Waarom slimme mensen domme dingen zeggen (en dat gevaarlijk is)

Vandaag, 4 november, publiceren wij het nieuwe boek van Sander Schimmelpenninck, De domheid regeert. Daarin laat hij zien hoe gespeelde domheid een politieke strategie is geworden waarmee je talkshows kunt vullen, verkiezingen kunt winnen én die onze democratie bedreigt.
VVD-leider Dilan Yeşilgöz die met haar ‘nareis op nareis’-waarschuwing een loopje met de waarheid neemt. BBB die weigert zijn partijprogramma te laten doorrekenen. Geert Wilders die asielzoekers de wooncrisis in de schoenen schuift. Tv-presentator Raisa Blommestijn die de problemen met vuurwerk verbindt aan migratie. Een premier die in een populaire talkshow wordt gevraagd ‘of hij nog geneukt heeft’.
Het zijn allemaal voorbeelden van wat Sander Schimmelpenninck in zijn boek De domheid regeert: Hoe opzettelijke onwetendheid een politieke strategie werd ‘een cultivering van domheid’ noemt.
Nu is ‘domheid’ een gevoelig woord in Nederland, omdat het al gauw wordt geassocieerd met ‘lage intelligentie’. Maar dat is niet de ‘strategische domheid’ die Sander Schimmelpenninck in zijn boek aan de kaak stelt. Het gaat hem om de ‘opzettelijke onwetendheid’ die een politieke strategie is geworden: beter weten, of kunnen weten, en toch vasthouden aan bewezen onwaarheden, onterechte beschuldigingen en misleidende frames.
Polariseren heeft een functie
Dit soort opzettelijke onwetendheid heeft Nederland steeds meer in haar greep. Wie domheid verspreidt, komt in talkshows, wint verkiezingen en schopt het tot een influencer van formaat.
Ons publieke debat wordt op die manier overspoeld met feitelijke onjuistheden en drogredenen, die als doel hebben het vertrouwen in de democratie, de wetenschap, de journalistiek en de politiek te ondermijnen.
Een groot probleem, vindt Sander, waar niet lichtzinnig mee moet worden omgegaan. Want er staat veel op het spel: hoe meer de ‘makelaars van domheid’ het publieke debat domineren, hoe groter het gevaar voor de democratische rechtsstaat wordt.
Daarom neemt Sander in zijn boek geen blad voor de mond: het taboe op het benoemen van deze strategische domheid moet worden doorbroken. Polariseren, vindt hij, is dan ook niet iets wat moet worden voorkomen, uit angst voor groeiende tegenstellingen en onbegrip aan ‘de andere kant’.
Nee, polariseren heeft een functie. Alleen op die manier kun je écht stelling nemen tegen de ‘wapens van domheid’ waarmee het vertrouwen in de democratische rechtsstaat wordt ondermijnd. Het doel: de open, democratische samenleving beschermen tegen populisme en leugens. Een missie waar wij ons helemaal in kunnen vinden.