We hebben zorgen voor elkaar veel te moeilijk gemaakt. Terwijl het zo eenvoudig kan zijn

Rilana. Foto door Casper Rila.

Jeugdzorg, politie, de Belastingdienst, het wijkteam, Veilig Thuis: iedereen bemoeide zich met Rilana. Ze moest anders opvoeden, beter voor zichzelf zorgen, schulden aflossen, post openmaken, emotioneel beschikbaar zijn. Ondertussen werden haar kinderen uit huis geplaatst en stapelden de schulden zich op. Buiten alle boekjes, regeltjes en protocollen om heb ik haar direct geholpen. Ik had er maar een paar uur voor nodig.

Als ik Greg in 2022 voor het eerst zie in de Rotterdamse Pauluskerk, waar ik één dag per week als werk, heb ik geen idee dat hij en Rilana aan de rand van de afgrond staan. 

Ik zie een licht gehaaste man die een crème voor zijn huiduitslag vraagt, terwijl hij een onrustige peuter in een buggy heen en weer beweegt. Omdat ik de huiduitslag niet helemaal kan duiden, vraag ik hem of hij de volgende keer misschien zonder zijn dochtertje kan komen, om wat makkelijker met elkaar te praten.

Greg zegt dat het lastig is om zonder zijn dochter langs te komen. Zijn vriendin Rilana heeft kanker, ze hebben weinig hulp, waardoor hij nu fulltime voor zijn dochter moet zorgen. Hij heeft veel stress, vertelt hij, ook omdat hij is.

Greg kijkt me aan alsof ik gek ben. Terwijl ik weet: dit is de beste en efficiëntste manier om mensen te helpen

Hij kan niet meer zwart werken en er is geen geld. Rilana’s gezondheid holt intussen achteruit, begrijp ik: ze lijdt onder de zware chemo, hun flat is klein, ze zitten continu op elkaars lip.

Maar omdat Rilana een huurschuld heeft bij de woningcorporatie, kan er geen urgentie worden aangevraagd voor een sociale huurwoning. Greg heeft het gevoel dat ze helemaal klem zitten.

‘Ik kom wel naar jullie toe’, zeg ik, ‘en dan geef ik gelijk even het geld dat jullie voor de huurschuld missen, oké?’

Greg kijkt me aan alsof ik gek ben. Terwijl ik weet: dit is de beste en efficiëntste manier om mensen te helpen.

Mijn patiënten vallen door het sociaal vangnet heen

Want dat leerde ik de afgelopen jaren als straatarts: ik kan niet op de overheid en zorg rekenen als het om mijn patiënten gaat. Ze vallen door het sociaal vangnet heen.

Eerst kwamen vooral ongedocumenteerde mensen op mijn spreekuur. Toen kwamen er steeds meer arbeidsmigranten, daarna mensen met onbegrepen gedrag en verslavingen, toen economisch dakloze mensen: mensen die door een paar tegenslagen dakloos worden en geen huis kunnen krijgen doordat er te weinig betaalbare woningen zijn. 

In de Pauluskerk ontvouwden de maatschappelijke ontwikkelingen zich voor mijn neus – de woningmarktcrisis, de zorgcrisis, de bestaanszekerheidscrisis. Waar ik het eerst vreselijk vond als zieken niet opgevangen konden worden, werd dit na een tijdje normaal. Ze raken verstrikt in de bureaucratie. Ze worden niet geholpen en van hot naar her gestuurd, en ondertussen worden ze zieker en zieker.

Terwijl mijn patiënten heel basale dingen nodig hebben. Een leefbaar huis. Een fatsoenlijk inkomen. Passend onderwijs. Geschikte zorg. Maar de regels die we hebben bedacht sinds we de zorg aan de markt hebben overgelaten, maken het bieden van passende hulp steeds ingewikkelder. 

Het verhaal van Greg en Rilana toont dat als geen ander aan.

Eén woord blijft hangen: toeslagenschandaal

‘Zal ik woensdagavond even langskomen, komt dat uit?’

Ik geef Greg mijn privénummer en zeg dat hij me vooral moet appen als ze het liever niet willen.

Dat appje komt niet, dus sta ik op de voorgestelde woensdagavond met een envelop met geld voor de flat.

