Voor ieder wat wilds: dit zijn de activisten die de bever, de beer en de lynx stiekem terugbrengen in de natuur

Isobel Cockerell
Journalist
Foto’s door Frankie Mills (voor Coda Story)

De wolf, de beer, de bever: overal in Europa duiken dieren op die ooit bijna uitgestorven waren. Soms worden ze illegaal gedropt door een ondergronds netwerk van fanatieke rewilders, die een groot hart voor de natuur hebben, maar weinig geduld voor bureaucratie. Niet iedereen is enthousiast. ‘Dit is ecokolonialisme.’

Het was 1998. De Belg Olivier Rubbers, destijds 29 jaar, kreeg het idee om de bever terug te brengen in de rivieren bij hem in de buurt. ‘Ik wist echt nauwelijks iets van de natuur’, geeft hij nu toe. Maar hij had in een tijdschrift gelezen dat de bever een inheemse Belgische soort was, al was het dier al lang vrijwel uitgestorven. De bever terugbrengen, dacht hij, zou een geweldig project zijn.

Beaver bombing’ of ‘beaver black ops’ – zoals het in kringen van natuurbeschermers is gaan heten – is het illegaal loslaten van de nederige bever in een rivier, zodat het dier kan doen waar het goed in is: aan bomen knagen, dammen maken, burchten bouwen. Bevers staan ook wel bekend als ‘ingenieurs van het ecosysteem’ of ‘sleutelsoorten’, omdat ze de ideale habitat creëren voor allerlei andere soorten.

Rubbers leende de auto van zijn vader en reed naar Duitsland om daar wat bevers op te pikken. Eenmaal terug in België dropte hij de beesten in een rivier. In heel 1999 en 2000 herhaalde hij dat kunstje met 97 bevers, rijdend van Beieren naar België in een busje dat hij speciaal had uitgerust met zelfgebouwde beverkisten. ‘We wilden ze allemaal hebben’, zegt hij.

Rubbers en zijn compagnons kwamen er al snel achter dat de beste tijd om ‘beverbommen’ te droppen niet ’s nachts was, maar halverwege de middag, liefst op een zondag, als iedereen aan de lunch zit.

De bevers nam hij vrijwel allemaal af van Gerhard Schwab, een wildbeheerder uit Beieren die ook wel bekendstaat als ‘de Pablo Escobar van de bevers’. Schwab fokt al jaren bevers en helpt door heel Europa gemeenschappen met het herintroduceren van de bever – altijd in samenwerking met lokale wildbeheerders. Rubbers had Schwab wat officieel ogende documenten laten zien, allemaal in het Frans en voorzien van stempels. Schwab had geen idee dat Rubbers de bevers in een nieuwe omgeving losliet zonder dat de lokale autoriteiten er iets van wisten.

‘Ik had alle toestemming die ik nodig had’, zegt Rubbers. ‘Wat in mijn hoofd betekende: geen toestemming.’

‘Hij gooide flink wat beverbommen’, zegt Schwab over Rubbers. ‘Hij wilde wat voor de natuur doen.’

Rubbers kreeg uiteindelijk een boete van 500 euro voor het gevangen houden en vervoeren van een beschermde diersoort, hoewel hij me vertelde dat de lokale autoriteiten de boete nooit hebben geïnd. In de jaren daarop keek hij tevreden toe hoe de bever zich door heel België verspreidde en rivieren en beken transformeerde. In de afgedamde poelen kwamen kikkers en vissen hun eitjes leggen, in het rottende hout van de omgeknaagde bomen krioelde het van de kevers en andere insecten. Al snel volgden de vogels, aangetrokken door al die beestjes.

‘België zou me dankbaar moeten zijn voor de diensten die ik het land heb bewezen’, zegt Rubbers.

Een geheimzinnig netwerk van natuurliefhebbers

Rubbers maakt deel uit van een geheimzinnig ondergronds netwerk van natuurliefhebbers die diersoorten terugbrengen in het landschap, zonder daar officieel toestemming voor te vragen.

Niet alleen bevers: er zijn ook mensen die wilde zwijnen droppen, er is een ‘vlinderbrigade’ die zeldzame vlindersoorten kweekt en overal loslaat, en een illegale groep die de boommarter – een van de zeldzaamste zoogdieren van Engeland– loslaat in de Britse bossen.

