Natuurlijk, Bart Vriends, profvoetballer, heeft principes – absoluut. Maar hij heeft ook een bankrekening. En afgelopen zomer kwamen zijn principes en zijn bankrekening frontaal met elkaar in botsing.

Een Saoedische voetbalclub bood hem een driejarig contract, met een maandsalaris van 225.000 euro, een ‘tekenbonus’ van 800.000 euro, en nog wat leuke extraatjes. In totaal: zo’n 8 miljoen euro. Een hoeveelheid geld die een leven verandert – en dan hoeft hij er niet eens iets rottigs voor te doen. Vriends’ tegenprestatie is voetballen in een competitie met supersterren waar hij anders nooit tegen zou spelen.

Voetballers hebben, terecht of niet, als collectief niet bepaald een links-progressieve reputatie. Vriends is uit ander hout gesneden: regelmatig spreekt hij zich uit over tal van politieke issues, al dan niet in de podcast die hij met de ex-profvoetballers Maarten de Fockert en Thomas Verhaar maakt,

Nu heeft hij nooit letterlijk gezegd dat hij nooit naar Saoedi-Arabië zou vertrekken. Maar en op de invloed van het olie- en gasgeld op de sport, lijkt lastig te verenigen met een contract in een land met zo’n dubieus regime. Dus toen er een aanbod lag met krankzinnig veel ‘vervuild bloedgeld met woestijnzand eraan’, leek hij voor een groot te staan.

Of viel dat wel mee, dat dilemma? Toen hij het contract in zijn mail kreeg, precies toen hij in een snikhete vakantiebus in Spanje zat met zijn vriendin, wist hij het eigenlijk meteen al. ‘Dit is’, zei hij, vol ongeloof starend naar het scherm, ‘de laatste keer dat we met het openbaar vervoer reizen!’

De voetbalwereld: ogenschijnlijk gelikt, in de praktijk houtje-touwtje

Het dilemma van de Saoedische transfer (die uiteindelijk toch niet doorging, stay tuned) komt fraai en zelfspotrijk aan bod in een vierluik van de Cor Potcast, dat draait om de vraag: hoe werkt een transfer?

Vriends heeft na hoe fijn hij het daar ook heeft, zin om iets meer van de wereld te zien dan Nederland en Rotterdam-West. En in het buitenland aan de slag gaan is zeer goed mogelijk als voetballer: het werk is overal hetzelfde. Maar hoe doe je dat, hoe regel je dat, hoe komt dat tot stand?

Vriends en De Fockert pakken Vriends’ zoektocht op als journalistiek project. Ze documenteren in de maanden voor de transferperiode van deze zomer alle ontwikkelingen nauwgezet, om als participerende transferjournalisten zo veel mogelijk te weten te komen, en in real time Vriends’ hoop, twijfels, enthousiasme en teleurstellingen te bespreken.

Je krijgt als luisteraar een helder beeld van de internationale markt voor een gemiddelde Eredivisie-speler. Wat blijkt: een transfer regelen is een hoogst ingewikkelde aangelegenheid vol houtjes en touwtjes.

In de liefde, in de oorlog en op de transfermarkt: het doel heiligt de middelen

Clubs lijken geïnteresseerd in Vriends, Vriends is geïnteresseerd in clubs, maar iedereen wil de best mogelijke deal, en dus wacht iedereen af. Als hij graag wil, nemen de clubs de tijd; als een club graag wil, neemt hij de tijd.

Het is als breadcrumbing bij dating, zegt De Fockert: je legt net genoeg contact om iemand warm te maken, om daarna weinig of niks meer van je te laten horen. Dat klinkt vervelend en manipulatief, Maar op de transfermarkt is het ook wel begrijpelijk.

Voor een speler, en zeker een 33-jarige speler, is dit een (misschien wel laatste) grote stap. De keuze moet dus de juiste zijn. En natuurlijk doet het pijn als je net ja hebt gezegd tegen club één en er zich een week later een tweede club meldt met een veel beter bod.

Voor clubs zijn transfers ook precair: hun hoeveelheid geld is niet oneindig, en de honger naar succes enorm. Het is dus verstandig om een speler (of een club) geïnteresseerd te houden, terwijl je doorgaat met zoeken naar andere, betere opties – al was het maar omdat de speler en de verkopende club dat ook doen.

In de liefde, de oorlog en op de transfermarkt heiligt het doel de middelen – maar dit is niet zonder risico’s. De club, of de speler, kan voor een ander kiezen. Of de speler raakt geblesseerd, zoals Vriends overkomt in februari 2024, net als hij superenthousiast is geworden over een transfer naar Brisbane Roar.

De blessure is niet ernstig, maar hij mist wel wat wedstrijden van Sparta, en dat zien ze in Australië ook. Plots blijft het stil op WhatsApp: vinkjes worden blauw, maar antwoorden blijven uit. Totdat Vriends duidelijkheid krijgt: ze twijfelen in Brisbane aan zijn fitheid. Was hij toch maar ingegaan op hun eerste aanbod.

Een transparante markt die toch heel schimmig is

Waarom is een transfer eigenlijk zo moeilijk?

De arbeidsmarkt voor voetballers lijkt transparant, een beetje zoals de huizenmarkt ten tijde van Funda. Je prestaties zijn snel samen te vatten in data; je wedstrijden zijn op video te zien; je salaris en transfersom zijn daar een vrij logische afgeleide van – bij een huis is het niet heel anders. Vraag en aanbod: je zou zeggen dat clubs en spelers elkaar zo kunnen vinden.

Maar zo makkelijk is het niet. Funda’s voor voetballers en clubs zijn er wel, maar echt fanatiek gebruikt Het zijn vooral de tussenpersonen – agenten, makelaars, zaakwaarnemers – die een grote rol spelen op de transfermarkt. Zij kunnen, relatief discreet, clubs en spelers inseinen over elkaars beschikbaarheid.

