De realiteit waarin het kabinet-Schoof leeft, heeft weinig met de waarheid te maken
Zo op het eerste gezicht lijkt het kabinet-Schoof steeds meer op een gewoon kabinet. Het lijkt dan ook een Prinsjesdag als alle andere te worden. Maar wie goed naar de inhoud kijkt, ziet een regeerprogramma vol hele en halve onwaarheden.
Morgen is het Prinsjesdag, en waarschijnlijk zal iedereen er verbaasd over zijn hoe gewóón alles verloopt.
De koning leest straks de troonrede bijna foutloos voor. Het kabinet zal er tevreden bij zitten: dat hebben wij bedacht! Na het ‘leve de koning’ zal driemaal luid ‘hoera!’ klinken en de hoeden zullen als vanouds ravissant zijn.
De waan van de dag zal dan ook zijn dat dit toch eigenlijk een heel normaal kabinet is. De nieuwe ministerraad kreeg eind augustus de begroting in twee weken rond.* Het Centraal Planbureau (CPB) waarschuwde zoals gebruikelijk dat bezuinigingen nodig zullen zijn, maar heeft ook laten blijken dat er komend jaar nog wel een beetje mag worden uitgedeeld.
De minister van Financiën heeft voor de bühne de rol van ‘strenge schatkistbewaarder’ gespeeld – en binnenskamers een aantal frivoliteiten toegelaten, zodat de coalitiepartijen hun doelgroepen kunnen bedienen. De minister-president mag roepen dat ‘iedereen er volgend jaar op vooruitgaat’ – wat niet helemaal waar is, maar goed klinkt. Iedereen zal het erover eens zijn dat de bezuinigingen pas volgend jaar hoeven te worden ingezet en dat het ‘dan pas moeilijk wordt’.
Geen vuiltje aan de lucht; we kunnen straks allemaal met een gerust gevoel verder met de dagelijkse beslommeringen.
Een normaal kabinet?
Prinsjesdag wordt waarschijnlijk business as usual, en dat zal voor de parlementaire pers een opluchting zijn. Na de vele kleine en grote ongelukken bij de formatie valt er nu eindelijk wat positiefs te melden. Naar positief nieuws was het de afgelopen maanden kennelijk hard zoeken.
Zo hoorden we al vroeg in augustus dat minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) ‘een lieve vrouw’ is* en dat premier Dick Schoof Sifan Hassan als ‘een van zijn allergrootste Nederlandse sporthelden’ ziet.*
Het beeld van een normaal kabinet met normale mensen is neergezet – niks ‘racisten’!
Wie Den Haag een beetje kent, weet dat vooral de spindoctors en voorlichters hier hun werk goed hebben gedaan. Het beeld van een normaal kabinet met normale mensen is neergezet – niks ‘racisten’! Als Geert Wilders zich tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een beetje kan inhouden en NSC het ongemakkelijke zwijgen en wegkijken nog wat wil volhouden, gaat het kabinet-Schoof een mooie toekomst tegemoet.
Tegelijk met de begroting presenteerde het kabinet afgelopen vrijdag ook een uitgewerkt regeerprogramma voor de komende vier jaar. Dit zou een uitwerking en concretisering van het hoofdlijnenakkoord worden, die tegelijk aansluit op de meerjarenbegroting. Het regeerprogramma zou veel zeer concrete en realiseerbare voornemens moeten bevatten, wil dit kabinet nog iets meer doen dan bestaand beleid afbreken. Maar nu blijkt dat dit maar zeer ten dele is gelukt: men heeft vooral veel teksten uit het hoofdlijnenakkoord gekopieerd en is kennelijk nog niet veel verder gekomen.
Dat is niet zo verwonderlijk, want het hoofdlijnenakkoord bevat wel erg veel ‘wensdenken’, zo merkte correspondent Simon van Teutem ook al op na de presentatie ervan in mei 2024. De belangrijkste reden daarvoor is dat PVV, NSC, BBB en VVD op de inhoud van het beleid zo ver uit elkaar liggen. Daarbij is er zo weinig onderling vertrouwen en compromisbereidheid dat ze niet verder zijn gekomen dan de beleidsterreinen onderling verdelen en elkaar daarop onbeperkt de ruimte geven. Op hoop van zegen.
