Schreeuwerige gokreclames en volle verslavingsklinieken. Zo liet de overheid de online gokmarkt winnen
Ondanks waarschuwingen van wetenschappers, zorgverleners en Kamerleden werd online gokken in 2021 legaal in Nederland. Terwijl de staat goed verdiende aan TOTO en Holland Casino, werden we overstelpt met gokreclames. Verslaving? Ach, wat was de kans...
Django is 28 jaar oud en alles kwijtgeraakt. Zijn relatie is stuk, hij mag zijn zoon nog maar twee keer per maand zien en hij moet begeleid wonen, vertelt hij in een aflevering van BOOS (BNNVARA) aan Tim Hofman.* Hij is een van de duizenden Nederlanders die in behandeling zijn vanwege hun gokverslaving.*
In oktober 2021 werd online gokken in Nederland gelegaliseerd en werden reclames voor die goksites direct toegestaan.* De markt kreeg vrij spel. Sterker nog: de overheid stookte de markt op door belastinggeld te pompen in reclames voor (de facto) staatsbedrijven als TOTO* en Holland Casino.*
Studies tonen aan dat gokken geen onschuldige hobby is. Het kan leiden tot minder spaargeld,* schulden* en zelfs huiselijk geweld.* Beleidsmakers sloegen waarschuwingen van experts over de risico’s van (online) gokken in de wind, grepen niet in toen het inderdaad misging en leken niet te beseffen dat verslaving vrijwel onomkeerbaar is.
Deze week, drie jaar na de legalisering van online gokken, concludeert het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) in een grootschalige evaluatie dat kwetsbare spelers onvoldoende zijn beschermd.*
Hoe kon dit gebeuren?
Fred Teeven (VVD), op dat moment staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dient een wetsvoorstel in.* Hij wil online gokken in Nederland legaliseren. Er zijn dan naar schatting al zo’n 750.000 spelers in Nederland,* maar op illegale websites gelden geen regels en houdt niemand toezicht. En omdat het illegale sites zijn, brengen ze de overheid bovendien geen belastinginkomsten op.
In sommige andere Europese landen kan online al wel legaal worden gegokt. Nederland loopt achter, vindt Teeven. Hij ziet zijn voorstel dan ook als een ‘modernisering’ van het kansspelbeleid.*
Voor hij staatssecretaris werd, kwam Teeven zelf ook weleens in Holland Casino. Hij weet naar eigen zeggen dus waarover hij het heeft.* ‘Het is voor mij geen duister gebeuren.’ En nu ziet hij mogelijkheden: met dit voorstel wil hij de illegale markt aanpakken, belasting kunnen heffen over de winsten en consumenten eerlijke kansen bieden dankzij marktconcurrentie.
Geen gek idee.
Op deze manier kan gokverslaving ook nog eens worden voorkomen, ziet Teeven.* Anders dan op illegale goksites kan de overheid op legale sites beter toezicht houden, minderjarigen beter van de sites weren en ingrijpen als ze ziet dat spelers de controle verliezen – die worden doorverwezen naar instanties die passende zorg bieden.
Vergeleken met de preventiemaatregelen in andere EU-lidstaten is het wetsvoorstel van Teeven zeer stevig, meent hij.* Eigenaars van legale goksites moeten straks niet alleen ‘kwetsbare groepen beschermen’, maar ook ‘misleidende reclame tegengaan’.
Wel zitten er wat vreemde gedachtekronkels in het wetsvoorstel. Allereerst zijn er weinig harde maatregelen om verslaving mee tegen te gaan. Volgens Teeven is die verslaving ‘gewoon een inherent risico van kansspelen’. Van elke 200 euro aan belastingopbrengsten gaat dan ook maar 1 euro naar een verslavingsfonds.* Bovendien is het goed mogelijk dat probleemspelers en minderjarigen die van legale sites worden geweerd, gewoon naar illegale sites uitwijken. Wie houdt dat in de gaten?
Maar het opmerkelijkste aan het voorstel: Teeven wil niet alleen het online gokken legaliseren, maar ook reclame voor gokken toestaan. Omdat hij met legale goksites zo snel mogelijk 80 procent van de markt wil veroveren, moeten die sites de ruimte krijgen om te adverteren.
Een pleidooi voor gokreclames strookt niet bepaald met het streven naar minder gokverslaafde mensen. Dat levert nogal verwarrende formuleringen op, zoals: ‘Deze reclameactiviteiten mogen echter niet de deelname aan kansspelen stimuleren.’
