Koorddansen op de grens tussen twee wereldmachten: wat Georgië ons leert over geopolitiek
Terwijl de Europese Unie met ze flirt en Rusland druk uitoefent op hun regering, worstelen de Georgiërs met hun identiteit. Van anti-lhbti-wetten tot EU-vlaggen aan elke muur: dit leerde mijn nieuwe thuisland me over de strijd tussen Oost en West – en het leven daartussenin.
Vanuit mijn hotel kon ik de bergen zien die Tbilisi omringen. Dichterbij schuilden straathonden onder de bomen vol granaatappels en vijgen voor de zon. Op de afgebrokkelde muren van een oud stenen huis stond in grote letters: ‘Russians not welcome’.*
Dit was mijn eerste kennismaking met de hoofdstad van Georgië, twee zomers geleden. Het plan was een rustige wandelvakantie. Ik had geen idee dat ik anderhalf jaar later mijn leven volledig zou omgooien om hier te kunnen wonen.
Wat ik zag, die eerste keer, bleek al snel niets bijzonders: politieke statements waren overal in de heuvelachtige straatjes te zien, van anti-Kremlinteksten tot NAVO-vlaggen. Aan de gevels hingen Georgische en Europese vlaggen. Voor ik een tafel kreeg, moest ik in sommige restaurants een contract ondertekenen waarin ik verklaarde tegen Poetin te zijn.* Alles – werkelijk alles – voelde hier politiek.
Het was alsof het wereldnieuws hier tot leven kwam. Na nog twee bezoeken wist ik het zeker: hier moest ik wonen.
De koorddans van de Georgiërs
Georgië ligt in de Kaukasus, een regio tussen Iran, Turkije en Rusland in, geflankeerd door de Zwarte Zee. ‘Ons lot is om er middenin te leven’, hoorde ik een jonge journalist laatst verzuchten toen ze mij bijpraatte over de Georgische politiek.
Om vast te zitten tussen grootmachten, alsof het land ingeklemd is tussen actieve vulkanen – onder constante dreiging van een mogelijke uitbarsting. Zo moest het land zich in de vorige eeuwen verdedigen tegen zowel de Perzen in het oosten als de Ottomanen in het westen.* In de vorige eeuw werd Georgië door Rusland ingelijfd als deelrepubliek binnen de Sovjet-Unie. Dat bleef het land, zeventig jaar lang.
Sinds de EU-toetreding van Bulgarije en Roemenië in 2007 scheidt alleen de Zwarte Zee Georgië nog van de buitengrenzen van de Europese Unie. Georgië is belangrijk voor Europa, niet in de laatste plaats vanwege de doorgangsroutes voor olie en gas over de Kaspische Zee.*
Wie in Georgië woont, ziet hoe de voortdurende strijd tussen het Oosten en het Westen voor zijn ogen wordt uitgevochten. Een strijd die draait om het uitbreiden van invloed, en om het inperken van de macht van de andere kant. Maar het is ook een botsing tussen wereldbeelden. Hoe groter de westerse invloed, hoe meer de nadruk ligt op liberale democratie, rechtsstaat en individuele vrijheden. Rusland daarentegen is een dictatuur en presenteert zich als voorstander van een autoritair model met een vaste leider, nationale soevereiniteit en traditionele waarden.
Georgië moet koorddansen op de grens tussen die twee krachten. In Tbilisi word ik met mijn neus op die balanceeroefening gedrukt. Hier zie je de invloed van twee wereldmachten vorm krijgen in het straatbeeld en in gesprekken. Dit is wat mijn nieuwe thuisstad me leerde over geopolitiek.
Les 1: Symboolpolitiek is nooit symbolisch
Het flirten van Europa met Georgië is vaak symbolisch – voor Europa dan. Het land is nog mijlenver verwijderd van vaste verkering, van een echte aansluiting bij de EU. Toch ondervinden Georgiërs dagelijks de gevolgen van deze prille liefde.
Al in 2006 probeerde Poetin druk te zetten op de economie van Georgië, door sancties in te voeren als straf voor de Georgische sympathie voor het Westen: Georgische wijn werd verbannen van de Russische markt.* De wijnminnende Rus merkte er weinig van – dan maar wijn uit Oostenrijk of Spanje – maar voor Georgische wijnboeren viel hun belangrijkste afzetmarkt weg.
