Dat het de laatste tijd zo vaak over gender gaat, is welbeschouwd een wonder.

Ooit werd ‘gender’ vooral in de marge van het academische, feministische debat gebruikt. De term stond voor de cultureel bepaalde dimensie van geslacht, en fungeerde als tegenhanger van ‘sekse’, oftewel lichamelijke geslachtskenmerken. Door de onderdrukking van vrouwen te verklaren als een effect van sociaal-culturele genderrollen, -normen en machtsverhoudingen – in plaats van biologische, onveranderlijke man-vrouwverschillen – werd het iets wat ontmanteld kon worden. 

Zo kwam de bevrijding van vrouwen binnen handbereik.

Inmiddels is gender onderdeel van hevige debatten ver buiten de academische wereld: in onderwijs, politiek, media en maatschappij vinden mensen véél van gender. En een steeds groter wordende beweging stelt gender voornamelijk voor als iets wat verwoesting, in plaats van vrijheid, zal brengen.

Deze ‘antigenderbeweging’ bestaat uit een los samenraapsel van religieuze, rechts-conservatieve en radicaal-feministische groepen, personen en politici. Haar boodschap is even veelkoppig als eenduidig: de losgeslagen ‘genderideologie’ is gevaarlijk, en bedreigt het leven van ‘gewone’ mensen op allerlei manieren.

Naar voorbeelden van de huidige angstzaaierij rondom ‘gender’ hoef je niet lang te zoeken: de anders zo progressieve paus Franciscus noemde ‘gendertheorie’ begin dit jaar nog het BBB-leider Caroline van der Plas suggereerde recent dat we de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump en in het laatste debat voor de Britse verkiezingen, tussen premierskandidaten Rishi Sunak en Keir Starmer,

allemaal gebruiken ze regelmatig ‘gender’ om angst en onrust aan te wakkeren, en de onderbuik van het volk voor hun politieke doelen te mobiliseren. Met haar maffe Pride-marsen, genderneutrale voornaamwoorden en zet de genderideologie de realiteit op z’n kop, indoctrineert ze je kinderen, en zorgt ze dat zelfs jij jezelf straks niet meer herkent in de spiegel. 

Gender als onheilsbode-van-alles. Paniek! Gevaar!

Waarom is gender toch zo alomtegenwoordig in rechts-conservatieve retoriek? En hoe kunnen we ons hiertegen wapenen? In nieuwe boek buigt vermaard filosoof Judith Butler zich over precies deze vragen. 

Gender als vertegenwoordiger van verwoesting

Zelden was het werk van Judith Butler zo relevant als nu. 

Met hun boek Gender Trouble uit 1990 zette Butler het denken over geslacht op z’n kop. De sekse-gendertegenstelling had misschien wel veel betekend voor de emancipatie en gelijkheid van vrouwen, maar de ‘natuurlijkheid’ van man en vrouw als de enige twee seksecategorieën bleef erdoor in stand.

Butlers revolutionaire idee was dat de scheidslijn tussen de ‘natuurlijke’ en ‘culturele’ dimensies van geslacht nauwelijks houdbaar is. In plaats van dat het lichaam aan taal en cultuur voorafgaat, zag Butler dat hoe we dat lichaam zien, begrijpen en categoriseren gedeeltelijk door culturele normen, en gedeeltelijk door vrijheid is ingegeven. 

Ons ‘geleefde lichaam’, schrijft Butler in hun laatste boek, is niet zomaar een ‘biologisch feit’ dat los van zijn context bestaat; integendeel, het is juist

Foto door Cayce Clifford

Butlers ideeën sloegen in als een bom en maakten hen tot een van de beroemdste levende filosofen van onze tijd. Toch werd hun gedachtegoed – of eerder: een verwrongen versie daarvan – gaandeweg een stropop waartegen de antigenderbeweging zich keerde. Butler heeft nooit betoogd dat we ‘de natuur’ geheel kunnen negeren – hen stelt in hun nieuwe boek zelfs dat ‘sekse’ en ‘gender’ als ‘interactief, dynamisch en co-constructief’ opgevat moeten worden, en dus op elkaar inwerken. Toch: de suggestie dat de scheiding tussen twee vastomlijnde seksen – perfect passend in patriarchale, heteroseksuele structuren – niet enkel en alleen een biologisch gegeven zou zijn, is precies wat nu op zo veel weerstand stuit. 

