Slapeloze nachten door de airco van de buren? Geluidsexpert Erik helpt

Tamar Stelling
Correspondent Niet-menselijk leven
Geluidsexpert Erik Roelofsen meet geluid met een akoestische camera van Sorama, in Arnhem. Foto: Iris Haverkamp Begemann (voor De Correspondent)

Eindeloos kindergekrijs op een speelplaats tegenover je huis, een non-stop zoemende warmtepomp naast je slaapkamerraam: geluidshinder drijft mensen tot wanhoop. Niemand die dat beter weet dan geluidsexpert Erik Roelofsen. Deze keer in De Betrokkenen: de man die mensen onvermoeibaar bijstaat in hun strijd tegen gekmakend lawaai – al wordt het een kruistocht van jaren.

Het is iets dat steeds meer mensen overvalt, opeens: ’s nachts een continue zoemtoon. Je ligt in bed, wil slapen en probeert het te negeren, maar al snel is de zoem niet meer níét te horen. Je kunt het ook niet plaatsen. Wat is het in godsnaam?!

Midden in de nacht sta je op het balkon, je klimt op het dak, je loopt een rondje om het huis. Aha. Het is de nieuwe airco van de buren.

Je klaagt. Buurman doet er niks mee en de gemeente heeft Je kent de juridische weg niet en intussen slaap je steeds slechter. De fantasie om buurmans zoemende hellebox met een knuppel van de muur te slaan neemt nog nét niet de overhand. Vrienden vinden het aanstellerij. Je bent radeloos.

En dan: hoop. Want er is wel degelijk iemand die door geluid getergde mensen uitermate serieus neemt. Iemand die jou als het moet jaren bijstaat in je strijd. Iemand die uiteindelijk zelf maar conceptwetten gaat tikken om situaties zoals de jouwe een handje te helpen.

Dan heb ik het over de vaste expertgetuige van inzake geluidskwesties en directeur van de ingenieur Erik Roelofsen.

Van álle problematiek die een mens aangrijpen kan, wijdt Roelofsen vrijwel al zijn tijd aan het terugdringen van hinderlijk geluid. Waarom? Ik vraag het hem wandelend door een woonwijk aan de A6. Voor wie doet-ie dit?

Heibel in Hengelo

‘Qua schrijnende zaken die ik heb meegemaakt, springen er twee wel echt uit’, begint Roelofsen.

De eerste speelt in Hengelo. Daar koopt het echtpaar Beernink in 2002 voor 550.000 euro een mooie vrijstaande woning. Maar in 2004 wordt pal naast dit huis een kinderdagverblijf geopend. ‘Voor mensen met een zeer zware verstandelijke beperking’, zegt Roelofsen, ‘die niet kunnen praten, alleen schreeuwen.’

De buitenspeelplaats bevindt zich op vijf meter afstand van het huis van de Beerninks. Zij krijgen al snel grote last. ‘De kreten die je hoorde op het terras, dat ging echt door merg en been.’ Roelofsen huivert. De opvang is zes dagen in de week open. De Beerninks mijden voortaan hun tuin en houden ramen potdicht.

‘Kijk, die kinderen kunnen er ook niks aan doen’, vervolgt Roelofsen. ‘Het is de gemeente die gewoon niet heeft nagedacht. Hadden ze de speelplaats aan de andere kant van het kinderdagverblijf aangelegd, dan was er niks aan de hand geweest. Daar woonde niemand.’

Jarenlang proberen de Beerninks eruit te komen met Hengelo. Tevergeefs. Volgens de gemeente wordt er geen geluidsnorm overschreden. Medio 2015 betrekken ze Roelofsen erbij. Kort daarop beginnen de Beerninks met procederen. ‘Dat heeft echt handenvol geld gekost, maar ook zo veel tijd en energie. Je zag die mensen achteruitgaan.’

Gevangen in eigen huis

Waarom dan niet gewoon verhuizen? ‘Om twee redenen’, zegt Roelofsen. ‘Je huis is min of meer onverkoopbaar geworden met zoiets ernaast.’ In 2021 werd de WOZ-waarde van het huis door een rechter vastgesteld op één ton. ‘En ook: het onrecht! Het onrecht dat hun is aangedaan. Sommige mensen zitten daarmee, ikzelf ook. Ik kan daar níét tegen.’

