Hoe het geweld in Amsterdam een pr-campagne voor Israël werd
Het geweld na de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv is uitgemond in een succesvolle pr-campagne voor de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn regering. Nederland werkt daar vooralsnog driftig aan mee – ten koste van de veiligheid van Palestijnse én Joodse mensen.
‘Gitzwart’, noemde Femke Halsema de nacht van donderdag op vrijdag.*
De nacht waarin Israëlische voetbalsupporters van Maccabi Tel Aviv vernielingen pleegden, Palestijnse vlaggen van Amsterdamse huizen trokken en luid zongen: ‘Let the IDF win, fuck the Arabs’, en: ‘No schools in Gaza as there are no children left.’ En waarin Nederlandse burgers Israëlische voetbalsupporters op georganiseerde wijze met scooters achtervolgden, intimideerden, opjoegen en mishandelden.*
‘Ik schaam mij diep voor het gedrag dat die nacht werd vertoond’, zei de burgemeester van Amsterdam. ‘Ik snap heel goed dat dit de herinnering aan pogroms terugbrengt.’* Minister-president Dick Schoof besloot niet naar de klimaattop in Bakoe te gaan en zocht snel contact met de Israëlische premier Benjamin Netanyahu.* Hij wilde de premier ervan verzekeren dat de daders zouden worden vervolgd en veroordeeld. Koning Willem-Alexander belde ontzet met de Israëlische president Yitzhak Herzog: ‘Wij mogen niet wegkijken bij antisemitisch gedrag in onze straten. Onze geschiedenis heeft ons geleerd hoe intimidatie van kwaad tot erger gaat, met gruwelijke gevolgen.’*
Er werden met spoed excuses gemaakt, onderzoeken gelast,* persconferenties gehouden en spoeddebatten georganiseerd. Hoogwaardigheidsbekleders gingen door het stof, en terecht: als mensen worden opgeroepen zich aan te sluiten bij een ‘Jodenjacht’, dan moet dat snel en snoeihard worden veroordeeld en bestraft. Dat in diezelfde nacht door Israëlische Maccabi-fans racistische, anti-Arabische en anti-Palestijnse leuzen* werden gescandeerd, maakt dat antisemitische gedrag niet minder verwerpelijk.*
Maar de boetepsalm die wordt gezongen over het geweld tegen de Joods-Israëlische Maccabi-fans in Amsterdam legt een gevaarlijke hypocrisie bloot. Niet alleen worden het racisme, het geweld en het vandalisme van de Maccabi-fans zelf níét snoeihard veroordeeld. Nee, deze hypocrisie reikt verder.
Als het gaat om Israëlisch geweld tegen de Palestijnse bevolking in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever, blijven Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders oorverdovend stil. Dat is niet alleen kwalijk, het is ook heel gevaarlijk.
Nederland draagt verantwoordelijkheid – ook voor het geweld in Gaza
De Israëlische oorlog in Gaza wordt al ruim een jaar zorgvuldig tegen het licht gehouden door internationale rechtbanken, mensenrechtenorganisaties en andere experts. De (voorlopige) conclusies zijn vernietigend: het Internationaal Gerechtshof in Den Haag noemde de oorlogsvoering van Israël in Gaza dit voorjaar al een ‘waarschijnlijke genocide’.*
Karim Khan, hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof, heeft de rechters van het Strafhof verzocht een arrestatiebevel uit te vaardigen voor Netanyahu op verdenking van medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden in Gaza. Zelfs voor de overtuigd zionistische oorlogsveteraan Eran Etzion – die onder vier Israëlische premiers diende als veiligheidsadviseur en het plaatsvervangend hoofd van Israëls Nationale Veiligheidsraad was – gaat het nu te ver. Jullie zijn medeplichtig aan oorlogsmisdaden, waarschuwt hij Israëlische soldaten in Gaza. ‘Weiger’ alle bevelen die daartoe kunnen leiden, adviseert hij hun met klem.*
Het geweld tegen Israëlische Maccabi-supporters vond plaats op Nederlandse bodem, en werd gepleegd door Nederlandse burgers. Dan zou je kunnen denken: logisch dat onze overheid daar hard tegen optreedt. Maar Nederland draagt net zo goed verantwoordelijkheid als het gaat om Israëlisch geweld, drieduizend kilometer verderop.
