Dit zijn de gezichten van duizenden burgerdoden in Gaza
Een bijzonder nieuw onderzoek heeft duizenden slachtoffers van de oorlog in Gaza geïdentificeerd – met naam, toenaam en heel vaak: met foto’s. Het prent ons in dat elke oorlogsdode in het nieuws een uniek mens was, met een uniek leven.
Je leest het niet meer dagelijks op de voorpagina’s, maar de humanitaire ramp in Gaza gaat iedere dag onverminderd door.
1,9 miljoen Gazanen zijn inmiddels gedwongen hun huis ontvlucht.* 500.000 hebben catastrofale voedselonzekerheid,* ruim 90.000 zijn gewond,* meer dan 39.000 zijn gedood, onder wie zo’n 8.000 kinderen.*
88 procent van alle scholen in Gaza is beschadigd of verwoest,* 60 procent van de huizen,* en twee derde van de ziekenhuizen functioneert helemaal niet meer.*
Maar dat zijn slechts kille cijfers. We weten bar weinig over de gezichten achter die getallen, hun leven, hun werk, hun familie en de aanvallen waarbij ze gewond raakten of stierven.
Daar is nu verandering in gekomen.
Een onderzoek van Airwars geeft een heel nieuw beeld van het conflict. Deze onafhankelijke non-profitorganisatie in Londen specialiseert zich al tien jaar lang in informatievoorziening over burgerslachtoffers in oorlogssituaties.*
Vorige week publiceerden zij de grootste en meest diepgaande openbare analyse* van de cijfers over burgerdoden in de eerste zeventien dagen van de Israëlische bombardementen, na de aanval van Hamas op 7 oktober 2023.
Dat onderzoek is op twee manieren baanbrekend. Het biedt een nieuwe kijk op de cijfers over burgerdoden in Gaza. En het toont meer dan elk ander onderzoek de gezichten achter de getallen.
Cijfers uit Gaza zijn in grote lijnen betrouwbaar
In de eerste zeventien dagen van de oorlog waren er duizenden Israëlische luchtaanvallen en explosies in Gaza. Eind oktober publiceerde het ministerie van Volksgezondheid in Gaza een lijst van ongeveer 7.000 mensen die daarbij gedood werden.*
Het vaststellen van het aantal burgerslachtoffers in conflictgebieden is een complexe en gevoelige kwestie, waarbij verschillende partijen soms uiteenlopende cijfers presenteren als onderdeel van de strijd om de publieke opinie.
Vanaf het uitbreken van de oorlog zijn de dodentallen van het Gazaanse ministerie van Volksgezondheid, dat in handen is van Hamas, in twijfel getrokken.* Zo zei de Amerikaanse president Joe Biden aan het begin van de oorlog dat hij ‘geen vertrouwen’ had ‘in de cijfers die de Palestijnen gebruiken’,* en ook de Israëlische regering beweerde dat de cijfers niet kloppen.*
Maar veel grote media (zoals de Financial Times* en The New York Times)* zien de cijfers wel als betrouwbaar, onder andere omdat onderzoekers van de Johns Hopkins-universiteit in december geen bewijs vonden dat de cijfers opgeblazen zijn.* Tellingen in Gaza tijdens eerdere geweldsuitbarstingen bleken achteraf ook accuraat.*
Airwars heeft nu 350 van de aanvallen in de eerste zeventien dagen nader onderzocht door informatie te verzamelen en te vergelijken met lokale nieuwsberichten, sociale media, namen op lijkzakken en lijsten met slachtoffers die familieleden omhooghielden voor de camera’s.
Zo hebben ze ongeveer 3.000 namen van slachtoffers kunnen identificeren. Daarvan stond 75 procent van de namen ook op de lijst van het ministerie van Volksgezondheid. Hoogleraar Mike Spagat (Royal Holloway, University of London), die zelf betrokken was bij het onderzoek, stelt* dat ‘dit bijdraagt aan de brede consensus dat de cijfers van het ministerie van Volksgezondheid in grote lijnen betrouwbaar zijn.’
