Goed leiderschap komt tegenwoordig nooit alleen
Premier Mark Rutte reageerde aanvankelijk onderkoeld op de vliegtuigramp boven Oost-Oekraïne. Minister Frans Timmermans liet daarop in een bevlogen speech emotie zien. Onbewust sloten de twee bewindslieden zo aan bij een ontwikkeling in het westerse managementdenken: er is niet één soort goed leiderschap. Alleen een beetje meer Machiavelli had niet misstaan, betoog ik in dit stuk.
Hebben emoties van leiders een gunstige of schadelijke uitwerking op henzelf en hun gemeenschap? Filosofen, pedagogen en managementgoeroes zijn het er al duizenden jaren niet over eens. De afgelopen weken zagen we drie verschillende leiderschapsscholen voorbij komen. De stoïcijnse school-Rutte, de Aristotelische school-Timmermans en de Machiavelliaanse school van Louis Bontes.
De hakkelende koning en de stoïcijnse premier
Het eerste woord, in de uren en dagen na de aanslag die de wereld schokte, was van koning Willem-Alexander en de haastig van reces teruggekeerde premier.
Koning Willem-Alexander probeerde van zijn medeleven te getuigen met formuleringen als ‘we zijn diep geraakt,’ ‘levens in scherven’ en ‘deze vreselijke ramp heeft een diepe wond geslagen.’ Hij hakkelde erbij en had bestudeerde expressies in zijn gezicht die maar weinigen wisten te overtuigen.
Premier Mark Ruttes eerste reacties leken zelfs gespeend van enige emotie. Hij vertelde overal wat zijn prioriteiten waren en bleef veel langer dan bijvoorbeeld de Amerikaanse president Barack Obama spreken over een ramp in plaats van over een aanslag.
De stijl van Rutte zou de oude stoïcijnen wel hebben kunnen bekoren.
Emoties, of ‘passies’, zoals de stoïcijnen ze noemden, troebleren immers het denkvermogen. Wie overmand wordt door woede, lust of jaloezie, kan niet meer helder denken en neemt de verkeerde beslissingen. Zo schrijft Seneca over woede het volgende: ‘Wanneer het verstand zich onderwerpt aan woede, liefde en de andere passies, kan dit hun werking niet controleren.’
Anders gezegd, wie goed wil leiden, moet het hoofd koel houden en vooral emoties buiten de deur houden. Voor je het weet, ga je dingen doen en zeggen waar je later spijt van krijgt.
Toen Nederland zich verbonden voelde
Terwijl in Nederland de kritiek op de enigszins koele benadering van de koning en de premier aanzwol, hield minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) een toespraak die de geschiedenisboeken zeker zal halen.
In de zaal van de VN-Veiligheidsraad liet hij op welsprekende wijze zijn emoties de vrije loop. ‘Als ik u even mag aanspreken, niet als vertegenwoordigers van uw land maar als echtgenoten, als vaders en moeders, stel u dan voor dat u eerst het bericht krijgt dat uw man is omgekomen en dan binnen twee of drie dagen beelden ziet van een of andere schurk die de trouwring van zijn hand haalt. Stelt u zich voor dat dat uw echtgenoot is.’
De taal van Timmermans is direct, vol emoties en roept de verbeeldingskracht en dus de woede, machteloosheid en het verdriet van de toehoorder op. Retorische stijlfiguren, zoals de drieslag en de repetitio, werden niet geschuwd: ‘We eisen ongehinderd toegang…,’ ‘We eisen een respectvolle behandeling…,’ ‘We eisen waardigheid….’
Hun werking op het gemoed en daarmee op de oordeelsvorming van het gehoor, zijn bekend. Het aantal Nederlanders dat op de Facebookpagina van de minister van hun instemming en hun bewondering gewag deed, liep in de honderdduizenden.
Wat Willem-Alexander wilde, Nederlanders verbondenheid laten voelen, kreeg Frans Timmermans voor elkaar. Goed leiderschap is immers ook welbespraakt.
Emoties als brandstof
Timmermans vindt een andere grote denker aan zijn zijde: Aristoteles. Die zag emoties niet als de vijand van het verstand, maar als de brandstof ervan. Hoe kun je een vijand verslaan als je strategische beslissingen niet worden gevoed door woede? Je mag van Aristoteles best emoties hebben, maar alleen op het juiste moment, in de juiste situatie en met de juiste maatvoering: niet te veel en niet te weinig.