‘Sorry, mijn pruik is stuk!’ Rilana verontschuldigt zich voor haar kale hoofd, schreeuwend vanaf het balkon waar ze een sigaretje staat te roken. Overal om haar heen staan tassen en dozen.

Chaos, denk ik, terwijl ik de kale trappen van het trappenhuis oploop. Rilana gaat me voor en praat aan één stuk door over alles wat ze heeft meegemaakt.

Eén woord blijft direct bij me hangen: toeslagenschandaal. 

Armoede is niet het grootste probleem

Volgens Rilana gaat het al mis in haar jeugd. Ze is niet geboren met een zilveren lepel in de mond. Maar armoede is niet het grootste probleem. Dat is het seksueel misbruik dat Rilana overkomt. De dader zet haar onder druk: ze mag niks aan haar familie vertellen. Doet ze dat toch, dan doet haar familie haar weg, beweert hij.

Leven met deze dreiging, zonder hulp bij haar trauma, zorgt bij Rilana voor gedragsproblemen en veel conflicten thuis. Ze maakt haar middelbare school niet af en verlaat haar ouderlijk huis, op zestienjarige leeftijd.

Overdag werkt ze in een winkel, ‘s nachts in een café. Na haar werk blijft ze vaak plakken om te gaan dansen. Er komen mannen. Twee keer raakt ze zwanger en ze krijgt twee zonen. Twee keer houdt de relatie met de vader geen stand.

Toch houdt ze haar hoofd boven water en als ze weer een nieuwe partner krijgt, is haar leven lange tijd stabiel. Ze werkt hard, maar heeft ook plezier in het leven. Ze komt rond, heeft vrienden.

Het lukt. Ze raakt voor de derde keer zwanger, met haar nieuwe partner.

Rilana wordt aangemerkt als fraudeur

Dan vallen rond 2012 twee enveloppen op de deurmat. Ze moet 25.000 euro terugbetalen aan de Belastingdienst, omdat ze ten onrechte kinderopvangtoeslag zou hebben ontvangen.

Tot op de dag van vandaag snapt Rilana niet hoe dat kan. De Belastingdienst reageert ook niet op mijn vragen hierover.

Rilana vermoedt dat de kinderopvang waar een van haar zoons zat, ook nádat ze hem daar weghaalde nog op haar naam toeslag aanvroeg. Als ze destijds navraag doet, blijkt de opvang niet meer te bestaan.

Ze krijgt het niet uitgelegd aan de Belastingdienst en 25.000 euro heeft ze niet. Nu staat ze aangemerkt als fraudeur. Daardoor heeft ze geen recht meer op toeslag en kunnen haar jongere kinderen niet meer naar de opvang.

Rilana moet stoppen met werken, komt in de bijstand en moet meer schulden maken om rond te komen. Een fraudeschuld kan En vanuit de bijstand los je dat nooit meer af.

Meer stress dan zorg: de hulporganisaties beginnen te ‘dreigen’

Het is ongeveer een jaar na de brieven van de Belastingdienst, rond 2013 dus, als ze het wijkteam in Rotterdam voor het eerst om hulp vraagt. Ze krijgt een coach, die haar opvoedtips gaat geven. Handig, maar geen structurele hulp.

De coach doet meldingen over haar gezin bij Veilig Thuis: haar huis ziet er chaotisch uit en er ligt lange vloei, waar joints mee gedraaid kunnen worden. Ze zegt niet tegen Rilana dat ze hier melding van maakt.

Ook docenten van haar kinderen doen meldingen: de kinderen komen soms zonder brood of met beschimmeld brood naar school, zien er onverzorgd uit en komen vaak te laat. Ook heeft Rilana tijdens een ruzie gevochten met haar partner, en toen ze dit aan haar moeder vertelde, deed zij een melding bij jeugdzorg.

Ze zeiden dat ik rustiger moest doen tegen mijn kinderen. En ik moest altijd beschikbaar zijn: ze konden onverwacht voor mijn deur staan

Alle meldingen worden gebundeld, zodat naast het wijkteam ook Frontlijn, een ander team van de gemeente dat helpt met bijvoorbeeld financiële problemen, en jeugdzorg betrokken raken.