Geen duidelijkheid over Hamas-militanten
Israël stelt ook dat de cijfers onbetrouwbaar zijn omdat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen burgers en Hamas-strijders. De Israëlische regering beweerde in juli dat zich onder de doden en gewonden zo’n 14.000 Hamas-strijders bevonden,* maar levert nergens bewijs voor deze aantallen of de gehanteerde rekenmethode, en reageert niet op herhaalde verzoeken van de BBC om haar methodologie bekend te maken. * Ook bleek uit een interne analyse van het Israëlische leger, die in handen is van het Britse tijdschrift The Economist,* dat ze begin januari van slechts 1.400 doden hadden kunnen vaststellen dat zij Hamas-militant of -lid waren.
Airwars stelde wel vast dat er ten minste enkele militanten op de lijst van het Gazaanse ministerie van Volksgezondheid stonden, maar heeft onvoldoende kennis om een inschatting te maken van het aandeel.
De verwoesting in Gaza is onwerkelijk groot
Onderzoekers van Airwars, die eerder Russische bombardementen op Syrië* en de oorlog met Islamitische Staat* onderzochten, stellen dat het aantal doden in Gaza groter is dan ze waar dan ook hebben gezien.* Dat is niet verrassend: afgezet tegen de duur van het conflict had Gaza in de eerste drie maanden het hoogste aantal doden per dag van alle grootschalige conflicten in de 21ste eeuw.*
De schaal waarop het Israëlische leger burgers verdrijft, verhongert, verwondt en vermoordt, is gigantisch.
Het bijzondere van het werk van Airwars is dat de uitgezochte lijst met namen de cijfers een gezicht geeft. Deze benadering is des te waardevoller bij een conflict dat zich op meer dan 3.000 kilometer van Nederland afspeelt, en dat voor sommigen voelt als een ver-van-ons-bed-oorlog. Door op een naam te klikken in de lijst, kun je lezen hoe iemand om het leven is gekomen en welke bronnen hierover hebben bericht. Maar liefst 67 procent van de geverifieerde namen waren vrouwen of kinderen.
Om een beeld te geven, licht ik hier vier families uit die ik in de database aantrof.
De familie Al-Nabahin
Op zondag 8 oktober vindt om 11.30 uur ’s ochtends een verwoestende luchtaanval plaats op het huis van de familie Al-Nabahin. Hun woning van vier verdiepingen wordt volledig vernietigd en vijftien familieleden komen om, onder wie acht jonge kinderen van slechts 2 tot 9 jaar oud.* Drie van de kinderen zijn op het moment van de aanval buiten aan het spelen, maar overleven de aanval ook niet.
De familie Barika
Tien dagen later, op woensdagavond 18 oktober rond 22.00 uur, treft een aanval een familiewoning ten westen van de stad Rafah. Minstens dertien leden van de Barika-familie verliezen het leven, onder wie de grootouders Abu Ihab en Taghreed Sabri Suleiman Barika, alsook een broer van Abu Ihab, hun twee zonen en drie dochters, twee schoondochters en drie kleinkinderen van 4, 6 en 7 jaar oud. Ook een ongeboren baby overleeft het niet, want een van de omgekomen vrouwen is zwanger.*
De familie Al-Behbahani
Op 24 oktober zoekt de familie Al-Behbahani veiligheid in een vluchtelingenkamp in het midden van Gaza. Maar zelfs daar blijken ze niet buiten gevaar. Die ochtend wordt de héle familie – 22 mensen in totaal – gedood bij een luchtaanval op het kamp,* van de 73-jarige dichter Shehdeh al-Behbahani tot zijn 8-jarige kleindochter Dania Saeed Shehda al-Behbahani.
De familie Al-Ran
Een dag later, rond 1.00 uur ’s nachts, wordt de woning van Dr. Muhammed al-Ran in het noorden van de Gazastrook gebombardeerd. Dr. Al-Ran zelf is op dat moment in het Indonesische Ziekenhuis in Gaza, waar hij als hoofd chirurgie werkzaam is. Twaalf van zijn familieleden, onder wie vijf kinderen en drie vrouwen, overleven de aanval niet.*
Door deze verhalen van Gazaanse burgers te belichten, maakt Airwars pijnlijk duidelijk dat achter elke dodelijke aanval een tragisch persoonlijk drama schuilgaat dat nooit vergeten mag worden.