David, een kunstenaar die zijn artistieke belofte net niet helemaal waarmaakte, wordt nachtenlang uit zijn slaap gehouden door een groep hangjongeren die zich onder zijn raam ophoudt. Deels uit wraak, deels uit geilheid, schildert hij een serie homo-erotische portretten van de jongens – het beste werk dat hij in jaren heeft gemaakt. Maar als die er daags voor de opening van zijn expositie achter komen hoe David ze heeft afgebeeld, loopt het gigantisch uit de hand.

Dat is ongeveer het plot van Man maakt stuk, de knappe derde roman van schrijver Maurits de Bruijn. In korte hoofdstukken (soms een paar pagina’s, soms enkele zinnen) voert De Bruijn zijn lezer mee in een verhaal dat eerst verraderlijk kalm kabbelt, om op het laatst ineens om te slaan naar een stormachtige, wild klotsende climax.

Toch: ook onder de relatieve rust aan het begin broeit al een heleboel. David is nogal boos, op van alles en nog wat. Op zijn mutserige buurtgenoten bijvoorbeeld, die de storende hangjongeren ook liever zien verdwijnen, en David bij hun bondje tegen de groep proberen te betrekken (‘Doe jij ook geen oog dicht,’ vroeg de roze buurvrouw en dat vond ik een leuke, zeikerige vraag’). David haat hen echter net zo hard. Ze lijken zich totaal niet bewust van de ruimte die zij innemen, als kapitaalkrachtige yuppen die de oude volkswijk waar ze neerstreken langzaamaan overnemen en vertrutten.

Héél woke en héél edgy

Zo zijn er meer doornen in Davids oog. Succesvollere oud-klasgenoten van de academie die af en toe overwaaien uit Berlijn, vol sterallures over het grootse, meeslepende kunstenaarsbestaan daar; de nietszeggende bezoekers van kunstinstelling fArt, waar David een baliebaantje heeft om zijn huur bijeen te scharrelen; Tom, de galeriehouder die David groots binnenhaalde als hét nieuwe talent, maar wiens interesse al gauw verslapte.

Hij heeft geen idee wat het betekent om je ergens niet thuis, welkom of veilig te voelen 

Tom is het soort Randstedelijke hetero dat zichzelf héél woke en héél edgy vindt, terwijl hij eigenlijk vooral een stijlvollere versie van een burgermansbestaan leidt. Hij koketteert met David als ‘queer artist’ in zijn stal, maar uit elke lege geste blijkt dat hun relatie voor hem puur transactioneel is. Hij heeft geen idee wat het betekent om je ergens niet thuis, welkom of veilig te voelen, en walst in al zijn heteronormatieve onwetendheid over David heen, voor wie dat gevoel minder vanzelfsprekend is.

Toch is Man maakt stuk uiteindelijk een lang mea culpa van David aan Tom. Gaandeweg het boek blijkt dat David iets goed te maken heeft. Wat precies, dat zal ik hier, spoilers indachtig, niet verklappen. 

Het volstaat om te benoemen dat het boek een spannende en bevredigende ontknoping heeft. 

Wie mag ruimte opeisen?

De vraag die uiteindelijk centraal staat in Man maakt stuk is wie ruimte voor zichzelf mag opeisen. Aan wie behoort de stad, de publieke ruimte, de cultuur en de kunst? Wie mag wraak nemen op wie, en wat is daarbij geoorloofd? Wie heeft het recht om de boel kort en klein te slaan als de gang van zaken ze niet zint? En wie wordt geacht zich klein te maken?

David gedijt bij zijn minderheidspositie als queer man, maar is er tegelijkertijd razend over. Het is een spagaat die veel lhbti+’ers zullen herkennen. Queer zijn brengt vaak enorme vrijheid met zich mee. Wie buiten de hokjes valt, ontsnapt immers gemakkelijker aan de verstikkende normen die anderen zo in hun greep houden. Maar die vrijheid komt ook vaak met een hoge prijs: discriminatie, onveiligheid, stereotypering. En, misschien nog wel het ergerlijkst: je constant moeten verhouden tot hetero’s die nauwelijks doorhebben hoezeer ze de maatstaf van alles zijn.

Zodoende sluipt homofobie in elke vezel van het openbare leven en de samenleving, en nestelt zich onder de huid van hen die erdoor geraakt worden. Maar hoe ga je daar vervolgens als queer persoon mee om? 

David kiest ervoor om ermee te botsen. Meer mannen zouden zich eens moeten laten neuken, stelt David al aan het begin – geneukt worden is ten slotte ‘het oprekken van de grenzen, de ultieme vorm van loslaten’. Een man die nooit geneukt wordt, aldus David, is geen ‘complete man’.

In Man maakt stuk ligt hij op ramkoers met de subtiele disciplinerende kracht van homofobie, en degenen die deze bewust of onbewust uitoefenen. De vraag of hij daarin niet óók te ver doorschiet, geeft het verhaal een gelaagde complexiteit die de eenduidigheid van dader-slachtofferdenken bevraagt.

Toch is het ook gewoon heerlijk hoe vreselijk gay dit boek is. David die de jongens onder zijn raam probeert te verjagen door keihard Cher en Kylie Minogue te draaien, en die lethargische momenten vult met The Real Housewives of Beverly Hills en scrollen op datingapp Grindr, maken van hem een queer van vlees en bloed.

De queer cultuur, de camp, de venijnige humor maken Man maakt stuk niet alleen een belangrijke middelvinger naar de verstikkende heteronormen die ook de hoofdpersoon zo hekelt, maar ook een waar feest voor de lezer.

Meer lezen?