Wat is het probleem met een modelminderheid? Die vraag krijg ik vaak gesteld.
Het is toch juist mooi dat ‘jullie’ goed geïntegreerd zijn, geen ophef maken en dezelfde humor hebben? Hoe vaak hoor je: ‘Ach joh, is maar om te lachen’, als weer een ‘dom grapje’ de revue passeert? Een tekening, een opmerking, een ‘sneer’.
Bij Chinezen kunnen we dat wel maken, toch? Jullie kunnen er wel tegen.
Verschillende mensen stuurden mij bij aanvang van de Olympische Spelen in Parijs het volgende NOS-nieuwsbericht door dat een perfect voorbeeld is van hoe schadelijk dit hardnekkige modelminderheidsgeloof is: ‘Kamminga zwemt tegen “dubieuze” Chinezen: “Had altijd mijn vraagtekens bij hen.”’
In het artikel valt te lezen dat Mark Faber, de trainer van schoolslagzwemmer Arno Kamminga, uit principe geen foeyonghai of babi pangang meer eet. Sterker nog: hij komt geen Chinees restaurant meer binnen. Zo is de openingsalinea.
Hoe kan het dat er op de redactie geen alarmbellen afgaan bij dit soort teksten?
Niet zo onschuldig
Dit is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. Ik zie een patroon in de manier waarop men over ‘Chinezen’ rapporteert en in de negatieve beeldvorming. Het bekendste en meest gerapporteerde voorbeeld is de in 2020 uit de hand gelopen ‘satire’, Voorkomen is beter dan Chinezen. Een racistisch en kwetsend lied gemaakt door een Radio 10-dj aan het begin van de coronapandemie.
Onder het mom van ‘Het is maar een grapje’ of ‘Zij kunnen hier wel tegen’ halen dit soort berichten de eindstreep voor publicatie of uitzending
Binnen enkele dagen ontvingen de diverse antidiscriminatiebureaus meer dan 3.000 meldingen, en werd de online petitie ‘Wij zijn geen virussen’ meer dan 65.000 keer ondertekend. Het was de eerste keer dat de gemeenschap zich zo opvallend uitsprak.
Corona had niets met Chinese restaurants, Chinees eten of restauranthouders te maken. Toch werd er een directe relatie gelegd en ontstond deze beeldvorming. Een zeer schadelijke, kwetsende en pijnlijke beeldvorming die in combinatie met het virus aanleiding gaf tot veel anti-Aziatisch geweld en racisme. Onder het mom van ‘Het is maar een grapje’ of ‘Zij kunnen hier wel tegen’ halen dit soort berichten de eindstreep voor publicatie of uitzending.
Een ander goed voorbeeld hiervan is het Wie is de Mol?-incident uit februari 2021 waarbij een deelneemster ‘onbewust’ spleetogen trok. Dankzij de (eind)redactie, producent en regisseur zagen 3 miljoen kijkers dit beeld.
De online ophef en nieuwsberichten hierover zorgden ervoor dat dit nieuws onder meer Op1 haalde. Voor 1,2 miljoen kijkers herhaalde Jort Kelder het gebaar onder het mom: ‘Je mag ook dit niet meer doen, hè? Dat is ook helemaal verboden. Ach ja…’ En zo worden beelden genormaliseerd.
Wat is er dan zo mis met het NOS-bericht, kun je je afvragen. Dat zo’n zwemtrainer restaurants boycot, het is maar een ludieke actie. Dat staat er ook bij, wat doen we moeilijk?
Maar waar de redactie simpelweg overheen walst, is het feit dat het bericht eigenlijk gaat over de deelname van olympische zwemmers die uitkomen voor de Volksrepubliek China. De zwemmers die tijdens de vorige Spelen mogelijk doping hadden gebruikt. Ongewild zijn Nederlandse restauranthouders en Chinees-Nederlands eten opeens onderdeel geworden van deze mogelijke dopingaffaire.
En daar gaat het mis.
Schadelijke beeldvorming
Een eerste indruk maak je maar één keer. Zo ook bij beeldvorming. Meer dan acht uur per dag consumeren wij media, waarbij we worden overspoeld met beelden. In een continu proces van zien, horen, lezen en communiceren met elkaar, verwerken wij deze beelden bewust en onbewust, en vormen we hierover meningen.
Doordat in de kop en de inleiding ‘dubieuze Chinezen’, ‘Chinees restaurant’, ‘foeyonghai’, ‘babi pangang’ en ‘verzet’ aan elkaar gekoppeld worden, wordt er onbewust een negatieve beeldvorming gecreëerd. Dat blijkt dat het gaat over het ‘dubieuze’ proces en de vraag of de zwemmers ‘clean’ zijn, komt pas later.