Het gevolg is dat veel partijgebonden wensen onverdund in het hoofdlijnenakkoord terecht zijn gekomen. Zonder toetsing aan de realiteit, andere opvattingen of reële schattingen van wat haalbaar is.
Bij vorige formaties lag hier juist de taak van de informateur: door onderhandeling compromissen zoeken die daadwerkelijk uit te voeren zijn. Maar deze keer heeft de informateur nauwelijks kans gezien de partijen echt aan het onderhandelen te krijgen – daarvoor ontbrak het benodigde vertrouwen. Het gevolg is dat het kabinet-Schoof startte met een lijst van wensen en beloften die maar moeilijk met de realiteit van Nederland in 2024 te rijmen zijn.
De manier waarop minister Femke Wiersma (Landbouw, BBB) onlangs een abrupt einde maakte aan het stikstof- en natuurbeleid,* zonder daarbij aan te geven hoe de bindende doelstellingen dan wél gehaald worden, is daar een duidelijk voorbeeld van. De Kamer bleef in verwarring achter, om van de provincies en de boeren maar te zwijgen.*
Dat dezelfde minister een paar dagen later met plannen kwam om de veestapel drastisch te verminderen in verband met het groeiende mestoverschot,* terwijl dat in het hoofdlijnenakkoord nog categorisch was afgewezen (‘Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de veestapel’),* zal de verwarring niet kleiner maken.
Met welke waarheid moeten boeren en beleidsmakers nu rekenen: wat in Europa is afgesproken, wat aan bestaand beleid wordt geschrapt (inclusief het benodigde geld), wat in het hoofdlijnenakkoord staat, of wat deze minister van dag tot dag aan invallen heeft?
En zo leeft deze coalitie op wel meer beleidsterreinen in een realiteit die weinig met de waarheid van alledag te maken heeft.
Geen gezeik, iedereen rijk?
Wat betreft de inkomens belooft de coalitie iedereen te zullen bedienen. Hier geen ‘sterkste schouders’ die de ‘zwaarste lasten’ zullen dragen, maar een populistisch ‘Geen gezeik, iedereen rijk’.
Het hoofdlijnenakkoord belooft namelijk tegelijk de armoede te bestrijden, de hardwerkende Nederlanders met een middeninkomen ‘meer loon naar werken’ te geven én ‘niet verder te nivelleren’.* Dat laatste betekent dat ook de hoogste inkomens erop vooruit moeten gaan, anders is iedere verbetering voor de armen en de middeninkomens tegelijk een nivellering. En dat is taboe.
Het mag dus niet verbazen dat er allereerst twee maatregelen komen die vooral de (zeer) bovengemiddelde inkomens ten goede komen. De gunstige belastingkorting voor expats wordt niet geschrapt, en de mogelijkheid om grote vermogens via het eigen bedrijf belastingvrij door te schuiven naar de kinderen blijft intact. Ook op andere punten, zoals een verdere verlaging van de hypotheekrenteaftrek, houdt de coalitie de hogere inkomens buiten schot.
Wie al rijk is, zit de komende vier jaar goed
Maar de financiële ruimte is de komende jaren beperkt, dus als de welvarende Nederlanders met deze coalitie de buit al snel binnen hebben, wat blijft er dan nog over voor de ‘hardwerkende middengroepen’ en de ‘bijstandsmoeders’? Voor sommige middeninkomens zal de kinderopvang op den duur goedkoper worden en de belastingdruk worden verlaagd door ‘bijvoorbeeld een derde belastingschijf’ (maar ook dat kan nog even duren).
En voor wie in armoede leeft, is het goede nieuws dat ‘het nieuwe kabinet ernaar streeft om de (kinder)armoede niet uit te laten komen boven het referentiejaar 2024’,* en dat er ‘een knelpuntenaanpak voor specifieke groepen onder het bestaansminimum’ komt. Het valt te betwijfelen of de ruim miljoen armen in ons land van deze beloften na 2025 nog een brood kunnen kopen.