‘Hulpverleners gingen door mijn huis en wezen op schoonmaakmiddelen in kastjes die ik moest vergrendelen. Ze zeiden dat ik rustiger moest doen tegen mijn kinderen. En ik moest altijd beschikbaar zijn: ze konden onverwacht voor mijn deur staan en dan moest ik opendoen’, vertelt Rilana over die tijd.

De hulpverleners geven Rilana meer stress dan zorg. Niet alleen omdat ze continu beschikbaar moet zijn, maar ook omdat ze beginnen met ‘dreigen’, zoals Rilana dat noemt. Dat ze haar kinderen kan verliezen.

Als de relatie tussen Rilana en haar partner verslechtert, komen er nog meer organisaties bij: het crisisinterventieteam en Families First, gericht op gezinnen die in crisis verkeren. Zes organisaties in totaal dus. ‘Maar het kunnen er ook best meer zijn geweest’, zegt Rilana tegen me, ‘eerlijk gezegd ben ik zelf de tel kwijtgeraakt’.

Ze laat me documenten, brieven en aanmaningen uit deze periode zien. ‘Iedere organisatie had zo’n twee tot drie medewerkers, die allemaal apart met me wilden afspreken. Steeds moest ik weer mijn hele verhaal doen, mijn hele trauma op tafel gooien. Ik was er continu mee bezig.’

‘Ik weet nu: aan verdriet kan je doodgaan’

Al die versnipperde zorg is een gevolg van de ‘verschotting’: elke hulporganisatie is met de gevolgen van (een deel van) de problemen bezig. En niet met de daadwerkelijke oorzaken ervan: een trauma, te weinig geld, een schuld, geen veilig thuis.

Kijk maar mee. In 2014 krijgt Rilana een midweek in Landal GreenParks aangeboden door jeugdzorg. Zorgprofessionals willen het gezin observeren: of Rilana en haar partner hun kinderen wel kunnen opvoeden.

‘Wat ik me nog goed herinner’, zegt Rilana, ‘was dat er geen bedje was voor mijn baby. Ik moest laten zien dat ik veiligheid kon bieden, maar wist niet eens waar mijn baby kon slapen.’

Bij de evaluatie blijkt dat het gezin onvoldoende scoort. ‘Ik moest een 5 krijgen om het te halen, maar ik scoorde daaronder.’

Rilana vindt het zwaar om over deze periode te praten, ik zie hoe ze haar tranen probeert tegen te houden. ‘Er werd van alles gezegd: er zijn betere opvoedtechnieken, maar je bent nog onvoldoende emotioneel beschikbaar.’

Maar Rilana was alleen maar bezig met overleven, dan ben je niet emotioneel beschikbaar.

Het maakt haar somber, boos, maar bovenal voelt ze zich onveilig. ‘Ze zeiden dat ik niet "leerbaar" was'

Rilana moet van jeugdzorg doorstromen naar een intensiever programma: drie maanden in een ggz-instelling in het oosten van het land. Haar partner ziet het niet meer zitten, verlaat het gezin en komt niet meer terug.

Rilana pakt haar spullen in boodschappentassen in en stapt met haar drie kinderen van 1, 9 en 12 jaar oud in de trein naar de instelling. Ze hebben twee grote honden, maar die mogen niet mee en moeten naar het asiel.

Ze laat me foto’s zien van de reis. Haar oudste zoon heeft een Dirk-tas op zijn buik, terwijl hij zijn best doet naar zijn zusje te leunen om te lachen voor een gezinsfoto. Haar andere zoontje zit gehurkt en verdrietig onder de tassen. De reistijd, met ongeveer zeven keer overstappen, is langer dan drie uur.

Deze reis is niet eenmalig: elk weekend moet Rilana terug naar huis, om aan haar hulpverleners te laten zien dat ze haar verantwoordelijkheid kan nemen. Ze moet namelijk haar post openen. Daarnaast ziet ze vrienden in het park of bij haar thuis, plekken die zo min mogelijk geld kosten. Over de instelling, waar ze doordeweeks woont met haar gezin, vertelt ze bijna niemand.

Ook in de ggz-instelling haalt ze het vaak niet om haar kinderen op tijd naar school te brengen. Ook hier wordt ze daarvoor op haar vingers getikt. Het maakt haar somber, boos, maar bovenal voelt ze zich onveilig. ‘Ze zeiden dat ik niet ‘leerbaar’ was, maar ik zat in een situatie die voor mij volkomen onnatuurlijk was.’