De export daalde drastisch, en daarmee ook hun inkomen. In sommige gevallen moesten wijnboeren tijdelijk helemaal stoppen met wijnbouw. Het dwong de boeren hun wijnen te promoten in andere werelddelen, en na een aantal moeilijke jaren verkopen velen de bekende Georgische oranje wijn nu ook in Europa, Amerika en China.*
In Nederland wordt nationalisme vaak gekoppeld aan conservatisme, maar in Tbilisi ligt dat anders
Een recenter voorbeeld van dat geflirt is de beslissing van afgelopen december om Georgië tot EU-kandidaat-lidstaat te maken. Op dat moment voldeed het land lang niet aan alle criteria. Sterker nog: de Georgische regering neemt steeds vaker besluiten die ingaan tegen (westerse) democratische waarden.
De Europese Raad stemde alsnog in met het kandidaat-lidmaatschap,* en het Europees Parlement benadrukte dat de uitbreiding ‘met het oog op Ruslands agressieve oorlog tegen Oekraïne strategisch belangrijker is geworden en een van de sterkste geopolitieke instrumenten is waarover de EU beschikt’.
‘Tbilisi is de échte hoofdstad van Europa en we zijn allemaal trots op jullie’, hoorde ik Michael Roth, de Duitse voorzitter van de commissie Buitenlandse Betrekkingen van de Bondsdag, op een plein in Tbilisi roepen naar een uitzinnige menigte. Hij bezocht de stad met collega’s uit Litouwen, Polen, Tsjechië en Finland,* om als groepje EU-politici het land te steunen ‘op zijn weg naar de EU’.*
Maar voor Georgiërs is het EU-lidmaatschap veel meer dan een symbool. Het is niet alleen ‘strategisch belangrijk’, het gaat over hun toekomst. Deelname is een langgekoesterde wens: zo’n 80 procent van de inwoners wil bij de EU horen.* De quotes van Roth zijn inmiddels – natuurlijk – met graffiti verspreid door de hoofdstad. Het was een bevestiging van de overtuiging dat Georgiërs deel uitmaken van een bredere Europese beweging.
Tienduizenden mensen gingen dit voorjaar met wapperende EU-vlaggen de straat op om te protesteren tegen een wet die beperkingen oplegt aan media en ngo’s die buitenlandse donaties ontvangen, vooral uit het Westen.* Met zo’n wet is toetreding tot de EU voorlopig onmogelijk.
Het Kremlin, dat een soortgelijke wet in 2012 al invoerde,* juichte de wet toe, terwijl de EU de maatregel vanzelfsprekend bekritiseerde en als reactie het kandidaatschap pauzeerde.* Ik bezocht veel protesten en sprak met tientallen demonstranten. Hun boodschap was unaniem: ‘Wij willen vrijheid en onafhankelijkheid, en daarom willen we Europa.’
Les 2: Nationalisme kan ook progressief zijn
In Nederland wordt nationalisme vaak gekoppeld aan conservatisme, maar een bezoek aan een bar achter mijn huis in Tbilisi leerde mij dat dit hier anders ligt. Voor de deur stond een groep twintigers in wijde spijkerbroeken en op dure sneakers. Ik wurmde me door een groep feestende vrienden en vond een klein tafeltje achterin.
De avond kabbelde voort, er werd gedronken en gedanst door de progressieve voorhoede van de hoofdstad. Rond middernacht ging de muziek uit en zette een jongen plotseling uit volle borst het Georgische volkslied in. Al snel zong de hele bar mee, vol trots met de hand in de lucht of op het hart. Ik was verrast: in Nederland zie je progressieve jongeren niet zo snel het Wilhelmus zingen op een vrijdagavond in de bar, tenzij Oranje speelt.
Europa is de enige plek waar ons bestaan veiliggesteld kan worden
In Georgië merk ik die vaderlandsliefde overal op. Tijdens diners wordt steevast geproost op het vaderland, en voor het slapengaan vertellen ouders hun kinderen verhalen over voorouders die vochten voor hun volk.
Toen ik enkele maanden geleden kennismaakte met Ivane Abramashvili, de directeur van Caucasian House – een organisatie die zich bezighoudt met het beschermen van het culturele erfgoed – vroeg ik hem daarom naar zijn verklaring van dit patriottisme. ‘Wij hebben constant het gevoel dat we moeten strijden voor onze identiteit’, antwoordde hij. Want of het nou de Turken, de Perzen of de Russen waren, er was altijd wel iemand die zijn land wilde veroveren.