Die weerstand dient inmiddels de wereldwijde opkomst van autoritaire, rechtse machthebbers, net als de afkalving van de rechten, bescherming en vrijheid van allerlei gemarginaliseerde groepen – vrouwen, lhbti+’ers, immigranten, mensen van kleur.

‘Ik vond het schokkend om te zien dat het vraagstuk over vrouwentoiletten en -gevangenissen in het laatste debat tussen Sunak en Starmer aan de orde kwam’, zegt Butler als ik hen spreek over Who’s Afraid of Gender? ‘Er werd ze gevraagd of zij “vrouwen zouden beschermen” door zogenaamde single-sex spaces te handhaven – dat zij dit allebei zonder meer bevestigden, betekent dat ze beiden van mening zijn dat trans vrouwen niet in vrouwenruimtes thuishoren. Ik denk dat er sprake is van een angstdiscours dat vooral gericht is tegen trans vrouwen, dat niet alleen wordt geëscaleerd door rechtse politici als Poetin, Orbán of Meloni, maar ook door de wier retoriek helaas maar al te vaak hetzelfde is als het rechtse discours.’

Wanneer gender de politieke arena betreedt, zoals in het debat tussen Sunak en Starmer, waar kijken we dan precies naar?

‘Naar iets kwaadaardigs, denk ik. Het lijkt alsof ze enkel zeggen: vrouwen moeten veilig zijn. Omdat we het daar allemaal wel mee eens zijn, heeft dat een bepaalde aantrekkingskracht. Door trans vrouwen echter tot dé bedreiging voor vrouwen te maken, ontken je ten eerste dat zij zelf vrouwen zijn. Daarmee neem je ze hun recht op zelfbeschikking af, en ontken je het bestaan van trans mensen in het algemeen, wat neerkomt op een symbolische vorm van geweld.’ 

‘Ten tweede: vrouwen in gevangenissen worden voornamelijk bedreigd door de cisgender mannen die hen bewaken. Maar zij, die bewakers, vallen óók trans vrouwen aan. Als we dus tegen geweld in gevangenissen zijn, dan moeten we allereerst weten welke vormen het daadwerkelijk aanneemt. Dan zien we een veel bredere gemeenschap van kwetsbaarheid: cis vrouwen, trans vrouwen, trans mannen, non-binaire mensen, enorme aantallen zwarte en bruine personen, mensen met fysieke beperkingen, neurodiverse personen. Het veiligheidsargument blijkt dan slechts een voorwendsel om de claims van het transgender leven te vernietigen, en de aandacht af te leiden van echte institutionele vormen van geweld in het gevangenissysteem.’

Waarom speelt gender tegenwoordig zo’n grote rol in rechts-autoritaire retoriek?

‘Meerdere redenen, en die redenen hangen af van het deel van de wereld waarin we ons bevinden. In landen met sterke christelijke of katholieke tradities wordt gender gezien als een aanval op de autoriteit van de Bijbel. Voor zover het gezien wordt als een term die andere mogelijkheden opent, staat gender voor degenen die deze religieuze opvattingen hebben gelijk aan de vernietiging van de mens.’

‘Elders schuilt er een diep antifeminisme achter de aanval op gender. Voor feministen was gender een raamwerk voor het begrijpen van machtsverhoudingen in de wereld, van vormen van discriminatie. Het ging niet zozeer om identiteit, een gevoel van wie je bent, het ging om sociale macht: wie wordt gedomineerd en waarom?’ 

In Who’s Afraid of Gender? schrijft u over de rol van gender in rechts-conservatieve angstzaaierij. Hoe wordt gender precies gebruikt om angst aan te wakkeren?

‘Kijk bijvoorbeeld naar de angst op scholen:, onderwijs over gender zou een vorm van indoctrinatie, verleiding of grooming zijn, waarbij leraren hun leerlingen zouden leren hoe ze homo of lesbisch of trans kunnen worden. In mijn boek noem ik zoiets een “fantasma”: een vervalsing van de werkelijkheid, die appelleert aan diepe angsten die mensen hebben over de veranderende structuur van hun leefwereld. Ineens zijn er allerlei groepen die nieuwe soorten relaties uitproberen, nieuwe vormen van queer verwantschap en identiteit verkennen. Bij sommige mensen veroorzaakt al deze verandering onrust.’

