Luisteraars! Kinderen krijgen is de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker het onderwerp van politiek debat. In de hele westerse wereld daalt het geboortecijfer namelijk, en daar proberen politici een stokje voor te steken.

Maar wat weten we eigenlijk van de oorzaken van het dalende geboortetal? Ik spreek met Esmée Zwiers, econoom aan de Universiteit van Amsterdam, die hier onderzoek naar deed.

Hoe heeft het kindertal zich in Nederland ontwikkeld? En welke invloed hadden de pil, religie, de economische crisis van de jaren dertig en de babyboom na de Tweede Wereldoorlog daarop?

Hoe rijker een land, hoe minder kinderen?

Los van alle periodieke pieken en dalen lijkt één trend duidelijk: hoe rijker een land wordt, hoe meer het kindertal daalt. Dat ligt niet per se voor de hand: meer inkomen betekent dat je je meer leuke dingen kunt veroorloven. Dus waarom niet meer kinderen krijgen?

Economen hebben er de nodige verklaringen voor.

Ten eerste krijgen mensen van oudsher niet alleen kinderen omdat dat ze gelukkig maakt, maar ook om iemand te hebben die later geld in het laatje brengt of voor ze zorgt. De tijden dat je een kind op zijn achtste de velden in kon sturen, zijn gelukkig voorbij. Maar daardoor zijn kinderen wel een steeds duurdere investering geworden: ze zijn langer afhankelijk van hun ouders en gaan langer naar school. Ouders maken daardoor een andere afweging tussen kwantiteit (hoeveel kinderen ze krijgen) en kwaliteit (hoeveel tijd, aandacht en middelen ze aan elk kind kunnen besteden).

Een tweede verklaring: door economische en ethische ontwikkelingen hebben vrouwen meer mogelijkheden gekregen, waardoor de zogenoemde opportuniteitskosten van kinderen hoger worden. Anders gezegd: vroeger offerde je als vrouw niet zoveel op, omdat je vooruitzichten niet veel meer waren dan baren en opvoeden. Nu heb je meer kansen op een carrière, dus voelt kinderen krijgen als een groter offer.

Waarom Zuid-Koreanen zo weinig kinderen krijgen

Nou gold voorheen altijd: hoe hoger de arbeidsparticipatie van vrouwen, hoe kleiner het kindertal. Maar inmiddels is dit verband in de rijkste landen juist weer omgekeerd.

In de landen waarin de arbeidsparticipatie van moeders wordt ontmoedigd, zoals Zuid-Korea (geboortecijfer: 0,8), gaat het kindertal door het putje. Ondertussen blijft het kindertal in vooruitstrevende landen als

Deze verschillen laten zich, zo meent Zwiers, vooral verklaren door de mate waarin vrouwen hun carrière kunnen combineren met een kind. Dat is enigszins onderhevig aan beleid (denk aan: kinderopvang, kinderbijslag, etc.). Maar sociale normen zijn misschien nog belangrijker. Als vaders vinden dat moeders alle huishoudelijke en opvoedtaken voor hun rekening moeten nemen, terwijl moeders inmiddels wat beters te doen hebben, dan krijg je dus Koreaanse toestanden!

De tijden dat vrouwen geen andere opties hadden dan thuiszitten met hun kroost zijn voorbij – gelukkig! Maar wil je het kindertal niet helemaal doen kelderen, dan is het juist verstandig om ervoor te zorgen dat carrière en kind beter te combineren zijn.

Meer lezen & luisteren?