Ik kreeg talloze reacties op mijn boek over armoede. Dit is wat ik ervan leerde
Het wordt hoog tijd dat de maatschappij anders leert kijken naar mensen in armoede. Dat was mijn doel met mijn boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld. En de vele reacties van lezers leerden mij weer meer over het onderwerp.
Sinds de publicatie van Armoede uitgelegd aan mensen met geld, ontvang ik dagelijks reacties en beschouwingen op het boek. Dat gaat van het delen van ellendige levensverhalen tot het nuanceren van wat armoede is en kan zijn.
Dat armoede diep kan steken wist ik al, en ik wist ook al dat er nog een hoop uitlegwerk te doen is voordat de maatschappij anders leert kijken naar armoede. Want de afstand tussen mensen met geld en mensen zonder geld is groot. Ze zien de wereld verschillend en spreken bijna letterlijk een andere taal. En dat bleek ook uit de vele reacties. Dit zijn de belangrijkste dingen die ik leerde sinds het boek uitkwam.
1: Zonder woorden, geen begrip
De grootste groep van de mensen die me persoonlijk aanschreven, bestaat uit mensen die zich in het boek herkennen en er erkenning in vinden. Ik vind het een eer dat ze in het boek woorden vonden om het eigen verleden, het eigen onbehagen en de eigen ervaren spreidstand te begrijpen.
Mirjam schreef me: ‘Oprecht dankjewel voor wat je schrijft en de zaken die je zo helder onder woorden brengt! Het geeft ook mij nieuwe taal. Nieuwe taal om mijn “woede” te articuleren, taal om beter te begrijpen waar de omkeringen zitten.’
Taal is nodig om de wereld om je heen, gevoelens en situaties te begrijpen en te kunnen veranderen. En het zorgt ervoor dat we dat gevoel kunnen delen en een gemeenschap kunnen vinden. Het is ‘ons verhaal’, schreef Shalini me. Daar ben ik het volmondig mee eens. Mijn verhaal is slechts een onderdeel van ‘ons verhaal’.
Tegen al diegenen die zich in ‘ons verhaal’ herkennen of er erkenning in vinden, zou ik willen zeggen: gebruik die woorden vooral, ik heb er geen patent op, en we hebben het keihard nodig dat deze verhalen gedeeld worden. Zelfs als ze moeilijk zijn om te lezen (dat geldt ook voor mij).
Want studie na studie maakt duidelijk dat het begrip tussen de welgestelden die veelal aan de knoppen draaien en de minder welgestelden — die het knoppen draaien ondergaan — er niet kleiner op wordt.*
Hoogopgeleide welgestelden leven steeds meer in een bubbel en omdat er economisch niet zoveel meer voor hen te winnen is, verschuift hun aandacht zich in toenemende mate naar het sociaal culturele.* Belangrijk, maar het onbegrip over armoede wordt er niet kleiner van.
Kijk bijvoorbeeld naar de uitspraak van VVD-leider Dilan Yeşilgöz-Zegerius tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen: ‘Ik zal de heer Timmermans vertellen hoe je uit de armoede komt. Dat doe je door meer te werken en door ervoor te zorgen dat werken loont.’
Nu zijn er ongeveer 370.000 werklozen* in Nederland, dat is nog niet eens de helft van de mensen die in armoede leven.* Wie zich verdiept in armoede ziet juist hoe hard je moet werken en hoe weinig je ervoor terugkrijgt. Daarom zijn er woorden en verhalen nodig om de diepte van armoede duidelijk te maken. Want zonder een goed begrip van die diepte zal armoedebestrijding grotendeels haar doel voorbijschieten.
2: Gebrek aan geld is van alle tijden, maar de rol van armoede verandert
Waar ik van opkeek: de reacties van oudere lezers. Want volgens hen is er een wezenlijk verschil tussen nu en vroeger: vandaag de dag zou er juist minder armoede bestaan dan vroeger.
Of zoals Joop het me mailde: ‘Ik herken nogal wat uit mijn eigen jeugd, hoezeer die in een aantal opzichten ook verschilt van de huidige tijd. Pal na de Tweede Wereldoorlog was bijna niemand rijk en dat scheelde.’