Na een uitgebreide consultatieperiode met verschillende belanghebbenden wordt het voorstel van Teeven behandeld in de Tweede Kamer.* Zijn partij, de VVD, bijt de spits af en schetst een beeld van het voorstel als een law-and-ordermaatregel tegen schimmige goksites.
‘Net doen of online gokken niet bestaat, net doen alsof je illegale gokaanbieders succesvol kunt aanpakken als er geen enkel legaal alternatief is; dat is misschien wel de gevaarlijkste gok die partijen vanavond kunnen nemen’, stelt Jeroen van Wijngaarden (VVD). ‘Illegale aanbieders hebben lak aan zorgplicht.’
Niet alle partijen zijn enthousiast. Carola Schouten, op dat moment Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, maakt zich zorgen. ‘Volgens instanties die er kennis van hebben, zoals GGZ Nederland, is het een groot gevaar dat dit wetsvoorstel zal leiden tot meer gokverslaving’, zegt ze.* Ze verwijst naar een Deens onderzoek dat vijf jaar na de invoering van vergelijkbare maatregelen een stijging van het aantal verslaafde jongeren laat zien van wel 350 procent.*
Roelof Bisschop (SGP) laakt de ‘dubbele houding’ van de voorstanders als het gaat om het reclamebeleid: ‘De reclame mag er niet toe leiden, zo staat er, dat mensen die niet van plan zijn om mee te doen, tóch nog mee gaan doen. [...] Onzes inziens is dit een beetje kortzichtig.’
De waarschuwingen hebben weinig effect: op 7 juli 2016 stemt een Kamermeerderheid van onder andere PVV, VVD, PvdA, D66 en GroenLinks vóór het voorstel van Teeven.*
De kansspelbelasting* wordt vastgesteld op 29 procent, iets hoger dan in het oorspronkelijke voorstel. En op initiatief van Mei Li Vos (PvdA) wordt in het voorstel ook een landelijk loket opgenomen dat spelers van informatie en advies kan voorzien.*
Dan debatteert en stemt de Eerste Kamer over het wetsvoorstel. Tineke Strik (GroenLinks) ontwaart tegenstrijdigheden. Die reclames worden natuurlijk niet alleen opgemerkt door mensen die al gokken. Ze lokken ook nieuwe spelers. Wat gebeurt er als plotseling veel meer mensen het risico lopen gokverslaafd te raken? Wat is beter: 79.000 illegale probleemspelers of 150.000 legale gokverslaafden?*
Strik pleit daarom voor een algeheel verbod op gokreclames zodra het gokken gelegaliseerd wordt. Mocht blijken dat een legaal marktaandeel van 80 procent niet haalbaar is zonder reclame, dan kan dat verbod worden heroverwogen. Strik dient een motie in en wordt daarbij gesteund door de SP, de SGP, de Partij voor de Dieren, 50PLUS, de Onafhankelijke Senaatsfractie en Mirjam Bikker, op dat moment nog Eerste Kamerlid voor de ChristenUnie.
De motie wordt verworpen door PVV, VVD, D66 en PvdA.*
Een week later stemt een meerderheid in de Eerste Kamer, inclusief GroenLinks, vóór het legaliseren van online gokken – inclusief reclames. En het voorstel wordt wet.
Helma Lodders, die elf jaar Tweede Kamerlid was voor de VVD en die tot begin 2021 gokken in haar portefeuille had, stapt uit de politiek en wordt voorzitter van de branchevereniging voor online gokbedrijven (VNLOK).* Daar gaat ze lobbyen voor gokclubs die een vergunningsaanvraag hebben ingediend bij de overheid omdat ze hun diensten ook online willen aanbieden.
De wet is van kracht, en elf gokbedrijven die van de overheid een vergunning hebben gekregen pakken op tv, radio en internet de kans om nieuwe spelers aan te trekken.* De marketingmachine van de gokindustrie draait op volle toeren: in oktober en november verschijnen er maar liefst 272.812 reclames voor online gokken op tv en op internet. Dat is 115 procent meer dan een jaar eerder in die twee maanden.