Sommigen komen, net als Rubbers, niet uit de wereld van de natuurbescherming. Anderen hebben wetenschappelijke titels, voelen de dringende noodzaak om natuurlijke ecosystemen te herstellen en nemen het heft in eigen hand.

De beweging wordt tegengewerkt door boeren die niet willen dat wilde dieren hun oogst vernielen, en door experts die vinden dat het herintroduceren van diersoorten gereguleerd en gecontroleerd moet gebeuren. Ze zeggen dat stiekem rewilden een misdaad is, hoe je het ook wendt of keert. De vrijbuiters onder de rewilders zeggen dat het juist een nog veel grotere misdaad is om tijdens een ingrijpende biodiversiteitscrisis die sleutelsoorten niet te herintroduceren.

Aan het begin van de twintigste eeuw was de bever in Europa vrijwel uitgestorven. Er werd op ze gejaagd vanwege hun gewilde vacht en Tegen 1900 waren er Nu is de bever terug, met een geschatte Europese populatie van ongeveer 1,5 miljoen – en natuurbeschermers en rewilders zijn het erover eens dat dat deels te danken is aan de beaver bombers.

Ook in Nederland is de bever aan een ware opmars bezig. Halverwege de negentiende eeuw was het dier hier uitgestorven, vooral dankzij de stroperij en de jacht. Maar eind jaren tachtig van de vorige eeuw werden door heel het land bevers uitgezet – via de officiële route. Naar schatting komen er nu in Nederland zo’n zes- tot zevenduizend voor, al worden ze niet officieel geteld.

In de 21ste eeuw zijn overal ter wereld – van tot – overstromingen, bosbranden en droogte. Het zijn grote, biljoenen kostende problemen. Terwijl de wereld in brand staat en het rampzalig is gesteld met de biodiversiteit, kan rewilden – de natuur helpen zichzelf te herstellen – voelen als een hoopvolle toevlucht. En, zeggen ecologen, bevers zouden weleens deel van de oplossing kunnen zijn.

Bevers: aanjagers van biodiversiteit

Bevers creëren levendige moerassige gebieden, die volgens klimaatwetenschappers grote hoeveelheden koolstof kunnen opslaan. Als een rivierstroom wordt afgeremd, krijgt het land de kans om zich meer als een spons te gedragen, door water vast te houden. Daarmee wordt het weerbaarder tegen overstromingen en droogte.

‘Bevers werken gratis, ook in het weekend, de hele dag door. Ze brengen het grondwater omhoog en zijn een aanjager van biodiversiteit’, zegt Schwab.

Nadat in 2021 in de Amerikaanse staat Oregon grote stukken bos waren verwoest door brand, bleven de drassige gebieden waar de bever leefde groen en weelderig, en functioneerden ze als natuurlijke brandgangen. Op luchtfoto’s van het geblakerde landschap zie je de habitat van de bever eruit springen, een

‘In mijn optiek zijn de beaver bombers de helden van deze tijd’, zegt Ben Goldsmith, een Britse geldschieter, schrijver en milieuactivist die fanatiek voorvechter is van rewilding. ‘Een mensenleven is maar kort – waarom zou ik niet degene zijn die de wilde kat terugbrengt in Waarom zou ik niet in een land met bevers kunnen leven als die hier thuishoren?’

Ik vraag Goldsmith of hij ooit heeft meegewerkt aan het stiekem terugbrengen van de bever. ‘Was ik op bredere schaal betrokken geweest bij beaver bombing’, zei hij, ‘dan zou ik dat waarschijnlijk niet tegen jou zeggen.’ Tot 2022 zat Goldsmith in de adviesraad van het Britse ministerie voor Milieu, Voedsel en Landbouw. Zijn oudere broer Zac was parlementariër en tot juni 2023 de klimaatminister van het Verenigd Koninkrijk.

In het wilde weg rewilden is niet zonder gevaren

Voor ecoloog en schrijver Alex Morss zijn de fanatieke rewildingbeweging en haar machtige donateurs een probleem. ‘Als het misgaat met dat anonieme, illegale en ongeoorloofde rewilden, wie moet dan de rotzooi opruimen?’, schrijft ze me in een e-mail. Samen met een groep ecologen en natuurbeschermers – veelal wetenschappers – maakt Morss zich zorgen over de gevaren die ontstaan als je mensen aanmoedigt het heft in eigen hand te nemen om het verdwijnen van soorten tegen te gaan.