En dan gebeurt het: ook hier scoort Rilana onvoldoende. Jeugdzorg plaatst haar kinderen uit huis. Rilana voelt zich een waardeloze moeder. De eerste weken terug in Rotterdam ligt ze alleen maar op bed. Ze eet niks, drinkt bijna niks en valt heel veel af.

Een langzame suïcide, noemt ze het. ‘Ik weet nu: aan verdriet kan je doodgaan.’

Verliefd, zwanger, kanker en een excuusbrief van Rutte

Hoe ze weer uit bed komt, werk zoekt, contact maakt, met haar kinderen afspreekt, haar leven opbouwt, dat weet ze allemaal niet meer. Wel dat ze zich een waardeloze moeder blijft voelen.

Zo gaan jaren voorbij, tot ze in 2020 Greg ontmoet. Hij komt uit Suriname en is in Nederland op vakantie. Op een verjaardag van gemeenschappelijke kennissen zien ze elkaar en ze worden verliefd.

Ze krijgen al snel een relatie. Als zijn reisvisum is verlopen, raakt hij ongedocumenteerd. Maar dat partnervisum, denken ze, komt later wel. 

Met de excuusbrief van Rutte, waarin Rilana wordt erkend als slachtoffer van het toeslagenschandaal, stopt haar ellende bij lange na niet

Greg en zij werken, zij in de horeca en hij als klusser. Rilana’s kinderen wonen nog bij haar ouders. Rilana probeert haar schulden, inmiddels bijna 60.000 euro, inclusief de 25.000 voor de Belastingdienst, af te betalen.

Als ze weer zwanger raakt, voelt het ondanks alle financiële problemen als een tweede kans. Greg en zij zijn gelukkig met haar vierde en zijn eerste kind. Maar een paar maanden nadat hun dochtertje is geboren, raakt Rilana heel moe.

Ze denkt dat het komt door alles wat haar is overkomen, maar als ze allerlei klachten krijgt die haar aan vorige zwangerschappen doen denken, doet ze een test: positief. Verbaasd gaat ze naar de huisarts die een echo laat maken: geen baby. Wat ze wel heeft: een vorm van kanker, uitgezaaid naar de lever, waarbij

Precies in die week krijgt ze een excuusbrief van voormalig premier Mark Rutte. Rilana wordt erkend als slachtoffer van het toeslagenschandaal en krijgt 30.000 euro compensatie overgemaakt.

Ze kan een deel van haar schulden aflossen, maar moet nog steeds nieuwe schulden maken om rond te kunnen komen. Met die brief stopt haar ellende bij lange na niet. 

Geen hulp voor Greg zorgt voor nog meer spanning in de relatie

En dan ontmoet ik Greg en Rilana voor het eerst. Hij heeft dus die huiduitslag, zorgt permanent voor de baby en heeft geen werk. Hij zoekt hulp, vraagt bij de gemeente om geld of een inschrijving in de gemeentelijke basisregistratie, maar dit wordt afgewezen, omdat hij ongedocumenteerd is.

Hij en Rilana krijgen ruzie, worden gewelddadig en krijgen te maken met het wijkteam, dat een nieuwe organisatie inschakelt, gespecialiseerd in relatiegeweld. Ze geven Rilana tips, zoals de politie bellen als het escaleert, maar ondertussen weigeren ze Greg te behandelen voor de relatieproblemen die ze samen hebben – wederom omdat hij ongedocumenteerd is.

Greg snapt niet waarom hij geen hulp krijgt. Hij heeft toch recht op zorg? Hij wordt argwanend naar de hulpverleners, die alleen maar met Rilana praten. Het zorgt voor meer spanning in hun relatie. Ondertussen onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming of hun dochter nog wel veilig is.

En dan gaat het echt mis. Greg en Rilana maken ruzie. Rilana belt, zoals geleerd, de politie. Die komt, zet Greg het huis uit en gaat weer weg.

Maar de agenten vertrouwen het niet. Het huis is een zooi, een kattendrol op de grond, huiselijk geweld, een baby in huis. Ze overleggen met het crisisteam jeugdzorg, waarna in overleg met de rechter wordt besloten dat het kindje uit huis moet worden geplaatst.