Staatsbedrijven pompen in twee maanden tijd 11 miljoen euro in campagnes om Nederlanders naar hun virtuele goktafels te lokken. BN’ers als Hans Klok en Kim Feenstra verschijnen in flitsende reclames, met oud-voetballer en ‘Koning Toto’ Wesley Sneijder op een speelkaart.* In de maanden die volgen stijgt het aantal uren dat Nederlanders op goksites doorbrengen met 50 procent.*
Django is op dat moment afgekickt van zijn gokverslaving – denkt hij. Tot hij de reclames ziet. Hij verliest in korte tijd tienduizenden euro’s op goksites.
De plotselinge stortvloed aan gokreclames valt op. Hoewel die pas laat in de avond op tv mogen worden uitgezonden, kunnen online reclames op elk moment opduiken. Bijvoorbeeld op de site van Voetbal International. Bovendien zit er geen limiet aan het aantal gokcommercials per reclameblok. Het gaat dus maar door.*
Mirjam Bikker (ChristenUnie) en Michiel van Nispen (SP) dienen een motie in voor een tijdslot waarbinnen reclames voor gokken online getoond mogen worden. Van Nispen benadrukt dat die reclames wat hem betreft helemaal verboden moeten worden, maar gelooft niet dat daar een meerderheid voor te vinden is.*
Op 16 december probeert hij het toch. Van Nispen dient een motie in voor een volledig verbod op ‘ongerichte’ gokreclames. En tot zijn verrassing vindt hij een Kamermeerderheid. De PvdA, die in de Tweede Kamer én de Eerste Kamer nog vóór de wet – inclusief reclames – stemde, is van standpunt veranderd.*
En dan is het aan het demissionaire kabinet-Rutte III.
Na de jaarwisseling reageert VVD’er Sander Dekker, demissionair minister voor Rechtsbescherming, op de motie van Van Nispen. Hij denkt dat afspraken ‘in het kader van zelfregulering’ en toezeggingen van tv-zenders voor nu voldoende zijn. ‘Hiermee wordt naar verwachting zowel de totale hoeveelheid reclame beperkt als de kans verkleind dat jongeren reclames voor risicovolle kansspelen zien.’
Dekker sluit restricties in de toekomst niet uit, maar wil pas ingrijpen als het marktaandeel van 80 procent binnen is. En het reclameverbod dan, waar een Kamermeerderheid voor pleit? ‘Voordat [...] verdergaande beperkende maatregelen in overweging worden genomen, is een gedegen analyse van de mogelijkheden en de effecten daarvan nodig’, zegt Dekker.
Dat mag een volgend kabinet oplossen, lijkt de boodschap. Vreemd, want de Tweede Kamer maakt zich ernstig zorgen. Als je verslaafd raakt, omdat je door gokreclames wordt verleid, is de kans groot dat je daar de rest van je leven niet meer vanaf komt.* In de motie werd dan ook gevraagd om een ‘zo snel mogelijk verbod’. De urgentie die het kabinet voelde toen het ging om het veroveren van de markt, lijkt in dit geval zoek.
Franc Weerwind (D66) volgt Sander Dekker op. Michiel van Nispen wil nog altijd vaart maken, en gebruikt in februari het recht van interpellatie om buiten de plannen van het kabinet om in debat te gaan over zijn motie. Die werd immers wel aangenomen, maar er is vervolgens niets mee gebeurd.
‘Het is eigenlijk echt heel erg simpel’, zegt Van Nispen. ‘Meer reclames betekent meer gokken, meer financiële problemen en verslavingsproblematiek en uiteindelijk meer maatschappelijke kosten. De markt zelf gaat dit echt niet oplossen. [...] Wij zullen als politiek de markt dus moeten beteugelen.’ Henk Nijboer (PvdA) valt hem bij en spreekt van de ‘enorme ellende onder veel kwetsbare mensen’.
Maar Weerwind is niet overtuigd. Hij wijst erop dat het aantal reclames al is afgenomen, en dat een algeheel verbod op die reclames een wetsaanpassing vergt. Dat zal allemaal heel lang duren, zegt hij. Wat hem betreft handelt hij daarnaast al ‘in de geest van de motie’, en hij is druk bezig met het voeren van ‘gesprekken met stakeholders’ en het ‘onderzoeken van juridische aspecten’.
Kees van der Staaij (SGP) spreekt van ‘een grote fout’ wat betreft de legalisering. ‘Het is goed dat de minister de geest van de motie deelt, peilt en steunt, maar graag [zie ik] ook nog meer concrete invulling om wat de motie vraagt ook voor elkaar te krijgen.’