‘Rechtse, neofascistische en autoritaire politici doen niet alleen een beroep op het onbehagen dat mensen daarbij voelen; ze proberen de angst aan te wakkeren dat deze groepen jouw manier van leven zullen vernietigen. Alles wat mensen als vanzelfsprekend beschouwen aan hun leven, alles wat ze aan hun leven waarderen, wordt door die groepen bedreigd. Een kwetsbare gemeenschap die strijdt voor rechten en erkenning, wordt zo omgevormd tot een bedreiging voor de samenleving, cultuur en waarden zoals wij die kennen.’

Heb je een heteroseksueel gezin, met twee kinderen en een hond en een huis? Dan mag je zo blijven leven als je dat echt wilt. Niemand die je keuken binnenstormt om het je af te nemen

Er vindt verschuiving van reële naar imaginaire angsten plaats, zeg ik dat goed?

‘Veel mensen zijn op zoek naar een antwoord op de vraag: wat gaat mijn manier van leven vernietigen? Ik denk dat we wel een aantal dingen kunnen aanwijzen: klimaatverandering, toegenomen bestaansonzekerheid, gruwelijke oorlogen die ondanks alle morele alibi’s absoluut niet te rechtvaardigen zijn, gedwongen migratie omdat zo veel mensen niet meer kunnen leven waar ze leefden. Maar als je vervolgens kunt zeggen: “Nee, ‘gender’ vernietigt onze manier van leven, we moeten ons ontdoen van alles wat met ‘gender’ te maken heeft”, zoals of of doen, dan hoeven we ineens niet meer te kijken naar het kapitalisme, klimaatvernietiging of oorlog.’

‘Ik zie mensen in San Francisco die na twintig jaar huur betalen nu in tenten voor hun vroegere appartementencomplex wonen. Er ís veel onzekerheid, veel economische instabiliteit. En de angsten van mensen die alle reden hebben om bang te zijn, worden gebundeld en gekoloniseerd, onderdeel gemaakt van een rechtse machinerie waarbinnen multiculturalisme, onderwijs over het slavernijverleden, diversiteit, gelijkheid, inclusie, gender en allemaal begrepen worden als bedreigingen voor hun manier van leven.’

In hoeverre is hier sprake van een oversimplificatie van wat gender is of doet?

‘Het is zeker een oversimplificatie, maar vooral ook een falsificatie. Weet je, in een wereld waarin queer verwantschap bestaat, of lesbisch en homoseksueel ouderschap, of mensen die zichzelf identificeren als trans of non-binair, die daarvoor wettelijke erkenning vragen, of medische of technologische stappen zetten om een transformatie te bewerkstelligen die hun leven leefbaarder maakt, en hun realiteit bevestigt – géén van deze dingen is noodzakelijkerwijs van invloed op hoe iedereen leeft. Heb je een heteroseksueel gezin, met twee kinderen en een hond en een huis? Dan mag je zo blijven leven als je dat echt wilt. Niemand die je keuken binnenstormt om het je af te nemen, niemand die je gaat vertellen dat je niet heteroseksueel mag zijn, niemand die je huwelijk nietig komt verklaren.’ 

als deze mogelijkheden bestaan, nemen die je het recht op jouw eigen sekse af. Waardoor mensen denken: o mijn God, ze gaan me mijn geslacht afnemen, ze gaan zeggen dat ik mezelf geen man of vrouw, geen moeder of vader meer mag noemen. Terwijl Meloni, sinds ze aan de macht is, juist degene is die stappen zet om trans personen het recht op hún geslacht te ontzeggen. Wat haar in staat stelt om dat te doen, is het schrikbeeld dat ze oproept. Ze produceert de redenering die ze nodig heeft om trans mensen hun rechten te ontzeggen, door te beweren dat zij anderen aandoen wat hún in werkelijkheid door Meloni zelf wordt aangedaan.’

Wat staat er op het spel voor de mensen tegen wie deze retoriek gericht is?

‘We moeten daar voorzichtig mee zijn, want het hangt er echt van af waar je kijkt en waarom. Het zal heel anders zijn in Centraal-Afrika dan in, zeg, Brazilië of Hongarije. Maar over het algemeen is het mechanisme min of meer hetzelfde: mensen die voor hun rechten en wettelijke bescherming strijden, en kwetsbaar zijn voor geweld en discriminatie, worden getransfigureerd tot de vertegenwoordigers van verwoesting. “Gender” wordt daarvoor de afkorting. In dit boek breng ik geen nieuwe theorie van gender naar voren, maar ik probeer te begrijpen wat de politieke, discursieve werking is van gender in onze tijd. Ik moest die vraag wel stellen, want ik herken niet langer wat mensen met het concept doen. En ik word toch verondersteld er iets van te weten (lacht).’