Ze komen weer terug en zeggen door de dichte deur heen dat ze de baby willen zien. Rilana bevriest. Drie uithuisplaatsingen maakte ze al mee. Ze weigert. Ze filmt wat daarna gebeurt, zodat ik het later kan zien.

Drie politieagenten trappen met veel geweld haar deur in, duwen Rilana hardhandig naar de deur en arresteren haar. Ze stuurt later foto’s van haar armen: blauwe plekken, twee grote wonden op haar rechterbovenarm. Door de politie gedaan, zegt ze tegen me.

Als ik de politie vraag of dat klopt, geven zij aan dat Rilana zich hardhandig verzette tegen de uithuisplaatsing; ze sloeg om zich heen en probeerde de agenten te bijten. ‘We begrijpen dat de uithuisplaatsing van een baby veel impact heeft gehad op de moeder’, schrijft de politiemedewerker aan mij.

Niet meer toekijken, maar in actie komen

Hoe kon dit zo uit de hand lopen? Waarom vonden al die hulpverleners het zo moeilijk om zorg te bieden waar Rilana en haar gezin wél wat aan hadden? Want Rilana gaf meermaals aan wat ze nodig had: geen opvoedadvies, maar verlichting van haar schulden.

Ook ik keek veel te lang toe. Ook ik wist, behalve wat geld geven om de huurachterstand af te lossen, niet zo goed wat ik moest doen. Ook ik zei dat het complex was. Ook ik accepteerde de afwijzingen van zorginstanties. Ook ik ging niet tegen de gemeente in. Ook ik nam de oordelen over Rilana voor lief. Ook ik accepteerde dat Rilana’s leven wéér in elkaar stortte.

Dat neem ik mezelf nog steeds kwalijk. Maar nadat de politie haar voordeur intrapt en jeugdzorg haar laatste kind weghaalt, kom ik in actie. Ik bel een advocaat, die binnen twee weken een verblijfsvergunning regelt voor Greg: daar heeft hij immers

Daarna zorg ik dat hij in een leerwerktraject komt bij een bouwbedrijf, zodat hij zich kan ontwikkelen. Hij krijgt een baan en start met rijlessen. Ook krijgt hij hulp van de zorgorganisatie die gespecialiseerd is in geweld – de organisatie die hem eerst weigerde. Maar nu is hij niet meer ongedocumenteerd.

Te complex, niet complex genoeg, te gespecialiseerd. Rilana kon nergens terecht, dus heb ik zelf hulp geregeld en betaald

Rilana heeft, naast de zorg voor haar kanker, psychische hulp nodig. Voor alle trauma’s die ze opliep in het leven. Om iets te kunnen doen aan haar vele piekeren, de slapeloosheid en het reguleren van haar emoties.

Maar bij iedere ggz-instelling wordt ze afgewezen. Te complex, niet complex genoeg, te gespecialiseerd. Dus heb ik zelf hulp geregeld en betaald: inmiddels krijgt ze al meer dan een jaar hulp van een coach, gespecialiseerd in trauma. Ik zie dat ze meer zelfinzicht krijgt, anders met haar gevoelens omgaat en haar gedrag beter in de hand heeft.

Inmiddels is Rilana ook onder behandeling bij een reguliere ggz-instelling, zodat ze nog grondiger geholpen kan worden. Een paar weken nadat ik eindelijk in actie kwam, werd hun dochter van toen één jaar oud weer thuis geplaatst. Inmiddels heeft Rilana – na bemoeienis van mij – een groter huis en is haar andere dochter ook weer thuis komen wonen. Greg en zij hebben weer contact, maar zijn niet meer bij elkaar.

Ik schrijf dit niet om te laten zien wat een zorgheld ik ben. Ik schrijf dit om te laten zien wat er nodig is om iemand structureel te helpen: zorg bieden die aansluit bij het kernprobleem, in plaats van bij de gevolgen daarvan.

Dat zijn geen tientallen verschillende organisaties, eindeloze zorgtrajecten en een dossier vol intakes en afvinkformulieren. Het is directe zorg die directe oplossingen biedt. En dat hoeft geen jaren of maanden te duren: deze hulp in gang zetten kostte me alles bij elkaar een paar uur.