Ruim een maand na het debat schrijft Weerwind aan de Tweede Kamer dat hij van plan is ongerichte reclame voor gokken ‘op korte termijn’ te verbieden.* Wat hij precies bedoelt met die ‘korte termijn’ is onduidelijk. Wel zegt Weerwind dat het vanaf deze zomer al niet langer is toegestaan om bekende gezichten te gebruiken in gokreclames. Sjaak Swart en Ellie Lust, bijvoorbeeld. En Koning Toto. Een minuscuul stapje voorwaarts.
Weerwind wijst op beloften die de gokbranche zelf heeft gedaan: wéér wordt ingezet op zelfregulering. Gokreclames beginnen nu een uurtje later op tv (vanaf tien uur ’s avonds in plaats van negen uur) en er komen geen gokreclames meer langs op de radio of in de openbare ruimte, zoals in bushokjes en op billboards.*
Die zomer vraagt een journalist van het AD aan oud-voetballer Andy van der Meijde hoeveel geld hij misloopt nu hij niet meer het gezicht mag zijn van goksites. Hij lacht en weigert getallen te noemen – ‘Maar het is heel veel.’ Hij vindt het schijnheilig van de overheid. ‘De staat verdient er goed aan, en blijft toch gewoon reclame maken.’*
Verslavingsklinieken slaan alarm.* Sinds de nieuwe wetgeving van kracht is, melden steeds meer gokverslaafden zich. Bij sommige klinieken komen wel 50 procent meer aanmeldingen binnen. Veel van jonge mensen, zoals Django, die door hun verslaving diep in de schulden zijn geraakt.
De Rijksoverheid verspreidt een persbericht met de kop ‘Verbod op ongerichte gokreclames en sponsoring’.* Gokbedrijven mogen ‘per 1 januari 2023 geen ongerichte reclame meer maken voor hun gokaanbod’.
Ineens lijkt de missie van Van Nispen volbracht. Maar schijn bedriegt: verderop in het bericht blijkt dat het alleen gaat om tv, radio en publieke binnen- en buitenruimtes. Advertenties op internet en in e-mails zijn voorlopig nog wél toegestaan – precies waar jongeren ze waarschijnlijk het vaakst tegenkomen.
Drie maanden voordat het verbod uit het persbericht zal ingaan, blijkt dat Weerwind die deadline niet gaat halen.* Dit vanwege ‘alle vereiste procedures’. Van Nispen vindt het onaanvaardbaar: er is het afgelopen jaar bij elkaar al een half miljard aan euro’s vergokt, en spelers verliezen stuk voor stuk gemiddeld wel 153 euro per maand.*
Bikker vreest bovendien dat gokbedrijven straks all-out gaan voor het WK. Ook Weerwind is daar bang voor. Hij doet ‘een moreel beroep’ op de brancheorganisaties.*
Sinds gokken legaal is, zijn er halverwege 2023 al bijna een half miljoen nieuwe gokkers bij gekomen.* Ruim 60 procent van de spelers is nieuw: voordat de markt werd gelegaliseerd en overal reclames te vinden waren, speelden ze nog niet mee.
562 dagen nadat de motie van Michiel van Nispen een meerderheid haalde, 1.600 dagen na de waarschuwingen van Tineke Strik in de Eerste Kamer, worden ongerichte reclames voor online gokken eindelijk verboden.
Tenminste: reclame via internet blijft gewoon bestaan, zolang websites met online gokreclames kunnen aantonen dat hoogstens 5 procent van de kijkers onder de 24 jaar is, en ze iedere bezoeker de optie bieden om de reclames niet te zien.* Gokbedrijven mogen ook nog een jaar doorgaan met het sponsoren van programma’s en evenementen, en nog twee jaar met het sponsoren van sportclubs.
Dat laatste is nogal een dingetje: in 2023 zien miljoenen voetballiefhebbers Unibet bij Ajax, GGPoker bij FC Emmen, BetCity bij Vitesse, Kansino bij AZ, en staatsbedrijf TOTO bij PSV, Feyenoord, ADO Den Haag, FC Groningen, FC Twente, FC Utrecht, RKC Waalwijk, SC Heerenveen, Sparta en Willem II.*
Django doet zijn verhaal bij BOOS. De naam van de aflevering: ‘Hoe de goklobby jouw leven kan verwoesten’. Hij gaat met Tim op bezoek bij Helma Lodders, het voormalige VVD-Kamerlid dat nu aan het roer staat van de branchevereniging. Hij legt rustig uit dat hij alles in zijn leven is kwijtgeraakt door online gokken en nu zeven dagen in de week psychiatrische hulp nodig heeft.
