Deze kip moest de natuur een stem geven in het theater, en wat er toen gebeurde...

Een kip schrijft een toneelstuk en de mens mag het opvoeren – wat kan er misgaan? In Hen verdringt menselijk gekakel de kip, al loopt iedereen op eieren.
De première was in de middag, mijn maag was leeg en ik bestelde een tosti in Theater Bellevue. No can do, zei de barvrouw, ‘maar na afloop zijn er ei-hapjes’. Dus een uur aan voorstelling later, was ik alleen maar dolblij ze te zien liggen in de foyer: gevulde eitjes.
‘Heel raar dat hier nu eieren worden gegeten’, zei een man. Ik kauwde op ei. ‘Heb ik net een heel stuk gezien dat onze band met de kip bevraagt, en dan de zaal uit, meteen weer over tot de orde van de dag.’
‘De hapjes na de voorstelling duwen je terug in oude verhoudingen’, grapte ik. Een schaal frituur zeilde langs. ‘De hele veestapel komt hier voorbij’, grapte een ander. De man zei: ‘Eet smakelijk.’
Verbeelde stemmen
Eind 2023 schreven Theater Bellevue in Amsterdam en Het Nationale Theater in Den Haag een prijsvraag uit: ‘Hoe leren we (weer) luisteren naar de verzwegen stemmen van de natuur?’*
Want ‘we’ zijn wat dominant en destructief naar deze natuur, met allerlei clusterfucks tot gevolg. Het wordt warmer, soorten verdwijnen, et cetera. Willen we op geheel andere voet verder, dan is het handig je voor te kunnen stellen: hoe dan? Mooie vraag voor theatermakers: zich zo’n voorstelling maken van alternatieve realiteiten is precies hun vak.
Aldus stuurden theatermakers uit Nederland en Vlaanderen 59 teksten in, waarin gepoogd werd een stem te geven aan, onder andere, twee vleermuizen in een spouwmuur, een eenzame olijfboom aan de Van Baerlestraat, een kiezel, een teunisbloem en een blauwe zandbij op het kerkhof.
Ik was erg benieuwd naar de inzending die een uitvoering won: die van Roos Bottinga, over een kip die een theaterstuk schrijft.* Of eigenlijk: over acteurs die een toneelstuk moeten opvoeren dat geschreven is door een kip.
De voorstelling heet Hen. Een briljante vondst, want je denkt meteen aan het weerbarstige voornaamwoord, en het verhaal is inderdaad ook een pastiche op woke-gedachtegoed. Met ditmaal ‘de kip’ als de ander, en ‘de boer’ als grote boze witte man.

Kip en ik
Hen bestaat uit twee delen. In de eerste akte ontmoet Bwuh-ah-wáh-pahp, de schrijvende kip – een kippop – de twee menselijke acteurs die haar werk zullen opvoeren. Er is ook een tolk mee, een brug tussen mens en kip, en zij tokt.
Gevieren nemen ze het script door. Continu wordt gezocht naar de juiste woorden om Bwuh-ah-wáh-pahp iets te vragen over haar theaterstuk ‘Kip en ik’. De kiptolk – actrice Esther Scheldwacht – vertaalt alles in fenomenaal gekakel. Desgevraagd zei Scheldwacht zich hierbij te baseren op de geluiden van kleine bruine kipjes in het Haagse Bos, plus wat kippen van YouTube. Dit is erg grappig.
In akte twee zien we de nasleep van de première van het stuk. Het is helemaal mis. De witte man – acteur Hein van der Heijden – gaf meer diepte aan zijn vertolking van de boerenzoon die zijn kippen moest ruimen door vogelgriep, dan geoorloofd. Daarmee kaapte hij het verhaal van de kip. Bwuh-ah-wáh-pahp doet haar beklag in de Volkskrant. Een mediastorm breekt los, inclusief hashtag #kipenikook.
De acteur laat het er niet bij zitten en legt kip en kiptolk het vuur aan de schenen. Uiteindelijk blijkt de kiptolk helemaal geen kips te spreken. Ze heeft alles bij elkaar gefabuleerd. Het vertolken van de kippenstem gaf haar aanzien, een plaats in de maatschappij, een boekcontract bij Prometheus. Zij was Bwuh-ah-wáh-pahp. En Bwuh-ah-wáh-pahp was gewoon een zijdehoen met een grasmatje.
Hier hebben we dan naar gekeken: een theaterstuk in een theaterstuk, van een mens die deed alsof ze een kip was. Boodschap: dat inleven in dieren, dat gaat helemaal niet; alles wat wij aanraken wordt mens.

Lui ambassadeurschap
En dat vind ik wat lui. Inleving is een schaal en dan kun je meer of minder je best doen. ‘Ja maar is het dan niet allemaal projectie?’, hoor je snel. Is die inleving dan niet gewoon het toekennen van menselijke eigenschappen en emoties aan dieren? Antropomorfisme!
Zou kunnen. Maar dit is ook een vrij westers idee. In het Oosten zouden ze zeggen: je herkent iets van jezelf in De Ander. Tussen die zienswijzen is het een beetje laveren. Zoenen twee apen elkaar na een ruzie, spreek dan gerust van ‘verzoening’ in plaats van post-conflict mouth-to-mouth contact. Maar drukken twee vissen de lippen op elkaar, dan slaan gevoelens van herkenning weer de plank mis, want dit is strijd.
Dus inleving, it’s complicated! Maar niet ondoenlijk, is mijn punt.
Dat bewijst Bottinga zelf overigens ook. In interviews strooit ze met kipweetjes: dat ze ‘bizar slim’ zijn en in hun ei al communiceren met hun moeder.* Dat kippen elkaar namen geven, menselijke gezichten onthouden,* beloning kunnen uitstellen, een innerlijk kompas hebben en ultraviolet zien.*
Maar niks daarvan komt terug in Hen. Het enige dat je over de kip leert, is dat ze allergisch is voor chocolade, en dat is niet eens helemaal waar.
Zo reduceert Bottinga de kip tot decor in een stuk dat eigenlijk gaat over vastlopen in reflecties op onze omgang met anderen. Zie de mens worstelen met z’n goede bedoelingen!
De kip had net zo goed een vleermuis kunnen zijn, of een blauwe zandbij. Misschien is dat het punt? Toch, als de natuur hier een stem had, heb ik haar niet gehoord.
De middag sloot af met een Indisch broodje kip met sambal.