Zijn werknemersaandelen wel zo’n goed idee?

Robert Dur
Gastcorrespondent Economie

De kans is groot dat het je is ontgaan, maar onlangs heeft het kabinet een wijs besluit genomen. De overheid zal zich niet hardmaken voor werknemersaandelen. Dat moeten werkgevers en werknemers zelf maar regelen. 

Is het dan geen goed idee om werknemers aandelen te geven van het bedrijf waarvoor ze werken? De vakbond pleit er dan ook voor dat meer bedrijven Op deze manier profiteren werknemers mee van de winst – en die steeg de afgelopen jaren Ook krijgt het personeel meer zeggenschap. En, pluspunt voor de bedrijven zelf: werknemers voelen zich door hun aandelen meer betrokken en blijven wellicht langer bij het bedrijf werken. Niet onbelangrijk in tijden van personeelskrapte.

Werknemersaandelen kunnen sowieso wel wat bekendheid gebruiken. Uit recent onderzoek van de Universiteit Utrecht onder zeshonderd managers bleek dat bijna 90 procent  

Toch vond de oproep van het CNV in 2023 weerklank in de politiek. Henri Bontenbal (CDA) en Lilian Marijnissen (SP) dienden een motie in waarin het kabinet werd opgeroepen te onderzoeken hoe werknemersaandelen De motie werd door bijna alle Kamerleden gesteund. 

Een paar weken geleden kwam Dat wil best proberen nog wat praktische knelpunten weg te nemen, maar ziet voor de overheid verder geen rol weggelegd. Het voorstel van het CNV om werknemersaandelen fiscaal aantrekkelijk te maken (2.000 euro per jaar belastingvrije werknemersaandelen per werknemer) kan ook niet op steun rekenen van het kabinet.

Aandelen: in goede en in slechte tijden

Een gemiste kans? Ik denk van niet. Het idee van werknemersaandelen is sympathiek, zeker in tijden van hoge winsten. En er is zeker wat voor te zeggen om werknemers van die winst te laten meeprofiteren. Maar werknemersaandelen zijn daarvoor niet het beste middel.

Problemen doen zich voor als het slecht gaat met een bedrijf. Zonder werknemersaandelen is het al vervelend voor werknemers als het slecht gaat met hun werkgever. Dan is er bijvoorbeeld minder of geen loongroei, of moeten ze loon inleveren. In sommige gevallen komt hun baan of die van hun collega’s zelfs op de tocht te staan. Bij werknemersaandelen verliest de werknemer nog extra: zijn aandelen worden minder waard. 

Er is een betere manier om werknemers te laten meedelen in de bedrijfswinsten. Werkgevers kunnen hun een breed gespreid mandje geven met aandelen van allerlei verschillende bedrijven. Ook daar zijn risico’s aan verbonden, maar die risico’s zijn minder sterk gerelateerd aan de risico’s die werknemers sowieso al lopen: gaat het slecht met het bedrijf waar je werkt, dan gaat het niet per se ook slecht met je aandelenmandje.

Wie profiteert – en wie niet?

Indirect hebben werknemers al zo’n breed mandje aandelen, vanwege hun verplichte deelname aan een pensioenfonds. Nederland is daarin internationaal een uitschieter. In veel andere landen wordt voor pensioenen niet gespaard en belegd, maar worden lopende pensioenuitkeringen betaald uit lopende belasting- of premie-inkomsten. In Nederland worden betaalde pensioenpremies belegd in onder meer aandelen van bedrijven, om daar in de toekomst de pensioenen mee uit te kunnen keren. Via deze weg hebben Nederlandse werknemers intussen een enorm kapitaal opgebouwd – het astronomische bedrag van 1.800 miljard euro; dat is 100.000 euro per inwoner! –  

De vraag is of werknemers een nog groter mandje aandelen zouden moeten hebben. Volgens zijn berekeningen en inschattingen zitten we in Nederland wel zo ongeveer goed – in tegenstelling tot Duitsland en veel andere westerse landen. Daar zouden overheden forse leningen moeten aangaan, bepleit Corneo, om daarmee aandelen te kopen en vervolgens het rendement daarop uit te keren als sociaal dividend. Zo profiteren burgers meer van de winsten die bedrijven maken.

Maar verlies je met zo’n breed mandje aandelen dan niet die voordelen voor het bedrijf: betrokkenheid en binding? Dat zou goed kunnen, maar die baten zijn vooral voor het bedrijf, niet zozeer voor de maatschappij. Voor de overheid geen reden dus om dat te subsidiëren via belastingvrije aandelen ter waarde van 2.000 euro. 

Het zou ook nog eens oneerlijk zijn om werknemersaandelen belastingvrij te maken: niet iedereen werkt bij een bedrijf. Denk aan onderwijzers, verpleegkundigen en ambtenaren. Anderen hebben helemaal geen werkgever. En al die mensen betalen wel mee aan de belastingvrijstelling. Een fiscale stimulans is niet gratis: de lagere belastinginkomsten zullen op een andere manier gedekt moeten worden, bijvoorbeeld door andere belastingen te verhogen of door te bezuinigen. 

Kortom: werknemersaandelen bieden zeker voordelen voor de betrokken bedrijven en werknemers, maar de maatschappij in brede zin heeft er weinig aan. Dat heeft dit kabinet dus goed gezien.