‘Heb je enig idee dat die reclames de reden zijn geweest dat mijn leven nu zo verwoest is?’ vraagt hij Lodders.
Ze zegt tegen Django dat illegale aanbieders van gokreclames nu eenmaal geen zorgplicht hebben en dat de reclames nodig waren om mensen bij die gevaarlijke sites weg te halen. Om te kanaliseren. ‘Het doel van de wet’, zegt ze, ‘is niet om de markt te vergroten.’
Maar ja, dat is wel gebeurd.
‘Nogal ontwijkend’, vindt Django haar antwoord. ‘Naar mijn idee heeft ze totaal geen onderzoek gedaan bij de juiste instellingen, wat een gokverslaving daadwerkelijk is en wat de triggers daarvoor zijn.’
En het wordt alleen maar erger. Het aantal gokverslaafden dat in de zorg wordt behandeld, neemt in 2023 met 24 procent toe, zo blijkt uit cijfers van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem.* Er staan ook nog mensen op de wachtlijst en veel verslaafden zoeken pas hulp als ze in grote financiële problemen terecht zijn gekomen. Soms pas na jaren.
Volgens cijfers van onderzoeksbureau Ipsos gokt inmiddels 16 procent van de Nederlandse volwassenen online, vergeleken met 13 procent in 2023 en 11 procent in 2022.*
‘Het kwaad is al geschied’, vertelt behandelaar Bas Brons in Trouw. ‘Het gokken is genormaliseerd. Het zit bij jongeren in het systeem, en ze zoeken desnoods naar illegale alternatieven.’ Zo doet een op de negen jongens tussen de 10 en 16 jaar al mee.* En waarschijnlijk zijn het er meer, want dit zijn zelfgerapporteerde gegevens.
Onderzoek van De Groene Amsterdammer en de Data School (Universiteit Utrecht) onthult niet veel later dat sociale media worden overspoeld met honderden gokadvertenties die specifiek op jongvolwassenen zijn gericht.* Opvallend genoeg blijkt staatsbedrijf Holland Casino hierbij het vaakst in de fout te gaan.
Drie jaar na de legalisering van online gokken en gokreclames kom je ze op internet moeiteloos tegen. Kijk je op Voetbal International, waar elke dag tienduizenden bezoekers komen, dan zie je nog steeds een groot blok van de ‘Wedden-partners’.
‘Nieuw bij TOTO? Speel €10 en ontvang €50 aan Free Bets!’
‘Welkomstbonus: €50 aan Free Bets na je eerste inzet!’
En dat ondanks de waarschuwingen nog voor het voorstel wet werd, de kritische meerderheid in de Tweede Kamer, de alarmerende cijfers over nieuwe gokkers en de noodkreten van verslavingsdeskundigen.
Ik vraag oud-Kamerlid Van Wijngaarden (VVD), destijds voorvechter van de wet, wat de overheid nu zou moeten doen. Het aantal verslaafden blijft toenemen. Hij stelt dat de wet een infrastructuur heeft opgeleverd waar we het probleem mee kunnen aanpakken, met een toezichthouder die de markt door en door kent. Er zijn nu legale aanbieders en het levert belastinginkomsten op. ‘De wet is zowel het probleem als de oplossing’, concludeert hij.
‘Zelfregulering’ bleek een rookgordijn
Maar het WODC is onverbiddelijk: de overheid deed niet genoeg. Terwijl honderden miljoenen naar reclamebudgetten gingen en de gokindustrie miljarden verdiende, werden kwetsbare burgers enkel beschermd met loze beloften en holle frasen. En terwijl jongeren dagelijks scrollen langs illegale én legale advertenties die hen verleiden met gratis speelgeld en welkomstbonussen, kunnen verslavingsklinieken de instroom nauwelijks nog aan.
‘Zelfregulering’ bleek een rookgordijn. Politici stelden de gokindustrie in staat te groeien en pikten zelf een graantje mee – ondanks hun kennis van de risico’s. Ze hebben gegokt, en verloren. Maar daar betalen mensen als Django nu de prijs voor.