En vooralsnog legt Nederland Israël geen strobreed in de weg. Sterker nog:
Toen het gerechtshof in Den Haag de Nederlandse verkoop van F-35-onderdelen aan Israël verbood,* ‘omdat er een duidelijk risico bestaat dat met de F-35 ernstige schendingen van het humanitaire oorlogsrecht worden gepleegd’ in de Gazastrook, zocht de Nederlandse staat naar een omweg. Via de Verenigde Staten kon Nederland toch aan Israël blijven leveren.*
Toen Israël verdachtmakingen aan het adres van de belangrijkste humanitaire hulporganisatie in Gaza uitte, zonder bewijs, trok Nederland direct alle hulpgelden in. No questions asked. Toen Israël UNRWA deze maand zelfs verboden verklaarde* – waardoor de dood dreigt voor honderdduizenden Palestijnen: uithongering is in strijd met het oorlogsrecht maar wordt door Israël al als oorlogswapen gebruikt – liet Nederland aanvankelijk niets van zich horen.* Pas na kritiek van mensenrechtenorganisaties* en oppositieleider Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA), sprak minister Caspar Veldkamp (NSC) van Buitenlandse Zaken schoorvoetend zijn bezorgdheid uit tegenover zijn Israëlische collega.*
En nog nooit* stemde Nederland in de VN-Veiligheidsraad vóór een staakt-het-vuren in de Gazastrook. Want dat wil Israël niet.
Kortom: terwijl Israël een oorlog voert die alle schijn heeft van een genocide, kan het land blijven rekenen op steun van bondgenoot Nederland.
De koning had het niet beter kunnen zeggen: ‘Onze geschiedenis heeft ons geleerd hoe intimidatie van kwaad tot erger gaat, met gruwelijke gevolgen.’
Het gevaar van ‘dit nooit meer’
Nederland is zo bang dat de geschiedenis zich herhaalt dat het Joodse mensen met man en macht wil beschermen tegen antisemitisme. Maar dat streven gaat gepaard met een gevaarlijke misvatting: de genocide die de Joodse bevolking is aangedaan was niet enkel geworteld in antisemitisme, maar ten diepste in ontmenselijking.* Als Nederland ‘dit nooit meer’ wil, moeten alle vormen van ontmenselijking worden voorkomen en bestreden.*
En nu gebeurt het tegenovergestelde. In een poging Joodse mensen te beschermen, biedt Nederland Israël politieke en militaire steun bij het buitensporig bombarderen,* uithongeren,* uitleveren aan ziektes en verwondingen,* massaal oppakken, opsluiten en martelen van Palestijnse mensen * en aan het etnisch zuiveren van Noord-Gaza.*
Vanuit de angst om antisemitisme ook maar een millimeter de ruimte te geven, onthoudt Nederland zich van kritiek op geweld dat door Israëli’s wordt gepleegd.
Zowel Palestijnse als Joodse mensen betalen de prijs voor die Nederlandse angst. Omdat Nederland het deze keer beter wil doen, worden Palestijnse mensen geslachtofferd. En de Nederlandse veroordeling van geweld tegen Joodse mensen in Amsterdam verliest aan zeggingskracht zolang die hand in hand gaat met medeplichtigheid aan het buitensporige geweld in Gaza. Want wie de een kan ontmenselijken, kan dat de ander ook aandoen.
En dat is niet alles.
Israël als ‘vrijheidslievende democratie’
Na de ‘gitzwarte nacht’ in Amsterdam stelden de leiders van Israël zich op zoals iedereen dat in zo’n situatie van zijn regering zou verlangen. Ze veroordeelden het geweld, noemden het ‘barbaars’.* ‘Vrijheidslievende democratieën kunnen niet toestaan dat ongebreidelde haat straffeloos door de straten zwerft’, zei de minister van Buitenlandse Zaken. President Herzog sprak de hoop uit dat hij ‘nooit meer schokkende beelden hoeft te zien zoals die op 7 oktober [2023]: een antisemitische pogrom [...] in het hart van Amsterdam’.* Netanyahu kondigde aan dat de Israëlische vliegmaatschappij El Al zes vliegtuigen naar Nederland zou sturen om de Israëli’s na dit ‘zeer gewelddadige incident’* zo snel mogelijk naar huis te brengen.*
Toch schieten deze leiders zichzelf in de voet met hun reacties. Op de Westelijke Jordaanoever vinden gemiddeld vier keer per dag gewelddadige incidenten plaats, waarbij alleen al de afgelopen maand 45 Palestijnse mensen werden vermoord en 353 gewond raakten.* En dat geweld komt van Joodse kolonisten en militairen.*
Maar in plaats van te doen wat een ‘vrijheidslievende democratie’ betaamt, wordt dit geweld niet veroordeeld en worden de bewoners niet beschermd. Israëls minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben-Gvir, besloot de kolonisten van wapens te voorzien. Zo wordt ongebreidelde haat door de regering aangemoedigd en kan deze straffeloos door de straten stormen.*
Netanyahu en zijn regering zijn niet alleen hypocriet, ze benutten het geweld tegen de Maccabi-supporters in Amsterdam voor hun eigen gewin. Voor een pr-campagne waarbij ze zich opwerpen als beschermheren van Joodse mensen.
