‘Moest die hier?’ Aarzelend houdt Anne een lapje zwart rubber in haar hand. ‘Nu ben ik bang.’
Voor haar hangt een bruine Gazelle Tour Populair aan plafondhaken. Een echt vintage exemplaar, uit de jaren tachtig. Anne kocht de fiets tweeënhalf jaar geleden toen ze vanuit Duitsland in Nederland kwam studeren. Sindsdien rijdt ze er dagelijks mee door de stad.
Maar nu is haar achterband plat. Om die te fiksen is ze naar fietswerkplaats Bike Kitchen gekomen, gevestigd in een fietsgarage onder een gebouw van de Universiteit van Amsterdam. De meeste fietsenmakers zouden de band in een paar minuten voor haar plakken, maar hier is Anne al bijna een halfuur bezig met het loshalen, schoonmaken en inspecteren van de binnen- en buitenband.
Deze werkplaats is er dan ook niet op gericht om mensen werk uit handen te nemen, maar om ze te leren hoe ze zelf hun fiets kunnen onderhouden. Want wie voor iets zorgt, zo weten ze hier, gaat er vanzelf ook meer van houden. En wie ergens om geeft, gaat er ook weer zuiniger mee om.
Wie weet nog hoe je iets maakt?
Waar het repareren en onderhouden van kapotte of versleten spullen bijna de hele geschiedenis van de mensheid de norm was, veelal uit bittere noodzaak, is dat de afgelopen decennia veranderd. Doordat nieuwe producten tegenwoordig zo goedkoop en zo alomtegenwoordig zijn, kiezen veel mensen voor vervanging in plaats van reparatie. Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen pas aan reparatie beginnen te denken als een nieuw product 100 euro of meer kost.
De Amerikaanse curator en historicus Glenn Adamson schrijft in zijn boek Fewer, Better Things dat spullen ook niet de juiste zorg krijgen vanwege een gebrek aan materialenkennis. Steeds minder mensen kennen het verschil tussen staal en aluminium of tussen beukenhout en eikenhout. We weten minder en kunnen minder: banden plakken, sokken stoppen, breien, zagen, boren, wie leert dat nog allemaal?
‘Ik fiets er elke dag op, dus als er iets mis is, wil ik weten wat ik eraan kan doen’
Zelfs van apparaten die wel onderhouden kunnen worden – zoals het koffiezetapparaat of de waterkoker – denken we steeds vaker dat ze geen enkel onderhoud vergen. Dat het afwachten is tot het apparaat stukgaat. En dat er vervolgens niets anders op zit dan een nieuwe kopen. Dat wordt nog eens versterkt door een groeiend aantal producten op de markt dat zogenaamd ‘onderhoudsvrij’ is.
Dit alles past in een bredere trend in de maatschappij waarbij het meer en meer draait om gemak. Neem de Swapfiets. Als die kapotgaat, stuur je een appje en wordt de fiets in no time voor je gerepareerd, en anders krijg je een nieuwe aangeboden. Zulke diensten helpen niet om onze omgang met spullen te verduurzamen. En bij Bike Kitchen willen ze daar iets aan doen.
In de rij om zelf te repareren
‘We pompen hem wel opnieuw op’, zegt reparateur Stef tegen Anne, die de plek van het gaatje in haar band kwijt is. Stef is een van de professionele reparateurs die een paar dagen per week mensen in de werkplaats helpen hun fiets te maken.
Deze Bike Kitchen, zo groot als een zeecontainer, werd nog geen jaar geleden geopend door masterstudent Romee Nicolai, met als doel de zelfredzaamheid van mensen te vergroten en de band tussen fiets en fietser te versterken (en daarmee de levensduur van fietsen te verlengen), en als een plek waar studenten, medewerkers van de universiteit en buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten en helpen.
Iedereen met een kapotte fiets kan een tijdslot boeken om die hier met een ervaren mechanicus te fiksen (voor een halfuur betaal je 5 euro). Sinds de werkplaats in september opende, is elk tijdslot geboekt geweest. Regelmatig staat er een rij voor de deur met mensen die tussendoor iets willen komen repareren. Sommigen hebben hulp nodig bij het oppompen van een band, anderen willen zelf een volledige aandrijving vervangen.
De meesten doen dat hier omdat ze zelf geen gereedschap hebben, niet weten hoe het moet of omdat het goedkoper is dan een reparatie bij de fietsenmaker. Maar er zijn ook mensen zoals Anne, die per se zelf iets willen leren. ‘Ik fiets er elke dag op, dus als er iets mis is, wil ik weten wat ik eraan kan doen.’
Repareren vergroot het gevoel van eigenaarschap
Naast het vergroten van kennis, zorgt repareren er ook voor dat mensen zich meer eigenaar van een product voelen, weet wetenschapper Dirk Ploos van Amstel, die onderzoek doet naar diensten als Swapfiets en Bike Kitchen . Uit studies blijkt dat mensen die psychologisch eigenaarschap ervaren, ook duurzamer gedrag vertonen. Voorbeelden laten zien dat deze gebruikers zorgvuldiger met dingen omgaan, loyaler zijn, beter bescherming bieden en meer verantwoordelijkheidsgevoel ervaren.