Er zaten in die tijd veel meer mensen in hetzelfde (armoedige) schuitje. Maar sinds de Tweede Wereldoorlog is de wereld natuurlijk erg veranderd. Kijken we naar de ontwikkelingen in de Nederlandse welvaart sinds pakweg 1950, dan zien we ten aanzien van nu een vervijfvoudiging van het gemiddelde inkomen, de levensverwachting die met een decennium is gestegen, langere schoolcarrières en een lagere inkomensongelijkheid.* Wat het aantal hoogopgeleiden betreft: in 1950 was 5 procent van de bevolking hoogopgeleid,* nu is dat meer dan 35 procent.*
In zijn mail – met de spraakmakende titel Armoede uitgelegd aan een oude lul – vat Jos het effect van deze verschuivingen mooi voor me samen:
‘Ik ben veel ouder dan jij, dus ik ben in een totaal andere tijd opgegroeid. Wij waren niet arm, we hadden alleen weinig geld, maar dat was zo erg niet, want we woonden tussen allemaal mensen die in dezelfde omstandigheden verkeerden. […] Dat was wel een voordeel dat tegenwoordig, hier in elk geval, niet meer bestaat, want niets is zo fnuikend als meemaken dat anderen in je directe omgeving het zoveel beter hebben, zonder dat ze daarvoor iets speciaals hoeven te doen of te kunnen.’
En waar staan we nu?
Sinds de jaren tachtig is de inkomensongelijkheid stabiel, maar stijgt de vermogensongelijkheid.* Het jaar 1983 was een kantelpunt voor sociale zekerheid: stevige bezuinigingen en een langzame verandering van de bijstand van laatste doch waardige vangnet tot een wielklem – streng, onrechtvaardig, niet toereikend en gebaseerd op wederkerigheid en activering (voor wat hoort wat).
Het gevolg hiervan is dat het recht op een menswaardig inkomen, zoals bijvoorbeeld bedoeld met de in 1965 ingevoerde Algemene bijstandswet, niet langer bestaat.*
Daarnaast is vorig jaar gebleken dat een verhoging van het minimumloon –of in de woorden van Yeşilgöz-Zegerius: ervoor zorgen dat werken loont – een effectief instrument is om mensen uit de armoedecijfers te krijgen.* Op 16 april van dit jaar stemde de Eerste Kamer tégen een wetsvoorstel om het minimumloon te verhogen.*
Hoe minder armoede, hoe minder begrip voor armoede.
3: Als je een brug wilt bouwen, moet je rekening houden met de overkant
De begripskloof is een feit, maar er zijn ook bruggenbouwers.
Ik krijg ontelbaar veel uitnodigingen van professionals om een kop koffie te drinken, waarbij men mijn advies wil over ‘de moeilijk bereikbare doelgroep’.
Zulk een advies vragen betekent in de praktijk dat men een interventie wil plegen, maar dat deze interventie haar weg niet vindt.
Gera Nagelhout, lector en hoogleraar in gezondheidsonderzoek, deelde een gedachte-experiment dat dit probleem perfect illustreert:
Hoe kan het dat mensen die geen financiële zorgen hebben niet allemaal supergezond zijn? Sommigen hebben overgewicht of drinken te veel alcohol. Soms hoor je van iemand die een hartaanval had gekregen, waarschijnlijk door haar stressvolle baan.
Stel nou eens dat je wilt begrijpen waarom mensen met geld soms ongezond leven en dat je op onderzoek uitgaat. Je begint aan te bellen in een wijk vol mensen met geld en vraagt of zij willen meedoen aan je onderzoek. Bijna niemand wil dat.
Conclusie: mensen met geld zijn een moeilijk bereikbare doelgroep.
Gelukkig zijn er een paar mensen die wel willen meedoen. Je stelt hun allemaal heel persoonlijke vragen over hun manier van leven en hun gezondheid, en je merkt dat ze niet volledig open zijn.
Conclusie: mensen met geld zijn wantrouwend.
Na de analyse van de data schrijf je een rapport met aanbevelingen over hoe mensen met geld gezonder kunnen leven. Je ontwikkelt een gezondheidsinterventie die volgens je onderzoek perfect aansluit bij wat mensen met geld nodig hebben.
Je hangt posters op in de rijke buurt en gooit flyers door brievenbussen met de datum en locatie van de eerste bijeenkomst. Niemand komt opdagen.
Conclusie: mensen met geld vinden gezondheid niet belangrijk en willen niet luisteren naar je adviezen.
Gek voorbeeld? Nee, het is juist schering en inslag bij onderzoek naar arme mensen in arme wijken.
Dat dit soort berichten en inzichten worden gedeeld en besproken, geeft me hoop. Ik vond het heel bijzonder om te lezen dat beschermingsbewindvoerders, sociaal werkers, projectmanagers, wethouders en toezichthouders mijn boek aanbevolen (waarvoor dank!) en daarin openlijk toegaven weleens blind te zijn geweest voor de wereld waarin mensen in armoede zich bevinden.
Bewustwording is de eerste stap naar verbetering.
Een kloof dicht je simpelweg niet in je eentje. Daarom een dikke merci aan alle reageerders!