Dat zijn ze niet.
Hamas en andere Palestijnse milities ontvoerden op 7 oktober 2023 ruim 250 Israëlische burgers.* Zo’n 100 van hen worden tot op de dag van vandaag gegijzeld in Gaza.* Al ruim een jaar wordt er onderhandeld over een deal waarbij Hamas deze Israëlische burgers vrijlaat in ruil voor een staakt-het-vuren en terugtrekking van het Israëlische leger uit Gaza.
Honderdduizenden Israëli’s, onder wie familieleden van deze gijzelaars, protesteren al maanden tegen de regering. Zij houden Netanyahu en zijn oorlogszucht verantwoordelijk voor het feit dat de deal er maar niet komt.* Een beschuldiging die met steeds meer bewijs* en verklaringen wordt gestaafd.*
Dat diezelfde Netanyahu vliegtuigen linea recta naar Nederland stuurt om aangevallen Maccabi-fans te repatriëren, is dan ook een klap in het gezicht van de gijzelaarsfamilies. Al maanden proberen zij duidelijk te maken dat Netanyahu niets geeft om Israëlische burgers, behalve diegenen die hem vergezellen op oorlogspad. Nu doet hij voor Maccabi-fans wat hij niet overheeft voor hun geliefden in Gaza.* Het protest wordt bovendien bemoeilijkt doordat Netanyahu zich kan verschuilen achter de positieve beeldvorming: deze beschermheer doet er zogenaamd alles aan om Israëli’s in gevaar zo snel mogelijk te hulp te schieten.
Een tik op de vingers. Voor wie?
Als klap op de vuurpijl kondigde de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Gideon Sa’ar, de ochtend na de rellen in Amsterdam aan dat hij diezelfde dag nog op het vliegtuig zou stappen voor een bezoek aan zijn Nederlandse collega Caspar Veldkamp.* Ook zou Sa’ar de Israëlische en Joodse gemeenschappen in Nederland ontmoeten om over de bestrijding van antisemitisme te spreken. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa.
De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken stapt kortom per ommegaande op het vliegtuig om Nederland een tik op de vingers te geven.
Ondertussen is het onderzoek naar de gebeurtenissen in die ‘gitzwarte nacht’ nog in volle gang. Wat er precies is gebeurd, wie erbij betrokken waren en met welke motieven: we weten nog lang niet alles zeker. Dit bezoek versterkt de nadruk op het antisemitische geweld en ondermijnt de aandacht voor het anti-Arabische geweld van de Maccabi-fans.
Arabische Nederlanders vrezen al voor anti-Arabische sentimenten zoals die na 9/11 – zij verdienen ook bescherming en begrip.* Daarnaast raakt de definitie van antisemitisme snel vertroebeld, vermengd met anti-Israëlisch sentiment. Ook dat is gevaarlijk, ook dat gaat ten koste van de bescherming van Joodse mensen.
De enigen die daar beter van worden, zijn premier Netanyahu en zijn regering, die deze rotnacht weten te gebruiken in het belang van hun genocidale oorlogsvoering tegen Palestijnen.
Nederland moet zich daar niet voor laten lenen.
Maar Nederland moet nu wel. Dat is wat er gebeurt als je willens en wetens medeplichtig wordt aan oorlogsmisdaden: er komt een dag waarop een oorlogsmisdadiger jou de les komt lezen over moraliteit. En met alles wat je daartegen zou willen inbrengen, veroordeel je jezelf.
Correctie: in een eerdere versie van dit stuk stond dat er een arrestatiebevel is uitgevaardigd door het Internationaal Strafhof tegen president Netanyahu. Dat is onjuist. Wel heeft Karim Khan, hoofdaanklager bij het Internationaal Strafhof, de rechters verzocht een arrestatiebevel uit te vaardigen.