Bij Swapfiets gebeurt volgens Ploos van Amstel precies het tegenovergestelde.
Fietsmonteur Stef haakt daarop in met een anekdote. Laatst zat hij met vrienden in een park en zag hij hoe een van de fietsers op een huurfiets al rammelend en schokkend een stenen trap afkwam, terwijl de andere twee netjes de naastgelegen fietshelling pakten. Een goed voorbeeld van hoe mensen met hun spullen omgaan zodra ze er zelf geen verantwoordelijkheid voor voelen, zegt hij. ‘Dan maakt een slag in je wiel niet zoveel uit, want je krijgt toch een nieuwe fiets.’
De afgelopen tien maanden hebben meer dan 1.100 mensen hier hun fiets gerepareerd
Wanneer je om het minste of geringste met je fiets ergens anders aan kunt kloppen, word je bovendien steeds onwetender, volgens Ploos van Amstel. ‘Je wordt dom gehouden of zelfs gemaakt.’ Als je wilt dat mensen duurzamer met spullen omgaan, moet je zorgen dat ze niet minder, maar juist meer eigenaarschap ervaren, stelt hij. En dat voelen mensen als ze zelf ergens tijd, geld of moeite in steken, zoals bij het repareren van een fiets.
In een maatschappij waarin spullen niet eerder in zo’n hoog tempo werden afgedankt en vervangen, bieden reparatie en onderhoud dus een kans om die relatie tussen mens en ding te verbeteren. Maar als gemak zo in trek is, staan mensen er dan nog wel voor open om zelf de handen uit de mouwen te steken?
Reparatiewerkplaatsen gaan over meer dan alleen maar duurzaamheid
Terwijl Anne inmiddels het gaatje heeft gevonden en dichtgeplakt, wijst Stef erop dat ze ook nog even naar haar slap hangende ketting kunnen kijken. Ze heeft nog dik een kwartier van haar tijdslot over, daarna komt de volgende.
De afgelopen tien maanden hebben zo al meer dan 1.100 mensen hier hun fiets gerepareerd. Ploos van Amstel denkt dan ook dat mensen echt wel anders willen dan enkel voor gemak kiezen, maar niet weten hoe. ‘Laatst was hier een vrouw uit de buurt die met haar zoontje kwam kijken. Ze weet zelf weinig van repareren, dus wilde ze dat hij het kwam leren.’
Dat je hier voor een paar euro zelf kunt repareren, maakt het toegankelijk. De Universiteit van Amsterdam en fietsgroothandel Kruitbosch sponsoren het initiatief voor een deel. Zou dat niet het geval zijn, dan zou het qua kosten niet uit kunnen. Het begeleiden van mensen kost nu eenmaal veel tijd.
Daardoor bestaan er nog niet zoveel van dit soort plekken in Nederland. En dat is jammer, want repareren gaat over zoveel meer dan duurzaamheid. Stef ziet het zelf: mensen komen hier binnen en hebben geen idee waar te beginnen. Ze zijn onzeker over wat ze kunnen. Gedurende de reparatie ziet hij ze opbloeien, tot ze met een glimlach en een zelf gerepareerde fiets naar buiten lopen. Mensen leren hier dat ze vaak meer kunnen dan ze zelf denken.
Studies tonen dan ook aan dat repareren veel voldoening geeft. Zeker als mensen van tevoren niet hadden gedacht dat ze het konden. En het heeft vaak een breder effect: het vergroot de kans dat mensen de volgende keer zelf weer het gereedschap oppakken om iets te fiksen.
Hoewel zijn geduld soms flink op de proef wordt gesteld, haalt Stef er op zijn beurt ook plezier uit. Inmiddels hebben zich al meer dan veertig vrijwilligers aangemeld om als monteur te helpen. Was het niet Aristoteles die schreef dat een van de grootste bronnen van menselijk geluk het toepassen van je kennis en het delen ervan is?
Zelf repareren loont
Anne maakt een testritje om te checken of haar fiets weer klaar is om ermee op uit te gaan. In vijftig minuten tijd heeft ze uiteindelijk haar fietsband kunnen plakken, haar ketting strakker gekregen en de speling van haar stuur gehaald.
Na een paar minuten loopt Anne weer de werkplaats binnen. ‘De fiets is heel goed.’
Stef: ‘Ik denk dat je geweldig werk hebt geleverd.’
Anne: ‘Ik ben zó trots.’
Over de beelden Annegien van Doorn onderzoekt in haar werk de interactie tussen de mens en zijn omgeving door middel van fotografie, video en installaties. In opdracht van de Correspondent ging ze langs bij Bike Kitchen. Bike Kitchen UvA is opgericht door masterstudent Romee Nicolai en ‘fietsprofessor’ Marco te Brömmelstroet. Nicolai wilde een gemeenschappelijke plek creëren voor en door mensen van de universiteit en buurtbewoners. De fiets bleek een uitstekend bindmiddel. Nadat ze een tijdlang maandelijks reparatieworkshops had georganiseerd, sloten steeds meer vrijwilligers zich aan. Uiteindelijk resulteerde dit in Bike Kitchen UvA.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!
Je bent niet ingelogd. Log in om andere verhalen te lezen, verhalen op te slaan, bijdragen te lezen en plaatsen, correspondenten te volgen en meer.