Waarom zijn goede toespraken, zoals die van Timmermans, zo belangrijk voor leiderschap? Niet alleen omdat zij de emoties van de leider onthullen, diens visie op de wereld weergeven en bekendmaken wat er gedaan moet worden. Zulke toespraken zijn vooral zo belangrijk, omdat zij de emoties van het publiek, in dit geval alle Nederlanders, synchroniseren en eenheid smeden bij dat publiek.
De gesynchroniseerde gemeenschap voelt zich één en daarmee stabieler en veiliger. Dat sluit aan bij wat volgens veel evolutionair psychologen de functie van leiderschap is: het behoud van de groep of gemeenschap door coördinatie en synchronisatie.
Het magische mengsel
Goed leiderschap is het resultaat van het juiste mengsel van verstand én emotie. We hadden in de weken na de aanslag behoefte aan Ruttes ratio en Timmermans’ emoties.
Onbewust sloten de twee bewindslieden zo aan bij een ontwikkeling in het westerse managementdenken.
In deze kringen is het idee dat er één ideaalbeeld van goed leiderschap is, verlaten. Met goede reden: de wereld is te complex voor de traditionele, krachtige man die met ontbloot bovenlijf op een motor met een BUK-systeem in de voortuin van een land, laat staan een rijk, kan besturen - al denken de Russen dat dat wel kan.
In managementkringen is het idee dat er één ideaalbeeld van goed leiderschap is, verlaten.
Organisaties en overheidsorganen zijn sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw essentieel veranderd. Zij zijn van piramidale bureaucratieën met één leider aan de top, netwerken in permanente verandering geworden. Daarmee gingen ook de ideeën over goed leiderschap op de schop. Soms heb je managers nodig die goed kunnen organiseren – de plechtigheid in Eindhoven was snel georganiseerd -, dan weer procesbegeleiders, die diverse experts en partijen bijeenbrengen – Rutte - dan weer charismatisch personen, die het goed op de bühne doen, of diplomaten die behendig op de schaakborden spelen –Timmermans.
Het eigentijdse model van goed leiderschap is gedistribueerd: wie het weet of het kan, heeft het voor zeggen. Dat is ook wat we gezien hebben in de week na de neergehaalde MH17: gedeeld leiderschap. Goed staatsmanschap valt dus niet per se samen met de man of vrouw die met de vuist op tafel slaat of ernstig de goegemeente toespreekt. Ook een procesbegeleider, die minister-president is, kan dat zijn. Of een manager.
Ontbrak er dan niets? Zeker wel. Wat ontbrak was een mannelijke leider die de separatisten en de Russische president Vladimir Poetin kon afblaffen. Laten we zeggen iemand van het type-Louis van Gaal.
Oud PVV’er Louis Bontes (Voor Nederland) liet als een van de weinige politieke leiders zulke krijgshaftige taal horen en wilde al direct commando’s en andere militairen naar Oekraïne sturen. Zijn visie staat haaks op de inzichten van veel deskundigen die zich bezighouden met de verschillen tussen goed en ontspoord leiderschap.
Filosofen en leiderschapspedagogen vermanen (aankomende) leiders zich aan de wetten te houden. Dat klinkt voor de hand liggend, maar ‘de wet’ respecteren is echt wat anders dan inzetten op ‘wraak’ of ‘vergelding.’ Niets is zo schadelijk voor een gemeenschap als leiders (en burgers in hun kielzog) die zich niet naar de wet en het recht voegen, maar zich door wraak en wreedheid laten regeren. Dan zal een land nooit floreren omdat een permanente cyclus van wraak en wederwraak, geweld en tegengeweld ontstaat.
Zo schreef bijvoorbeeld John of Salisbury, een bisschop uit de Hoge Middeleeuwen, hier een vermanend werkje over, bedoeld voor koningen, prelaten en andere bestuurders. De wet brengt eenheid, rechtvaardigheid, veiligheid en straft alle misdaden, aldus deze middeleeuwse denker. Daarom moeten leiders zich daar altijd aan houden.
Rutte en Timmermans staan met hun streven naar gerechtigheid en strafvervolging in deze traditie. De daders moeten worden berecht.
Geweld tussen staten
Toch valt er wel degelijk iets te zeggen voor de oproep van Bontes om met de inzet van militairen onze spierballen te tonen. Zoals Rutte in de traditie van Seneca en Timmermans in die van Aristoteles staat, treedt Bontes in de voetsporen van Niccolò Machiavelli.