Hoe kan een volk dat zo nationalistisch is, tegelijk zo in de ban zijn van de Europese Unie? Aan elk overheidsgebouw hangen twee vlaggen: de Georgische en de Europese. Ze hangen ook in restaurants, clubs en bij boeren op het platteland; ik kijk er inmiddels niet meer van op. En tijdens de massaprotesten dit voorjaar was het draaien van Ode an die Freude – het Europese volkslied – een vast onderdeel.* Zodra het begon te spelen, gingen de telefoons met flitslicht de lucht in, en zag ik de demonstranten dansen op de hymne alsof ze bij een popconcert waren.
Ook zal ik het oorverdovende geluid van honderden toeterende auto’s op de dag dat Georgië zich kwalificeerde voor de achtste finales op het EK voetbal niet snel vergeten. Zodra het laatste fluitsignaal klonk, haastten mensen zich naar hun auto om de overwinning in Georgische stijl te vieren. Een uur lang zag ik een stoet auto’s voorbijrijden, met mensen die uit de ramen hingen met Georgische én Europese vlaggen, terwijl ze werden toegejuicht door feestende voorbijgangers. Nooit eerder zag ik zo’n vreugde om voetbal (en dat zegt wat, als Feyenoord-supporter). De betekenis reikte verder dan sport. Het was een bevestiging: wij horen bij de Europese familie.
Die liefde voor Europa komt, volgens Abramashvili, juist voort uit hun nationalisme. ‘Europa is de enige plek waar ons bestaan veiliggesteld kan worden.’
Les 3: In bufferzones is geopolitiek ook binnenlandse politiek
Of ik nu op het platteland, in de steden of de bergen ben, overal spreek ik mensen die niets liever willen dan een Europese toekomst voor Georgië. Toen ik hierheen verhuisde, verwachtte ik daarom een regering die vastberaden zou zijn om dat te realiseren. Maar al snel ontdekte ik dat die verwachting niet klopte.
De partij die de macht heeft, begon twaalf jaar geleden als pro-Europees.* Haar voorman, de steenrijke oligarch Bidzina Ivanisjvili, vergaarde zijn fortuin in de nadagen van de Sovjet-Unie, maar vertrok in 2002 naar Frankrijk. De rijke zakenman zou bang zijn voor de Russische president Vladimir Poetin. Een jaar later keerde hij terug, om negen jaar later zijn partij Georgische Droom op te richten. Inmiddels neigt zijn partij gek genoeg steeds meer naar Kremlinretoriek.
Regeringsleden, onder wie premier Irakli Kobachidze, verspreiden complottheorieën. Zo beweren ze dat het Westen ‘lhbti-waarden’ oplegt* aan andere landen en een tweede front tegen Rusland in Georgië wil vormen.* Ook de wet die ngo’s en media aan banden legt, laat zien hoe de regering zich steeds verder distantieert van Europa. En de regeringsleden beloofden onlangs vrijwel alle kritische oppositiepartijen simpelweg te verbieden.*
Georgische Droom presenteert zich als een Europese partij, zonder daar daadwerkelijk naar te handelen
Vanwege deze houding hoor ik steeds vaker de vrees dat Moskou de Georgische regering achter de schermen dingen influistert. Maar daar is geen direct bewijs voor. De Britse Kaukasus-expert Thomas de Waal biedt een alternatieve verklaring voor de Georgische toenadering tot Rusland: hij suggereert dat de regering Rusland op deze manier te vriend probeert te houden, om te voorkomen dat het land hetzelfde lot te wachten staat als Oekraïne.
Een andere populaire verklaring voor de meer pro-Russische koers draait om macht. De EU stelt strenge eisen aan kandidaat-lidstaten, vooral op het gebied van democratie en rechtsstaat. Dit zou in Georgië betekenen dat oppositiepartijen en journalisten beter beschermd worden en dat er strenger gecontroleerd wordt op corruptie. Meer Europese integratie betekent ook dat er minder macht in handen is van één partij, en dat die partij onderworpen wordt aan strengere controle – zoals in elk goed functionerende democratie.