De harde waarheid van wijdverbreide armoede en groeiende ongelijkheid in welvaart wordt hier toegedekt met vage beleidsformules. Wie al rijk is, zit de komende vier jaar goed. De rest moet het maar afwachten.
Waarheidsvrij wensdenken over de zorg
Op het terrein van de zorg liep minister Fleur Agema (PVV) in augustus al keihard tegen de grenzen van dit waarheidsvrije wensdenken aan, toen zij het Zuyderland-ziekenhuis in Heerlen bezocht. Door personeelsgebrek worden de ic-afdeling en de spoedeisende hulp van dit ziekenhuis gesloten en geconcentreerd in Geleen.* Heerlenaren zien dit voor wat het is: een gedeeltelijke sluiting van hun streekziekenhuis.
Maar precies tegen dat laatste had Agema zich als PVV-Kamerlid altijd met alle kracht verzet: de streekziekenhuizen moesten volledig openblijven.* Nu kon ze ter plekke de mensen gaan uitleggen dat Heerlen deze dure voorzieningen wel moest sluiten: de directie had geen geld en personeel genoeg om op twintig minuten van Geleen nog een tweede crisisvoorziening te hebben.*
Nu snappen de meeste mensen wel dat een minister een andere verantwoordelijkheid heeft dan een Kamerlid, dus dat is Agema gemakkelijk vergeven. Maar de wens om streekziekenhuizen te behouden staat niet alleen in het PVV-verkiezingsprogramma,* maar ook in het hoofdlijnenakkoord: ‘De insteek wordt dat streekziekenhuizen behouden blijven’.*
Hoe handig ook geformuleerd: dat is dus een belofte van de coalitie en een opdracht voor het kabinet. Maar omdat de alledaagse waarheid van geld- en personeelsgebrek er niet bij staat, mogen we aannemen dat meer streekziekenhuizen de komende jaren afgeslankt of opgeheven zullen worden. ‘Insteek’ of niet.
De waarheid waarin de mensen leven, is dat ze in veel gevallen verder zullen moeten reizen voor intensieve ziekenhuiszorg, juist in de provincie.
De opvangcrisis wordt eerder verergerd dan opgelost
Een ander treffend voorbeeld van onuitvoerbare beloften is het ‘strengste asielbeleid ooit’.
De kern daarvan is dat het huidige tekortschieten van de opvang van asielzoekers wordt gebruikt om de uitzonderingsbepalingen van de Vreemdelingenwet (voor noodsituaties bij een onverwacht grote instroom) te activeren, en vervolgens een tijdelijke Asielcrisiswet in te stellen. Dit alles met het doel direct en zonder tussenkomst van het parlement bepalingen uit de Vreemdelingenwet tijdelijk buiten werking te stellen en bestaande rechten van asielzoekers op te schorten.
Maar het gebruik van de noodverordening en het uitroepen van een ‘asielcrisis’ vragen een deugdelijke onderbouwing: is er wel echt acute nood en sprake van een crisis ? De minister-president gaf dat in zijn persconferentie vrijdag ook toe.* En daar wringt de schoen: een deugdelijke onderbouwing zal moeten bewijzen dat de instroom van asielzoekers zo onverwacht en zo groot is dat die het land voor onoplosbare problemen stelt. De waarheid is dat er helemaal geen onverwacht grote instroom is,* noch dat Nederland meer asielzoekers moet opnemen dan andere EU-landen. De nood zit hem vooral in het tekort aan opvang van asielzoekers, en de gevolgen die dat heeft voor deze mensen.
De aangekondigde maatregelen zullen zorgen voor minder opvangplaatsen
Dat er onvoldoende opvang is voor asielzoekers is volledig door de Nederlandse Staat zelf veroorzaakt. Voorgaande kabinetten hebben asielzoekerscentra gesloten, te weinig woningen voor de doorstroming gebouwd en bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een chronisch personeelsgebrek* laten ontstaan, waardoor vergunningsprocedures steeds langer zijn geworden.
