Deze mini-misdaaddocu’s zijn simpel van aard, maar verrassend effectief
Ken je dat gevoel, dat je opeens de behoefte hebt om de films met een happy end opzij te schuiven en je in plaats daarvan onder te dompelen in true crime? Die sensatie overviel mij laatst, waarna ik de Netflix-docuserie Catching Killers aanzette.
Het concept van deze reeks is eenvoudig: rechercheurs – meestal gepensioneerd en variërend van zwaar Noo Yawk-accent tot flamboyante cowboy met een Texas twang – vertellen over die ene zaak die zij de rest van hun leven met zich meedragen. Nog steeds vloeien er tranen en ontstaan er brokken in kelen als ze het erover hebben. Vermeng dat met een scheut gedramatiseerde reconstructiescènes inclusief welbekende slow motion, een nagelbijtend sound design en griezelige foto’s van slachtoffers en plaatsen delict, en je hebt een solide, binge-waardige productie. Noem het Fincher-light.
Wat Catching Killers vooral sterk maakt, is dat de makers niet alleen beroemde seriemoordenaars belichten, zoals Aileen Wuornos (vertolkt door Charlize Theron in Monster) en de man die een bomaanslag pleegde op de Olympische Spelen van 1996. Ook moordzaken die ik nog niet kende, waaronder die van de Happy Face Killer en de New York Zodiac, passeren de revue.
De diversiteit aan lugubere misdaden maakt dat je aan je scherm gekluisterd blijft. En het macabere is: seriemoordenaars zijn van alle tijden, dus ook van deze serie kunnen in theorie oneindig veel seizoenen worden geproduceerd.
Netflix: ‘Catching Killers’ (kijktijd: 12 afleveringen van gemiddeld 40 minuten)