De vermaningen dat leiders zich aan de regels van de staat moeten houden zijn van toepassing op hun gedragingen binnen de gemeenschap waar ze leiding aan geven. De regels die de agressie moet reguleren tussen steden, vorstendommen en staten draaien om iets heel anders; namelijk om macht, intimidatie en geweld.
Bij ruzie komt in Nederland de rijdende rechter langs of houden we een kringgesprek
De goede leider van Machiavelli is vooral bezig zijn eigen macht te consolideren en te vergroten om zijn concurrenten binnen en vooral buiten zijn gemeenschap op afstand te houden of - liever nog - een kopje kleiner te maken. Die zienswijze was lange tijd de norm. Pas sinds een eeuw wordt met supranationale organen zoals de Verenigde Naties en het Internationale Gerechtshof geprobeerd om de gedragingen van staten onder wetten en verdragen te plaatsen. De wereld wordt als één gemeenschap opgevat. Dit zou de spiraal van geweld moeten voorkomen.
Aanhangers van recht en gerechtigheid, nagenoeg de gehele Tweede Kamer, prijzen Rutte en Timmermans voor hun behoedzame staatsmanschap. Machtsdenkers, zoals de Britse premier David Cameron, wijzen er daarentegen op dat Poetin en de separatisten geopolitiek bedrijven en aan wet en gerechtigheid geen boodschap hebben.
Er is een hardere en agressievere taal nodig om Rusland te doen inbinden. Philip Stevens pleitte er in Newsweek voor om de afschrikkingsdoctrine weer in ere te herstellen. Bontes stond in Nederland met zijn pleidooi voor militaire ingrijpen als enige in deze Machiavellistische traditie.
In Nederland is die traditie vrijwel nergens meer te vinden. Bij ruzie komt in Nederland de rijdende rechter langs of houden we een kringgesprek. Maar wat zeker ook aan de slappe knieën heeft bijgedragen is moralisering en feminisering van de leiderschapsindustrie.
In deze branche wordt leiderschap doorgaans gelijkgesteld aan ethisch leiderschap en zijn woorden als ‘verbinden,’ ‘dienen,’ ‘samen,’ ‘zorgen’ en ‘uitpraten’ niet van de lucht. Dit leidt tot een denkklimaat waarin cynische, meer Machiavellistische benaderingen van leiderschap amper worden bestudeerd. Niemand zal durven beweren dat goed leiderschap óók mannelijk, agressief en dominerend kan zijn.
Je maakt er in elk geval geen vrienden mee
Misschien wel het opmerkelijkste aan het leiderschap dat Nederlandse politici lieten zien, is de rol van de vox populi, bijvoorbeeld op Twitter en Facebook. Na de aanvankelijk koele, zakelijke respons, gaven leiders als Timmermans en Bontes de ruimte aan andere typen leiderschap.
In haar boek End of Leadership betoogt Harvard-professor Barbara Kellerman dat de zichtbaarheid van leiders, de machtsbalans tussen leider en volger, bestuurder en burger, CEO en werknemers, heeft verkleind. Wat bestuurders doen, staat meer dan ooit in de spotlights. Hoewel ze vooral de Amerikaanse samenleving analyseert, zijn er ook in Nederland allerlei voorbeelden te vinden.
Denk aan Guido van Woerkom, die het veld moest ruimen voor zijn functie als nieuwe Ombudsman vanwege een opgerakelde uitspraak over Marokkanen en de ophef over de vertrekpremie die hij van de ANWB kreeg. Het rumoer onder donateurs en leden van Greenpeace, toen bekend werd dat hun campagnedirecteur Pascal Husting tussen Luxemburg en Amsterdam met het vliegtuig heen en weer pendelde. Jozias van Aartsen beleefde onlangs zijn finest hour van het moderne, multimediale leiderschap, waarbij volgers continu met hun leiders in gesprek gaan.
Leiders leven onder een stolp. Ze zijn kwetsbaar, omdat het grote publiek hen permanent op hun effectiviteit en morele kompas monitort. In de dagen na de vliegtuigramp hebben de ambtenaren, de spindoctors en de bewindslieden de vox populi serieus genomen en daarmee het vertrouwen van het publiek gewonnen. Er kwamen meer emoties. Er kwam een dag van Nationale Rouw.
Zodoende ontstond een mix van Aristoteles en Seneca. Misschien had alleen een onsje meer Machiavelli in het vocabulaire van onze bewindslieden niet misstaan.