Van eierkokers tot zeeppompjes: waarom moet overal een stekker aan?

Emy Demkes
Correspondent Consumptie

Wie regelmatig onderweg is, kent ze vast: de automatische zeeppompjes van Sanifair. Je vindt ze bij steeds meer benzinestations langs de snelweg. Er zit een sensor in het apparaat, waardoor je maar je hand eronder hoeft te houden, en er komt een schuimig dotje zeep uit.

Althans, dat is de belofte.

In de praktijk: niks op m’n hand.

Ander pompje.

Ook niks.

Dan het meest linker.

Noppes.

Is dit vooruitgang?

Het is onmiskenbaar een trend: spullen die elektrisch zijn gemaakt, terwijl je je kunt afvragen wie of wat daar beter van wordt.

De voorbeelden zijn legio. Elektrische eierkokers, tandenborstels, zout- en pepermolens, kaasraspen, dekens, cupcakemakers, lampen met afstandsbediening, kaarsen (!) met afstandsbediening, robotstofzuigers. En ga zo maar door.

De belofte van al die apparaten? Dat ze ons leven gemakkelijker, sneller en beter maken. Zo houden we tijd over voor de dingen die er echt toe doen.

Maar is dat ook zo? Voegen ze in werkelijkheid niet onnodige complexiteit toe? Een pan gaat niet zo snel kapot, een elektrische eierkoker wel. En weet jij hoe je die repareert?

Dan kun je denken: ach, voor vier euro heb je

Dat klopt. Maar die wegwerpmentaliteit vreet grondstoffen. Een gewone tandenborstel bestaat uit ongeveer twee materialen, voornamelijk plastics en nylon.

Een elektrische tandenborstel daarentegen: 

  1. Plastic: voor de behuizing en de borstels. 
  2. Nylon: voor de borstelharen.
  3. Rubber: voor de grip op het handvat.
  4. Batterij: gemaakt van kostbare materialen als lithium, kobalt, nikkel en soms mangaan.
  5. Koper: gebruikt in de bedrading en elektrische verbindingen.
  6. Staal en aluminium: voor het aandrijfsysteem en de elektromotor.
  7. Elektronische componenten: printplaten, condensatoren en schakelingen die op hun beurt weer bestaan uit metalen als tin, goud, zilver, palladium en indium.
  8. Magneten: gemaakt van neodymium (een zeldzaam aardmetaal) dat wordt gebruikt in de motor van de tandenborstel.
  9. Lood en tin: voor soldeer op de printplaten.
  10. Oplader en bedrading: die ook weer koper, plastic en andere metalen bevatten.

Niet zo vreemd dus dat de hoeveelheid elektronisch afval die we produceren, enorm is gegroeid. In 1995 werd in Nederland 10,4 kilo aan apparatuur weggegooid per inwoner, in 2022 was dit opgelopen tot Meer dan een verdubbeling. Veel van dat afval is lastig of soms helemaal niet te recyclen. En vooral die kleinere apparaten belanden vaak bij het huishoudelijk afval, waardoor kostbare en milieuvervuilende grondstoffen als kobalt, lithium en tin gewoon in vlammen opgaan.

Maar ja, dan doe je wel minder moeite om een ei te koken, waardoor je weer tijd overhoudt om nieuwe elektrische spulletjes te kopen, om daarmee weer tijd te besparen, die je weer kunt besteden aan shoppen.

Bevredigend? Misschien.

Maar zou het niet juist bevredigender zijn om dingen langzamer te doen? Iets simpeler te houden? Misschien is dat de luxe die we onszelf zouden móéten gunnen.