Foto door Cayce Clifford

Hoe wij ons lichaam betekenis geven, is onvoorspelbaar

Al vanaf het begin worden Butlers ideeën verkeerd begrepen, geïnterpreteerd en uitgelegd. 

Hun werd vaak ten laste gelegd ‘onleesbaar’ of ‘overdreven ingewikkeld’ te zijn. Iets wat zelden over mannelijke filosofen wordt gezegd, aldus cultuurwetenschapper en Butlerkenner Margriet van Heesch. ‘In zulke gevallen lijkt de onleesbaarheid juist een extra status te verlenen aan zowel de filosoof als de lezer’, merkt zij fijntjes op in haar boek dat zij schreef terwijl ze ook meewerkte aan de Nederlandse vertaling van Butlers boek.

Een van de belangrijkste misvattingen over het werk van Butler is dat hen de lichamelijke realiteit van sekse zou ontkennen – een verwijt dat de antigenderbeweging tegenwoordig ook geregeld aanvoert tegen de transgender gemeenschap. Dat alles wat met geslacht te maken heeft op het sociaal-culturele ‘construct’ van gender te herleiden zou zijn, zou voorbijgaan aan het feit dat mannen- en vrouwenlichamen daadwerkelijk verschillen, en dat die verschillen onderdeel zijn van de materiële realiteit.

In werkelijkheid heeft Butler de ‘echtheid’ van het lichaam nooit ontkend. Bevragen in welk denkkader we het lichaam zien en begrijpen, en zeggen dat het lichaam nooit losstaat van die kadering, is geen ontkenning van de echtheid van dat lichaam. Zoals hen het zelf zegt in Who’s Afraid of Gender?:

Toch: het idee dat Butler geen oog heeft voor de lichamelijke werkelijkheid is altijd blijven plakken. ‘Een vooropgezette en kwaadaardige misinterpretatie’, aldus Van Heesch, ‘bedoeld om de emanciperende kracht van Butlers werk te bezweren. Vaak wordt hun paradigma eerst verkeerd uitgelegd en daarna wordt die uitleg als onzin afgedaan.’

Tegen de tijd dat kinderen beginnen te praten over zichzelf – ‘ik ben een jongen’ of ‘ik ben een meisje’ –, gebruiken ze een taal die al in omloop is

Hoe wordt gender verkeerd begrepen door de antigenderbeweging?

‘De antigenderbeweging is erg tegenstrijdig. Zo wordt enerzijds gezegd dat gender betekent dat je kunt kiezen wat je wilt zijn, in een soort overdreven idee van vrijheid. Waarna het Vaticaan genderideologie ineens totalitair noemt, en zegt dat ze juist vrijheden zal afnemen. Wie tegen gender is, is het blijkbaar toegestaan om tegenstrijdige standpunten in te nemen. Dat is deel van de aantrekkingskracht. Umberto Eco had denk ik helemaal gelijk toen hij zei dat we één ding weten over het fascisme: dat het mensen een manier biedt om tegelijkertijd tegenstrijdige standpunten te hebben. Het is een soort viering van irrationaliteit, van het niet met elkaar in overeenstemming hoeven brengen van je opvattingen.’

Toch lijkt de beweging zich vrij eenduidig te verzetten tegen het idee dat alles wat met geslacht te maken heeft een ‘construct’ zou zijn. Wat wordt er werkelijk met ‘construct’ bedoeld? 

‘Tegen de tijd dat kinderen beginnen te praten over zichzelf – “ik ben een jongen” of “ik ben een meisje” –, gebruiken ze een taal die al in omloop is. Een klein kind komt een taal binnen die er al is, en leert hoe hij die taal moet gebruiken. Misschien klopt dat “ik ben een jongen” op den duur voor hem, misschien niet. Hoe dan ook: wij zijn in de greep van bepaalde categorieën die we niet zelf maken. Dus gender is geconstrueerd, wat betekent dat de categorieën waarmee gender werkt al vóór ons bestaan. Ze zijn historisch, ze circuleren voor onze geboorte en voorbij ons individuele bestaan. We worden erin opgenomen en erdoor vormgegeven, op hetzelfde moment dat we onszelf vormgeven.’