Na een conflict van bijna twintig jaar, waarin Roelofsen het stel zo’n zeven jaar bijstaat, komt er in oktober 2023 een uitspraak van de Raad van State. Hengelo moet kiezen: óf het kinderdagverblijf uitkopen, óf de familie Beernink. Juni dit jaar besluit de gemeente ten langen leste het stel uit te kopen voor acht ton. Ook krijgen ze vijf ton schadevergoeding.

Hinder houdt niet op bij de norm!

‘Bij dat vonnis heb ik wel een traan weggepinkt’, zegt Roelofsen. ‘Krijg nu weer kippenvel.’

Het voorval illustreert goed waarom Roelofsen actief werd voor de Nederlandse Stichting Geluidshinder. In een grijs verleden was hij zelf ook ambtenaar. ‘Ik ging steeds beter zien hoe het bij overheden gaat. De meesten houden zich keurig aan wetten en regelgeving. Maar hinder houdt niet op bij de norm!’

‘Een overheid zegt dan niet verder te kunnen. Dat gaat er bij mij niet in. Soms is iets zó eenvoudig oplosbaar. En ga dan nét een stapje verder. Want dat mag, hè? De overheid mag dat gewoon.’

Akoestische roeping

Met een achtergrond in procestechniek en milieukunde begon Roelofsen zijn werkende bestaan als milieuadviseur bij de gemeentes Brummen en Amersfoort. Hij controleerde fabrieken. Of ze nu papier maakten, buizenpostsystemen (‘dat had je toen nog!’) of etenswaren. ‘Er komt voedsel uit die fabrieken – ik noem geen namen – nou, ik eet het niet meer.’

Roelofsen keek dan: zijn de vergunningen op orde? Is er stankoverlast, luchtverontreiniging, komen er gevaarlijke stoffen in het milieu? Maar dus ook: is er geluidshinder? ‘Daar moest je veel metingen voor doen waar allemaal wis- en natuurkunde achter zit. Dat vind ik geweldige vakken.’

Gegrepen door complexe berekeningen legde Roelofsen zich toe op de akoestische problematiek. ‘Maar tegelijkertijd ervaarde ik wat geluidshinder met mensen doet. De enorme stress, ze kunnen het op een gegeven moment nergens anders meer over hebben. Dat vond ik interessant.’

Blootstelling aan te veel geluid zorgt voor problemen, net als elke andere bron van Je gaat slecht slapen, slecht eten, slecht werken, je krijgt een hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en gaat eerder dood.

Roelofsen: ‘Pel je dat soort klachten af, dan komen ze bij sommige mensen dus gewoon door geluid. Maar stel, jij en ik gaan naar de huisarts met hartfalen, dan vraagt deze niet: woon jij in de buurt van de snelweg? Of onder de startbaan van Schiphol? Die vraagt: gaat het goed thuis, op je werk, heb je andere problemen, gokschulden?’

‘Milieugerelateerde oorzaken van gezondheidsproblemen staan níét op de radar.’

Wanhoop in het Westland

Hoe geluidshinder een mens tot het uiterste kan drijven, wordt duidelijk aan de hand van schrijnende zaak nummer twee, waar Roelofsen zo’n acht jaar pro bono druk mee was. Lacht: ‘Maar niet fulltime, hè! Ik moet ook nog eten en drinken.’

Het betreft een echtpaar in het Westland waarvan de man dagelijks last heeft van laagfrequent geluid, al zeventien jaar lang. De last begon toen op 600 meter van zijn woning, nabij een kassengebied, een

‘Die man klaagt terecht’, zegt Roelofsen. ‘Ik stelde geluidsniveaus vast in de woning waar hij last van kan hebben.’ Maar niemand in zijn straat deelt die last. ‘En ik heb ook vastgesteld waarom dat zo is. Door de golflengte en de toonsoorten komt het geluid precies samen in zijn woning.’ 

Gelukkig voor de man vond Roelofsen dat bij een van de kassen de geluidsnorm werd overschreden. Zo’n overschrijding is nodig als juridisch haakje. Anders kun je een overheid niet dwingen om er iets aan te doen.

Na jaren proberen krijgt Roelofsen de overheid zover dat ze op willen treden. Maar plots pleegt de eigenaar van de warmtekrachtcentrale onderhoud aan zijn installatie en wordt deze vele decibellen stiller. Weg overschrijding.

