedenis van het voetbal – Sergio Ramos – wel raad mee weet.
1-0 Sevilla.
Een mooi voorbeeld van een beslissend detail! Althans, dit had een beslissend detail kunnen en moeten zijn. Maar omdat Sevilla-middenvelder Lucas Ocampos bij een 2-0-voorsprong een rode kaart krijgt, kan PSV zich met een man meer op het veld nog terugknokken tot een 2-3-winst – een overwinning die het begin van een memorabel seizoen inluidde. (En miljoenen aan prijzengeld waard was.)
Antoine Griezmann hanteerde dit EK een variant tegen België. Hij doet zelf alsof hij trapt, waarop de Belgische verdediging collectief naar achteren loopt. Ondertussen neemt Griezmann snel wat pasjes achteruit, neemt de vrije trap daadwerkelijk, met als winst dat de Franse aanvallers dichter bij de goal tot koppen zouden kunnen komen.
Kortom?
- Details – of ze nerdy-geeky zijn of niet – zijn beslissend in het voetbal.
- Beslissende details zijn best wel complex, best wel lastig uit te leggen, en best wel lastig te begrijpen.
- Misschien dat ze daarom op televisie liever kiezen voor simpeler verklaringen voor overwinningen of nederlagen – of oeverloze discussies over 'leiderschap' en 'elkaar de waarheid zeggen'.
- Let straks op Antoine Griezmann (Frankrijk), Lamine Yamal (Spanje), Trent Alexander-Arnold, Phil Foden, Bukayo Saka (Engeland), Cody Gakpo, Joey Veerman of Memphis Depay als zij een vrije trap nemen of voorzet geven.