En dan zijn er verschillende vragen. In internationale berichtgeving gaat het met name over de Chinese zwemmers die tijdens de vorige Spelen positief getest waren, die nu weer meedoen. In de Nederlandse berichtgeving gaat het allereerst over Chinees-Nederlands eten. Wat hebben Chinese restaurants te maken met de Olympische Spelen, doping of dubieus? Helemaal niets. Toch moeten ‘Chinezen’ in Nederland hiervoor de prijs betalen.
‘Het woordje “niet” onthouden mensen minder of gewoon zelfs helemaal niet’
De voorbeelden van framing zijn eindeloos. Het rapport Blikopener van WOMEN Inc. uit 2022 laat zien dat continue eenzijdige beeldvorming naast een beperkt inzicht tot onder meer misvattingen leidt.
Stereotyperende beeldvorming vergroot sociale ongelijkheid en polarisatie. Door gebrek aan representatie in beeld en achter de schermen (zoals nieuwsredacties) en herhaalde stereotypen in beeld en taal, ontstaat er een negatieve beeldbalans. De beeldvorming over ons en ons zelfbeeld wordt dusdanig aangetast dat dit verschillen versterkt. Gevolgen die direct voelbaar zijn in de samenleving en bij de personen om wie het gaat.
‘Nee’ tegen framing, ‘ja’ tegen uitspreken
In een hand-out over vooroordelen geeft expert en onderzoeker Hanneke Felten van kennisinstituut Movisie aan dat je negatieve connotaties moet vermijden omdat die, als ze eenmaal gemaakt zijn, heel moeilijk te ontkrachten zijn.
Als voorbeeld geeft ze de stelling: ‘Niet alle vluchtelingen zijn crimineel.’ Wat is daar mis mee? ‘Als iemand dat leest in de krant, zal diegene voornamelijk “vluchteling” en “crimineel” onthouden. Het woordje “niet” onthouden mensen minder of gewoon zelfs helemaal niet. Toch komt dit woord vaak voor in krantenkoppen of nieuwsitems. Onbedoeld worden hiermee vooroordelen bij individuen versterkt.’
‘Dubieuze Chinezen’, ‘Chinese restaurants’, ‘Chinees eten’, ‘doping’ en ‘vraagtekens’ worden zo dus (onbewust) aan elkaar gekoppeld.
Niet alleen Oost-Aziatische Nederlanders hebben hier last van. Uit een ander onderzoek, Moslima (2020), dat fotograaf en onderzoeker Çiğdem Yüksel samen met onderzoeker Ewoud Butter uitvoerde, bleek dat moslimvrouwen doorgaans negatief en stereotyperend in beeld worden gebracht. Altijd met hoofddoek, vaak met grote boodschappentassen en zonder zichtbare gezichtsuitdrukking.
Alsof deze vrouwen passief zijn en geen rol spelen of niet meedoen in de samenleving. Nauwelijks werden zij afgebeeld als mens, iemand die leraar is, vrijwilliger. Een betrokken persoon die er zelf voor kiest om al dan niet een hoofddoekje te dragen. Zo voelt dat ook voor Nederlanders met Aziatische roots.
Onbewust wordt keer op keer negatieve beeldvorming over Aziaten genormaliseerd en herhaald. Stereotyperingen en vooroordelen zijn dusdanig verankerd in de Nederlandse journalistiek dat geen van de redacties ziet dat de berichtgeving niet oké is, of te eenzijdig.
Je zou na de uitgebreide berichtgeving over het feit dat de helft van de Chinese Nederlanders racisme ervaart denken dat er onder in elk geval journalisten meer bewustwording is. Toch is niets minder waar.
Kennis en bewustwording over beeldvorming en anti-Aziatisch racisme ontbreekt. Niet alleen bij journalisten, ook bij journalistieke opleidingen, op redacties, bij producenten, mediahuizen, bij omroepen en kranten. De 1,6 miljoen Nederlanders met Aziatische roots en de lange gezamenlijke geschiedenis van Nederland en Azië ten spijt, de blinde vlek binnen de journalistiek is zo groot als een oceaan.
Dus zeg ik ‘nee’ als ik hoor: ‘Dat kun je wel hebben, toch?’ Nee, tegen wederom een ongepaste vergelijking. Nee, tegen het framen van hardwerkende Nederlandse restauranthouders of Chinees eten. Nee, tegen journalisten en eindredacties die denken dat dit niemand schade berokkent.
En ja, voor het ons samen uitspreken over misstanden en framende beeldvorming in de media, als Nederlanders met en zonder Aziatische roots. Wars van modelminderheidsdenken en van publieke opinie.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!
Je bent niet ingelogd. Log in om andere verhalen te lezen, verhalen op te slaan, bijdragen te lezen en plaatsen, correspondenten te volgen en meer.