Hoe beter we kijken, hoe meer dakloze mensen we zullen zien
Hoeveel dakloosheid er is in Nederland? Dat hangt af van de manier waarop je ernaar kijkt. In 55 gemeenten wordt nu een nieuwe, experimentele telmethode ingezet. En die laat zien: dakloosheid is een groter én diverser probleem dan werd aangenomen.
We krijgen langzaam een beter beeld van dakloosheid in Nederland. Héél langzaam welteverstaan, want praktijkmedewerkers en onderzoekers zijn er al jaren van overtuigd dat het aantal dakloze mensen in Nederland systematisch onderschat wordt.*
Dat komt door de cijfers van het CBS, die een vertekend beeld schetsen. Ben je als dakloze bijvoorbeeld nooit bij een gemeente of een opvanglocatie aangemeld, dan is de kans groot dat je niet in de dakloosheidscijfers voorkomt. Omdat lang niet iedereen zijn weg naar de loketten vindt, zijn de CBS-data ontoereikend.
Om meer zicht te krijgen op het daadwerkelijke aantal dakloze mensen in Nederland, zetten onderzoekers van de Hogeschool Utrecht in samenwerking met het Kansfonds in mei 2023 voor het eerst een telmethode in: ETHOS Light. De onderzoekers schatten niet langer op basis van registers, zoals het CBS, maar tellen daadwerkelijk dakloze mensen. Het eerste onderzoek in 2023 werd in Den Bosch en Oss uitgevoerd, maar dit jaar deden 55 gemeenten in verschillende delen van Nederland mee.
Dat tweede onderzoek bevestigde dat er meer dakloze mensen zijn dan gedacht. En dat de groep veel diverser is.*
Ontkrachting van het stereotiepe beeld
Veel mensen gaan uit van het stereotiepe beeld van dakloze mensen: oude, verwarde en dronken mannen. Dat heeft te maken met de manier waarop het CBS dakloosheid in beeld brengt, en op basis daarvan wordt beleid om dakloze mensen te helpen geschreven. Maar door de nieuwe telmethode blijkt dit stereotype achterhaald.
Van de getelde dakloze volwassenen is ongeveer een derde vrouw. In de 55 deelnemende gemeenten werden maar liefst 1.101 dakloze minderjarigen geteld.* Bijna allemaal leven ze met één ouder – in driekwart van de gevallen is dat de moeder. Veelal worden ze dakloos na een scheiding of na een vlucht uit een onveilige thuissituatie.
Allemaal jonge mensen die hard geraakt worden door dakloosheid, maar voorheen vrijwel onzichtbaar waren in de cijfers.
En er kwam nog meer onzichtbaar leed bovendrijven. Er kwamen in de telling ongeveer 1.500 kinderen voor die zelf wel een stabiele plek hebben, maar minimaal één van hun ouders heeft dat niet.* Zij worden indirect geraakt door dakloosheid.
Topje van de ijsberg
Van de getelde mensen in het tweede, uitgebreidere onderzoek heeft bijna 70 procent de Nederlandse nationaliteit. Binnen de 30 procent van de groep van andere nationaliteiten, zijn 78 nationaliteiten vertegenwoordigd. Met 5 procent zijn Polen het meest vertegenwoordigd in die groep.* Maar hier lijkt meer aan de hand.
Slaap je in ruil voor seks ergens op een bank of pit je op de achterbank van je auto, dan ben je volgens ETHOS Light dakloos. Volgens de CBS-definitie niet
Arbeidsmigranten zijn hoogstwaarschijnlijk nog veel meer ondervertegenwoordigd in de getelde groep dakloze mensen. Sowieso krijgen zij meestal geen toegang tot maatschappelijke opvang. Bovendien verblijven zij vaak in precaire omstandigheden in Nederland; één ruimte delen met vijf lotgenoten is helaas eerder regel dan uitzondering.
Niet zelden leven arbeidsmigranten onder de knoet van het uitzendbureau, dat zowat alles voor hen regelt. Hebben ze geen werk, dan krijgen ze niet langer een bed. En het lijkt mij vanzelfsprekend dat die uitzendbureaus er alles aan doen om deze groep vooral niet zichtbaar te maken. Zij zijn dan ook de meest onzichtbare der onzichtbaren, en daar hebben de mensen die hen uitbuiten profijt van.
Wanneer ben je nu écht dakloos?
Hoe meer we tellen, en hoe meer toegang er komt tot alle groepen, hoe meer dakloze mensen we zullen tegenkomen. Maar het beleid voor dakloze mensen wordt vooralsnog niet op de ETHOS Light-telling gebaseerd. Waar liggen de verschillen?
Het belangrijkste verschil is de gebruikte definitie van dakloosheid. Het CBS, de instantie die de schattingen (dus geen daadwerkelijke tellingen) over dakloosheid uitvoert, hanteert een minder brede definitie dan de telonderzoekers.
Verblijf je bijvoorbeeld in een vrouwenopvang vanwege huiselijk geweld, verlaat je een instelling zonder vervolghuisvesting, slaap je structureel in ruil voor seks ergens op een bank, pit je op de achterbank van je auto of verblijf je zonder basisvoorzieningen in een vakantiepark, dan ben je volgens ETHOS Light dakloos. Volgens de CBS-definitie niet.
Want volgens het CBS zijn dakloze mensen ‘mensen die slapen op straat, in portieken, gebruikmaken van laagdrempelige opvang, of incidenteel van opvang bij vrienden of familie’.* Daarbij: ben je minderjarig of boven de 65, dan kom je sowieso niet in de cijfers voor. Voor het CBS zijn jongeren tussen de 18 en 27 jaar oud. Dakloze kinderen tellen niet mee.
Nu zou je kunnen denken: prima, maar mensen in een vakantiepark of caravan hebben toch een dak boven hun hoofd? Klopt. Maar de telonderzoekers kijken juist naar precaire situaties: wel of niet de beschikking over gas, water en elektriciteit; ze letten op onveiligheid, bittere armoede en dus een uitzichtloze situatie; enzovoorts.
Ben je bijvoorbeeld een gescheiden man met wat vermogen die enkele maanden in een hotel verblijft ter overbrugging, dan werd je niet meegeteld. Even je plan moeten trekken is dus iets anders dan dak- of thuisloos zijn en geen zicht hebben op verbetering, aldus de ETHOS Light-telonderzoekers.
Als je naar dakloosheid kijkt in termen van precariteit en onveiligheid, ontmoet je veel, heel veel, verborgen leed. Daarom is het des te belangrijker dat deze telmethode landelijk wordt uitgerold. Pas als we dakloosheid echt zien, kunnen we haar verhelpen.