Ziekmakende overlast

Maar niet weg last. De man blijft klagen. Hij doet vier zelfmoordpogingen en wordt opgenomen bij de ggz. Roelofsen: ‘Hij neemt het hele gezin erin mee, maar er was niks meer aan te doen.’ Nederland heeft wel normen voor normaal geluid, maar niet voor specifiek laagfrequent geluid. En de warmtekrachtcentrale overschreed geen bestaande geluidsnormen meer.

Dus vindt april dit jaar een familiegesprek plaats – met het gezin, een ggz-psycholoog en iemand van de gemeente – om de man dit nieuws te vertellen. Roelofsen: ‘Het was op een dinsdag, eind van de middag. Ik heb de nacht ervoor slecht geslapen en de hele dag met een knoop in mijn maag rondgelopen. Zo van: ik moet hem gaan vertellen dat mijn hulp hier stopt.’

‘Maar deze man heeft serieus ergens last van. Het zit niet tussen zijn oren’, zegt Roelofsen. ‘Al wordt geluidshinder op een gegeven moment wel een psychisch ding. Bij iedereen trouwens.’

Heel Holland zoemt

Toch stopt Roelofsen nooit écht met helpen. Momenteel schrijft hij aan een voorstel voor wettelijke normen voor met de Westlander in het achterhoofd. Op onze wandeling door de wijk aan de A6 is de verdere relevantie daarvan meteen helder.

‘Kijk, heb je weer een airco. Wel zie ik weinig transformatorhuisjes hier. Daar staan nieuwbouwwijken vol mee!’ Transformatorhuisjes voorzien woningen van elektriciteit, maar transformatoren maken geluid. Roelofsen: ‘Allemaal een 100 hertz-zoemtoon. Drama. Eigenlijk moeten ze onder de grond, maar ze hebben koeling nodig, want die dingen worden warm. Maar ja, de huisjes worden weer te goedkoop gebouwd. Dunne muurtjes. Wat hier de makkelijkste oplossing is, is meer massa. Dikkere muren eromheen!’

Bronnen van laagfrequent geluid zijn van oudsher grote machines met een laag toerental, zoals grote pompen, grote ventilatoren en zware apparaten uit de bouw. Die zie je niet heel vaak. Maar ook de kleinere pompen en ventilatoren in airco’s, warmtepompen en transformatoren produceren dus laagfrequent geluid. En sinds de elektrificering van onze energievoorziening – want klimaat – schieten die dingen als paddenstoelen uit de grond. 

Roelofsen ziet de opkomende clash tussen rust en klimaat terug in de stijging van airco-klachten

Daar komt bij dat allerlei geluidswering, zoals geïsoleerde gevels van huizen of geluidswallen bij een snelweg, gemaakt zijn om midden- en hoogfrequent geluid op te vangen. En niet het laagfrequente geluid, dat eenvoudig door muren heen loopt, door z’n grote golflengtes. En die meterslange geluidsgolven leggen dan ook nog eens makkelijk forse afstanden af.

Roelofsen ziet deze opkomende clash tussen rust en klimaat terug in de die binnenkomen bij de Nederlandse Stichting Geluidshinder. Voor de buitenunit van een airco of warmtepomp gelden ook pas sinds Dit was eveneens een missie van Roelofsen, die hier actief voor lobbyde sinds 2017. Toen dat aanvankelijk niet vlotte, stuurde hij wat gedupeerden Deze verhalen brachten Kamervragen voort en al snel kwam het normeringsproces bij de overheid

Het lawaai dat de airco van de buren nu overdag produceren mag, is maximaal 45 dB(A). En ’s avonds en ’s nachts is dat maximaal 40 dB(A) – gemeten

Dat is winst. Maar laagfrequent geluid heeft daarmee nog altijd vrij spel.

Geluidsschaal op de weegschaal

Of geluid hinderlijk is, hangt grosso modo af van twee eigenschappen: hoe hard is het geluid, uitgedrukt in decibel (dB) en welke toonhoogte – of welke frequentie – heeft het, uitgedrukt in hertz (Hz). 

Het menselijk oor hoort niet alle frequenties. Ons bereik is vrij groot – tussen de 20 en 20.000 Hz – maar vooral tonen tussen de 100 en 5.000 Hz horen we echt goed, de rest wat minder. Een toon van 50 Hz met een sterkte van 60 dB hoort een gemiddelde persoon dus een stuk zachter dan een toon van 200 Hz op diezelfde 60 dB. 