In oktober zijn de landelijke verkiezingen, en Georgische Droom staat er in de peilingen goed voor. Vooral buiten de hoofdstad spreek ik veel mensen die nog geloven dat hun regering hen dichter bij Europa brengt. Georgische Droom is immers de enige partij die een EU-kandidaatschap voor elkaar kreeg – hoe kan zij nu anti-Europees zijn? Dat de EU deze status vooral toekende om te voorkomen dat Georgië in de invloedssfeer van Rusland terechtkomt, lijkt veel mensen te ontgaan. En daar speelt Georgische Droom perfect op in, door zich te presenteren als een Europese partij, zonder daar daadwerkelijk naar te handelen.
Sommige Georgiërs dringen daarom aan op EU-sancties tegen hun regering.* Dit zou de regering niet alleen verzwakken, maar ook een duidelijk signaal afgeven aan de Georgische bevolking dat haar democratisch gekozen leiders niet handelen in lijn met de wil van het volk. Door sancties op te leggen, maakt de EU duidelijk dat de regering over grenzen gaat, zo redeneren critici. Maar Europa is voorzichtig en wil naar eigen zeggen de bevolking – die vaak de klappen van sancties opvangt – niet van zich vervreemden.
De les die de regerende partij hieruit lijkt te trekken, is dat zolang de spanningen tussen Europa en Rusland blijven bestaan, ze de macht naar zich toe kan trekken zonder consequenties. Want zowel Rusland als Europa wil Georgië niet kwijtraken. ‘Onthoud’, waarschuwde partijoprichter Ivanisjvili onlangs, ‘zij [het Westen, GK] hebben ons net zo hard nodig als wij hen.’*
Les 4: Mensen in de bufferzone zijn altijd de dupe
De grenzen tussen Oost en West zijn niet alleen politieke scheidslijnen, maar hebben ook een ingrijpende impact op het leven van mensen. Dat is in Georgië voelbaar.
Enkele weken geleden verbleef ik bijvoorbeeld bij een familie op een boerderij in het westen van het land. Op een ochtend riep de vader me naar de tuin. Zijn drie neefjes uit de hoofdstad waren op bezoek. Het was nog geen elf uur, maar de barbecue smeulde al en een fles chacha (Georgische druivenlikeur) ging rond.
Georgiërs moeten géén bufferzone meer zijn. Met andere woorden: ze moeten zich aansluiten bij een van de blokken
Zoals gebruikelijk bij Georgische maaltijden werden er bijna elk kwartier toosten uitgebracht. De gastheer sprak met elke slok steeds langer over zijn vaderland, zijn voorouders of vrouwen. Toen de fles bijna leeg was, hief hij een laatste glas voor zijn broer, een slachtoffer van de oorlog in 2008, toen Rusland Georgië binnenviel en twee regio’s bezette. Het anders zo luidruchtige gezelschap – de drie zonen van het oorlogsslachtoffer – viel stil. Een van de zonen stond op en liep weg, terwijl een andere zich naar mij toe boog en zei: ‘Rusland is de agressor, zowel in Oekraïne als Georgië. Straks zijn wij weer aan de beurt.’
Die angst, dat Rusland meer invloed in Georgië krijgt, is wijdverspreid.* Jongeren vragen zich af hoe hun toekomst eruitziet en of hun studie überhaupt nog zin heeft. Sommige queer-activisten maken zich zelfs klaar om eventueel te vluchten, uit angst voor de Kremlinachtige wetten tegen lhbti+’ers die de regering wil invoeren.
Voor veel Georgiërs is het frustrerend dat ze hun lot niet zelf in de hand hebben. Hoe hoger de spanningen oplopen tussen Rusland en het Westen, hoe meer onrust er is in Georgië. Of zoals de Georgische hoogleraar en voormalig onderminister van Buitenlandse Zaken Amiran Kavadze zegt:* ‘De oplossing voor Georgiës veiligheidsuitdaging ligt niet zozeer in het Georgische beleid ten opzichte van Rusland of het Westen, maar in de ontwikkeling van de relatie tussen het Westen en Rusland.’
Georgiërs begrijpen wat de enige oplossing is. De enige manier om niet voortdurend in een staat van waakzaamheid te leven. Ze moeten géén bufferzone meer zijn. Met andere woorden: ze moeten zich aansluiten bij een van de blokken.
De toekomst van het land is onzeker. Zal de regering haar eigen koers blijven varen, of zullen de Georgiërs hun stem laten gelden? Eén ding is zeker: dit land, dat al eeuwenlang tussen vulkanen ligt, heeft alle eerdere uitbarstingen doorstaan.