De in het regeerakkoord aangekondigde maatregelen, zoals het intrekken van de Spreidingswet en het verbieden van de voorrang voor statushouders bij de toewijzing van een sociale huurwoning,* zullen zorgen voor minder opvangplaatsen en minder uitstroom uit de asielzoekerscentra, zodat het nijpende tekort aan opvang nog groter wordt.
Je zou dit consistent beleid kunnen noemen. Als je een noodsituatie nodig hebt om aan het buiten werking stellen van de wet legitimiteit te verlenen, doe er dan ook alles aan om die noodsituatie te laten ontstaan. Het was dus van een verhelderende eerlijkheid dat minister Faber al bij de eerste rimpeling in de opvang van Oekraïners begon te kraaien dat de ‘asielcrisis’ een feit was.* Zij kon niet wachten tot ze de noodtoestand kon afkondigen en niet gehinderd door wet- en regelgeving of parlement per decreet kon gaan regeren.
Het regeerprogramma bevat de al in het hoofdlijnenakkoord genoemde maatregelen, maar er staat niet in hoe het steeds acutere tekort dan zal worden opgelost: hoe er meer opvangplaatsen komen, hoe de stagnerende doorstroming uit de opvangcentra wordt vlot getrokken, en hoe de IND-procedures worden bekort zonder fundamentele mensenrechten aan te tasten.
De coalitie sluit niet uit dat zij (in navolging van Duitsland) streng gaat controleren aan de grens.* Maar dat levert nog geen geringere instroom op. En de aangekondigde ‘asielbeslisstop’, die het mogelijk maakt de behandeling van alle asielaanvragen op te schorten, is afhankelijk van een tijdelijke Asielcrisiswet, die er voorlopig nog niet is en eerst langs de Raad van State en het parlement zal moeten. (Misschien een aangewezen moment voor NSC om weer eens zijn ‘rechtstatelijke’ gezicht te laten zien?)
Zoals we in Groot-Brittannië na de Brexit hebben kunnen zien, hebben dit soort symbolische exercities geen afschrikkend effect op asielzoekers, en melden zich in werkelijkheid eerder meer dan minder mensen voor asiel.* De waarheid is dat meer mensen ’s nachts buiten zullen slapen in Ter Apel, de opvang steeds kleiner en voller wordt, en dat de dakloosheid onder ongedocumenteerden zal stijgen.
Geen vergissingen, maar bewuste onwaarheden
Het land staat voor zware opgaven, en het is de vraag hoe het kabinet-Schoof de problemen gaat oplossen.
Met de fractievoorzitters zeer actief op de achtergrond zal het moeilijk zijn realistische keuzes te maken en beloften tot haalbare proporties terug te brengen. Het nu gepubliceerde regeerprogramma geeft te denken dat dit voor het kabinet-Schoof waarschijnlijk te moeilijk is. Nu al kiest men ervoor zo lang mogelijk alle wensen op papier te handhaven, om dan maar te zien waar en wanneer de wal het schip keert. De vaagheid en misleidende semantiek van het hoofdlijnenakkoord zullen zo waarschijnlijk nog geruime tijd worden volgehouden, terwijl financieel en sociaal gewoon een ouderwets conservatief beleid wordt gevoerd.
Bij de huidige peilingen, die voor VVD en NSC geen enkel uitzicht op herstel geven, zal de coalitie daar nog wel een jaar of twee in arren moede mee door kunnen gaan.* Inmiddels hebben de kiezers alle gelegenheid om in de gaten te krijgen dat de vaagheden en grote beloften van het hoofdlijnenakkoord geen vergissingen zijn geweest, maar bewuste onwaarheden. En dat zij dus voorgelogen zijn.
De hele en halve onwaarheden waar het hoofdlijnenakkoord in grossiert, zijn in het voorliggende regeerprogramma en de begroting voor 2025 niet plotseling omgetoverd in een heldere en controleerbare waarheid. Rest de vraag: hoelang kan het kabinet-Schoof doorgaan met ‘ leven in de leugen’?