Met name in de chaos tussen mei en juli, als clubs en spelers promoveren of degraderen, als ze weten hoeveel geld ze ter beschikking hebben, als ze spelers kwijtraken (of niet), spelers behouden (of niet) en als ze nauwelijks tijd hebben om de markt goed te overzien, doen deze tussenpersonen hun werk, door vraag en aanbod bij elkaar te brengen.

De clubs vlooien vervolgens naar spelers die willen komen én betaalbaar zijn. Worden clubs het onderling altijd eens over spelers? Nee, en dat is logisch: de belangen verschillen – trainers denken aan de volgende wedstrijd, directeuren denken aan een volgend seizoen, en eigenaars denken nog wat verder in de toekomst. Het verhaal van een betrouwbaar geachte agent

50 fucking hengels, 0 keer beet

Niet dat dit altijd zo goed werkt. Jaren geleden wilde Vriends al eens naar een ver buitenland; zijn toenmalige zaakwaarnemer kwam alleen met clubs uit België en Hongarije. Dat lag niet aan Vriends: tal van andere zaakwaarnemers benaderden hem met aanbiedingen van clubs waar hij wel oren naar had.

Maar, zoals hij uitlegt in een van de afleveringen van de podcast: hij had een contract met zijn zaakwaarnemer. Dat betekende dat de kopende club twee tussenpersonen zou moeten betalen voor de transfer. En dat hielp niet. Het glijmiddel voor een transfer – zaakwaarnemers – bleek opeens te werken als verstoppende lijm.

Dus pakt Vriends het in 2024 ‘hybride’ aan. Hij geeft een bevriende zaakwaarnemer de opdracht een club voor hem te zoeken (zonder contract), en verder staat hij open voor ieder ander die hem aan een leuke club kan helpen. Een bonte verzameling mensen denkt dat te kunnen.

Een ex-speler van FC Utrecht, een documentairemaker, een luisteraar van de podcast, een speler die makelaar is geworden, een paar LinkedIn’ers, en zelfs zijn vriendin Laura – die alle onzekerheid zat is – probeert het. Ze schiet een ex-directeur van Sparta aan: kan hij niet iets regelen voor Bart?

Raak: dat blijkt hij te kunnen. Sydney FC heeft interesse.

Na een enthousiast Zoomgesprek met Sydneys trainer en hoofdscout is Vriends hoopvol – als een trainer zich bemoeit met een transfer, dan zit het meestal wel goed. Toch?

Toch niet. De communicatie uit Sydney droogt op, ze zeggen terug te bellen, ze stellen een besluit uit, ze kijken om zich heen – enfin, de uitkomst laat zich raden: geen aanbod.

‘50 fucking hengels, 0 keer beet’, appt Vriends aan De Fockert.

Als je tindert terwijl je nog een relatie hebt

Ondertussen heeft Vriends al een daadwerkelijk aanbod op zak: van zijn huidige club Sparta. Flatteus, maar ja: hij wil naar het buitenland. Dit dwingt hem tot leugens en vaagheden als journalisten hem vragen hoe het zit met zijn contractverlenging.

Terwijl hij met Sparta op trainingskamp in Spanje is, voert hij ’s avonds laat via Zoom een gesprek met een geïnteresseerde club; de volgende ochtend liegt hij tegen een verslaggever van RTV Rijnmond dat het gedrukt staat. ‘VRIENDS zit goed bij SPARTA en kijkt niet verder’, wordt de kop van het interview.

YouTube
Interview van RTV Rijnmond met een economisch met de waarheid omgaande Vriends.

Het kan niet anders. Want wat gebeurt er als hij hardop zegt dat hij een andere club zoekt? In het beste geval krijgt hij elke week tien vragen over zijn transfer; in het slechtste geval worden de fans van Sparta woedend. En dan krijgen die acht prachtige jaren waarin hij een clublegende werd,

Johan Derksen zou geen spaan van hem heel laten

Uiteindelijk lukt het – uiteraard via via – met Adelaide United. Een oud-ploeggenoot van Vriends bij Sparta, die zijn carrière bij Adelaide begon, beveelt hem aan, en de club schuift hem snel een contract toe. Vriends neemt het mee op vakantie – ter overweging.

Een paar dagen later meldt zich via Instagram een man namens de club Al-Taawoun uit Saoedi-Arabië. Een paar berichten later krijgt hij een contractvoorstel met een duizelingwekkend salaris en tekenbonus, in die bus in Spanje dus. ‘Vervuild bloedgeld met woestijnzand’, zeker. Maar ja: dit is wel heel veel bloedgeld. Nee zeggen is onmogelijk.

In zijn hoofd is Vriends al bezig met het opstellen van een persverklaring, met het wissen van zijn socialmedia-accounts, met de orkaan die over hem heen raast als Johan Derksen hem zal neerzetten als de klassieke linkse luller, rechtse zakkenvuller. Nee, Vriends hoeft weliswaar nooit meer een bus te pakken, hij zal er ook onder komen te liggen.

Alleen: het voorstel uit Saoedi-Arabië is nep, zo begrijpt hij van een kennis die al bij Al-Taawoun speelt. En inderdaad, als Vriends nog eens goed kijkt, blijkt het profiel op Instagram te zijn gemaakt met kopieën van foto’s van de echte directeur van Al-Taawoun.

En zo eindigt de zoektocht naar de juiste transfer in een overstap naar Australië – in de woorden van De Fockert: ‘Beter Adelaide dan nooit.’

De afleveringen van de ‘Road to Adelaide’ van de Cor Potcast zijn te vinden.

Meer lezen?