Papiergeld stelt nooit teleur (dus vertel me niet dat ik moet pinnen)
Op 19 juli zorgden een paar regels computercode voor een wereldwijde chaos.
Door een fout in de software van het computerbeveiligingsbedrijf CrowdStrike vielen meer dan acht miljoen Windows-systemen uit* – niet alleen op laptops, maar ook in billboards, pinautomaten, ticketuitgiftesystemen, en ga zo maar door.
Wat volgde, liet goed zien hoe afhankelijk we zijn van computersystemen.
In Nederland ging het ziekenhuis in Emmen dicht. De site van het UWV was niet meer bereikbaar. Op de vliegvelden Eindhoven en Schiphol waren vluchten vertraagd en geannuleerd. KLM vloog niet meer. Bussen in Almere en omgeving reden niet. Twee haventerminals in Rotterdam werden gesloten.
En dat was alleen Nederland – er zijn wereldwijd honderden voorbeelden van organisaties die last hadden van de storing. Meer dan vijfduizend vluchten werden geannuleerd.* Allerlei mensen konden hun werk niet goed meer doen: huisartsen in Engeland, rechters in de Verenigde Staten, banken in Turkije, supermarkten in Duitsland. En ook verschillende omroepen waren uit de lucht.*
Het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de crash, CrowdStrike, leverde binnen een paar uur een oplossing, en de meeste systemen werkten binnen twee dagen weer.
Maar zo’n storing kan natuurlijk nog een keer optreden – misschien door een fout in de software, misschien zelfs door een cyberaanval. En dan kan het zomaar een stuk langer duren. Hoe kunnen we ons daartegen wapenen? Wat kunnen we leren van de CrowdStrike-storing?
Weet je wat altijd werkt? Papier
Daar valt veel over te zeggen, maar één les mag in ieder geval niet ontbreken: papier loopt niet vast.
Ik bedoel: papier geeft geen blauw scherm als een update misgaat, en kan niet worden versleuteld door ransomware van criminelen. Het wérkt gewoon, ook als de elektriciteit uitvalt, ook als er een overstroming is.
Tijdens de CrowdStrike-storing schreven vliegtuigmaatschappijen dan ook boardingpassen met de hand en schakelden dokters over op papieren dossiers.*
Bij eerdere incidenten zag je hetzelfde. Toen de schermen van overheidsinstanties, ziekenhuizen en scheepvaartmaatschappijen in 2017 op zwart gingen door een cyberaanval, schakelden die ook tijdelijk over op pen en papier.* En toen de Noorse aluminiumfabriek Norsk Hydro werd geraakt door een cyberaanval in 2019, werden mappen met uitgeprinte productieprocessen uit de kelder gehaald. Een medewerker die eerder al zijn werk had uitgeprint omdat hij computers niet vertrouwde, werd zelfs als held geëerd.*
Kortom, in de eerste paar uur nadat IT ermee stopt, is papier een ideaal alternatief. Toch heeft papier één functie die we in Nederland vaak over het hoofd zien: je kunt ermee betalen.
Nederlanders pinnen liever
Er zijn weinig landen waar papiergeld zo impopulair is als Nederland.
Nederlanders hebben van alle EU-lidstaten het minste geld in hun portemonnee (gemiddeld 46 euro) en ze betalen maar 21 procent van hun transacties met contant geld (alleen in Finland ligt dat percentage lager). Meer dan de helft van de Nederlanders vindt het ook niet zo belangrijk om de optie te hebben om met contant geld te betalen.*
De Nederlandsche Bank (DNB) realiseert zich dat die afhankelijkheid van digitaal geld Nederland kwetsbaar maakt.* Stel dat een telecomprovider wordt uitgeschakeld door een cyberaanval en de transacties van één bank vervolgens niet meer kunnen worden verzonden. Dat kan er al snel toe leiden dat mensen in paniek al hun geld van de bank halen.
Om te voorkomen dat die bank failliet gaat, houdt DNB er rekening mee dat hij dan moet verbieden dat mensen geld opnemen. Daarom is het advies ‘wat contant geld achter de hand [te] houden, desnoods in een oude sok’.*
Toch is die sok niet echt de oplossing. Want het echte probleem is natuurlijk dat je bij steeds meer winkels niet meer met contant geld kúnt betalen. Een aanzienlijk deel van sommige branches is pin-only: bioscopen (22 procent), parkeren (16 procent) en apothekers (12 procent).* En dat mag, want winkeliers zijn in Nederland niet verplicht contant geld te accepteren.*
Politieke steun voor papiergeld
De overheid heeft in theorie veel belang bij deze ontwikkelingen, omdat digitaal geld veel makkelijker te traceren is.
Hoe meer betalingen er digitaal verlopen, hoe makkelijker je het kunt detecteren wanneer geld wordt witgewassen. In 2022 diende het ministerie van Financiën een wetsvoorstel in dat contante betalingen boven de 3.000 euro verbiedt. Dat voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer.*
Maar het politieke tij is aan het keren. De Tweede Kamer nam onlangs een amendement op die witwaswetgeving aan, dat winkeliers verplicht contante betalingen tot 3.000 euro te accepteren.* De minister van Financiën gaat die acceptatieplicht nu alvast uitwerken, in afwachting van goedkeuring van de wet door de Eerste Kamer.
Vanuit Europese instituties komt nog meer steun voor contant geld. De Europese Centrale Bank somt de voordelen van papieren geld in ronkende taal op: het biedt ‘vrijheid en autonomie’, ‘waarborgt privacy’ en is ‘veilig’.* En de Europese Commissie heeft in 2023 een stevig voorstel gedaan dat winkeliers in beginsel verbiedt papiergeld en munten te weigeren.* Dat voorstel wordt nu behandeld in de Europese Raad van Ministers.
Wie heeft baat bij het verdwijnen van cash?
Het is ook wel logisch dat juist die Europese instituties in de bres springen voor cash. Want contant geld, dat brengt de ECB zélf op de markt. Contant geld, dat is publiek geld. Digitaal geld is privaat geld, gecreëerd door banken, die in Nederland worden gereguleerd door De Nederlandsche Bank.
Precies dat private geld is kwetsbaar, omdat er – zoals de ECB ook zegt – allerlei tussenpersonen aan te pas komen, zoals banken en betalingsdienstverleners. De systemen van al die tussenpersonen kunnen aangevallen worden, of vastlopen door een software-update. En juist die tussenpersonen zullen de verplichting om contant geld aan te nemen graag zien verwateren, want hun bedrijfsmodel is gebouwd op digitaal geld.
Het blijft daarom onzeker of het voorstel van de Europese Commissie zal worden aangenomen. Maar met de chaos van de CrowdStrike-storing afgelopen zomer hebben overheden in ieder geval een krachtig argument vóór contant geld.