Om te corrigeren voor die verschillen in hoe hard we tonen horen, zijn onze geluidsnomen uitgedrukt in dB(A). Waar de A staat voor  

‘Maar de correctie van de A-weging bij de lage tonen is hoog, eigenlijk te hoog’, zegt Roelofsen. ‘Daarom moet dit anders en dat kan ook.’ Zo is er bijvoorbeeld de ‘C-weging’, die veel meer rekening houdt met de lage tonen. Ook bestaan er wegingen speciaal voor laagfrequent geluid, zoals de NSG-curve en de Vercammen-curve. ‘Het komt al wel voor dat rechters de Vercammen-curve verkiezen als juist toetsingskader voor laagfrequent geluid, boven de

Niks is bestand tegen LFG

Hoe het ook zij, de last van laagfrequent geluid lijkt te groeien. Dat zeggen omgevingsdiensten, GGD’en en dat constateert In 2019 zei 3,2 procent van de Nederlanders van 16 jaar en ouder dat ze last hadden van laagfrequent geluid. In 2016 was dat nog 2,2 procent. Ook de slaapverstoring door laagfrequent gedoe neemt toe: van 1,9 procent in 2016 naar 2,6 procent in 2019. Omgerekend zou dat dan gaan om zo’n 460.000 mensen die zich gehinderd voelen en 370.000 mensen die er zelfs wakker van liggen. 

Soms hebben mensen een probleem met een zoemtoon die ze niet kunnen horen

Maar wat vooral opvalt aan de klachten, is hoe zwaar laagfrequent geluid enkelen valt. Daarin is de man uit het Westland niet uniek. 

Het ingewikkelde is dat de een duidelijk gevoeliger is voor laagfrequent geluid dan de ander. Roelofsen laat mensen met laagfrequente klachten ook standaard een gehoortest doen bij de audicien. Daar komt dan een audiogram uit, een grafiek die laat zien wat de klager eigenlijk

‘Soms hebben mensen een probleem met een zoemtoon die ze aantoonbaar niet kunnen horen’, zegt Roelofsen. ‘Dan kan het dat het geluid letterlijk Mensen horen ook niet met hun oren, hè? Maar met hun hersenen. En hersenen produceren soms zelf Een enkele keer is gerapporteerde overlast zo op te lossen met een gehoorapparaat. 

De oplossing: meer groen

Terug in de woonwijk aan de A6 is Roelofsen opgewekt. ‘Het geluid valt hier erg mee.’ Al zien we een snelweg én een bedrijventerrein, we horen vooral het ruisen van bladeren. ‘Ze maskeren veel, maar geven vooral rust hè, die bomen. Groen werkt

Dan: ‘Bomen maken óók geluid. Als ik hier de geluidsmeter omhooghoud, zit ik zo op de 50 decibel. Maar hier stoort niemand zich aan.’ 

Groen tegen de gevel helpt juist om straatgeluid te dempen. ‘Wat ik niet zo prettig vind aan deze wijk: de voortuinen zijn van steen’, zegt Roelofsen. ‘Als deze mensen hun ventilatieroosters openzetten, horen ze ons letterlijk praten. Wat struiken en bomen scheelt zo 5 decibel.’ Dat klinkt misschien als weinig, maar decibel heeft een logaritmische schaal: 3 decibel erbij staat voor een

Ook helpt groen tegen de hitte. Handig: een dik pak klimop tegen de gevel.

En zo heeft Roelofsen tal van geluidstips. Hij is druk ze te bundelen in een ‘Inspiratiegids Geluid’, met hulp van andere akoestici, architecten en ontwerpers. Hopelijk gaat Nederland dan nog eens geluidsoptimaal bouwen en kan Roelofsen zijn NSG opheffen – dat is de droom: wijken niet geplaagd door airco’s, transformatorhuisjes, overvliegende vliegtuigen en spelende kinderen.

En wat was dan de grootste les, na decennia luisteren naar geluidsoverlast? Die toestand met laagfrequent geluid behoeft nog normen, toch zegt Roelofsen: ‘Uiteindelijk lossen normen het geluidsprobleem nooit helemaal op. We moeten de mens helpen zichzelf voor de gek te houden. Dus meer focus leggen op beleving.’ 

‘Want als je de bron niet ziet, heb je er ook minder last van. Al hoor je hem wel.’ 

In de serie De Betrokkenen delen we verhalen van inspirerende mensen die dagelijks bijdragen aan een positieve verandering in de wereld. Lees hier meer