‘Dat wil niet zeggen dat er geen lichaam bestaat. Er is een lichaam, maar hoe wij ons lichaam zien en er betekenis aan geven, of hoe anderen dat doen, is op geen enkele manier voorspelbaar. Er bestaat veel cultuuroverstijgende variatie, veel verschil in hoe mensen primaire geslachtskenmerken zien en hoe deze aangepast kunnen worden; verschil in hoe belangrijk bepaalde lichaamsdelen zijn voor je zelfbegrip. Dit is allemaal aan verandering onderhevig. We moeten dus goed nadenken over de relatie tussen het lichaam en hoe hier – door de geschiedenis heen – betekenis aan wordt gegeven: dat is wat ik altijd heb gezegd. Blijkbaar is die boodschap niet gemakkelijk om te horen.’

Een gevleugelde uitspraak van transuitsluitende feministen is dat sekse ‘echt’ is. Harry Potter-auteur ‘Het uitwissen van “sekse” ontzegt velen het vermogen om op een zinvolle manier over hun leven te praten.’ Hoe reageert u daarop?

‘Wat Rowling in filosofische termen probeert te zeggen, is dat ze een positivist is: wat een vrouw is, is een simpel feit, en we hebben geen interpretatief kader nodig om dat feit te begrijpen. Maar het feminisme heeft juist altijd gezegd: mijn leven en mijn realiteit zijn al op zo veel manieren geduid, nu ben ik aan de beurt om eens wat duiding te geven.’ 

‘Het is onzinnig te zeggen dat trans vrouwen geen vrouwen zijn, omdat we altijd hebben betoogd dat de categorieën van geslacht zo veel mogelijk open moeten blijven. De realiteit van vrouwen heeft een open einde, een toekomst die we niet volledig kunnen voorspellen. Vrouw-zijn kunnen definiëren én herdefiniëren is onderdeel van de vrijheidsstrijd van feministen. Stel je eens voor dat de categorie “vrouw” ooit was komen vast te liggen, dat het was vastgeklonken aan één enkele definitie rondom het idee van biologische sekse. Dan was er überhaupt geen feminisme mogelijk geweest. Geen Simone de Beauvoir, niks!’

Uiteindelijk staat ‘vrijheid’ centraal in al uw denken. Hoe ziet vrijheid er volgens u uit?

‘Vrijheid is niet alleen zelfexpressie – “ik ben vrij om mezelf op een bepaalde manier uit te drukken” –, het is ook vechten voor het recht op zelfexpressie van iedereen. Dat wil zeggen: voor erkenning en ondersteuning van hen die in de marges leven – institutioneel, medisch, juridisch, educatief. Ik geloof niet dat we vrijheid kunnen beperken tot individualisme: dat berooft ons van het sociale weefsel waarin collectieve vrijheid ontstaat.’

‘Ik zie vrijheid in relatie tot samenwerking en experiment. En als ik “experiment” zeg, bedoel ik manieren van handelen waarbij we niet altijd de volledige uitkomst kennen, maar waarbij we samen iets ontdekken, of onszelf toestaan om te transformeren.’

Is gender nog altijd een goed hulpmiddel om deze vrijheid te bewerkstelligen?

‘Laat ik een voorbeeld geven: als we echt willen begrijpen wat raciale rechtvaardigheid zou kunnen zijn, dan moet ons idee van wat rechtvaardigheid is veranderen. Dus als we het hebben over gendervrijheid, over een wereld waarin gendernormen niet van tevoren vastliggen, waarin de complexiteit van onze levens gevierd wordt, net als de woorden die we nodig hebben om te bestaan en te ademen, dan leren we iets nieuws over vrijheid. 

‘Ik denk dat gendervrijheid te vaak wordt gereduceerd tot individuele rechten. We moeten strijden voor een wereld waarin het een collectieve macht is om onze verlangens uit te oefenen, om vrij te leven van beperkingen en angst voor criminalisering, vergelding en geweld.’

‘Dus het is deels vrijheid van de dingen die ons beperken, maar deels ook vrijheid om ons leven vorm te kunnen geven op een manier die experimenteel en open is. Dát is de basis van vrijheid.’

Naast mijn gesprek met Judith Butler heb ik voor dit verhaal ook meermaals gesproken met Margriet van Heesch, schrijver van De kleine Butler, en samen met Mieke Maassen en Janne van Beek verantwoordelijk voor de Nederlandse vertaling Wie is er bang voor gender? Ik ben Margriet zeer dankbaar voor het delen van haar kennis en expertise.