In het wilde weg rewilden, zegt ze, vergroot de kans op conflicten tussen mensen en wilde dieren, en de kans dat ziektes zich verspreiden. Ook kan het zijn dat de biodiversiteit er juist onder lijdt, omdat de verkeerde soorten in de verkeerde omgeving terechtkomen. ‘Er zijn mensen die dieren loslaten en daarbij de grenzen van de wet opzoeken, of er zelfs overheen gaan’, voegt ze toe. ‘Mensen die beslissingen nemen op basis van hun eigen voorkeuren, en niet op basis van ecologische expertise of wettige, professionele en door bewijs ondersteunde natuurbeschermingsprincipes. Dat laatste is zorgvuldiger, maar ook een stuk minder glamoureus.’

Bevers kunnen bijzondere bomen kapotmaken, gewassen opeten en boerenland onder water zetten. In het Schotse Tayside, waar rond 2006 illegaal bevers werden uitgezet, schoten boeren de beesten dood zodra ze er eentje zagen. Er was geen wet die dat verbood; bevers zijn weliswaar een beschermde diersoort, maar officieel waren ze helemaal niet in Tayside. Het was, zei een ecoloog tegen me, een soort ‘wild westen’.

Ook op een aantal plekken in Nederland stuit de bever op weerstand van lokale bewoners en boeren. In Limburg wil het waterschap toestemming krijgen om het de bever zet met zijn dammen stukken landbouwgrond onder water en vreet bomen aan. Ook in gemeenten rond De Biesbosch klagen omwonenden over overlast van de Het dier is ‘een groter probleem dan de wolf’, zei BBB-politicus Wilbert Litjens

Morss zegt dat ze openstaat voor ‘echte’ rewilding, maar dat ze bang is dat de beweging wordt misbruikt door een handjevol geprivilegieerde mensen die een soort ‘eco-Disneyland’ willen maken van de laatste stukken kwetsbare natuur.

Via de officiële weg bereik je niks

De laatste jaren spreekt rewilding, en het idee van natuur de ruimte geven om zichzelf te herstellen, overal tot de verbeelding. In heel Europa zijn projecten als paddenstoelen uit de grond geschoten, veelal met geld van filantropen en enthousiast gesteund door politici. Maar veel van dit soort projecten lopen vast in bureaucratische moerassen en intense debatten over het wetenschappelijke nut van rewilding.

Veel mensen in de rewildingbeweging zeggen dat politieke leiders niet genoeg doen aan het herstellen van de biodiversiteit, waardoor de activisten geen andere oplossing zien dan op eigen houtje in actie komen, en zelf soorten te herintroduceren.

‘De Britse regering en Europese overheden vertragen continu alles’, zegt Tim Kendall, die een samen met zijn vrouw Fiona Mathews, voorzitter van Mammal Conservation Europe en hoogleraar milieubiologie aan de Universiteit van Sussex. ‘Als je de officiële route moet bewandelen, krijg je het niet voor elkaar.’

Goldsmith is uitgesproken over wat hij ziet als een reactionaire ‘vijfde colonne’ in de natuurbeschermingsbeweging. ‘Er zitten van die grijze figuren in de coulissen van overheidsinstanties en andere organisaties die de stekker uit dit soort projecten trekken, nog voordat ze een kans hebben gekregen’, zegt hij. ‘Dit zijn mensen die extreem voorzichtig zijn en zeggen: “We moeten zeker weten dat we élke mogelijkheid tot het bittere eind hebben onderzocht.” Ze voelen de urgentie niet.’

De fanatiekelingen in de rewildingbeweging vinden dat er iets radicalers nodig is dan de wetenschappelijk onderbouwde herintroductie- en beschermingsprogramma’s, die vaak met een slakkengang vorderen. Volgens Mathews ‘geven sommige wetenschappers knarsetandend toe’ dat we zonder de vrijgevochten rewilders ‘geen steek verder zouden komen’. ‘We zijn in allerlei landen al jaren en jaren aan het praten over het terugbrengen van de bever, en in feite gebeurt er helemaal niets.’

Langzaam en zorgvuldig rewilden? Daar is geen tijd meer voor

Als je je altijd aan de regels houdt, zegt Derek Gow, zal er nooit iets veranderen. De 60-jarige Gow werkte tien jaar als schapenboer in Devon, in het zuiden van Engeland, maar is nu een van de meest uitgesproken stemmen onder de rewilders.

Zijn moment van inkeer kwam toen een paar wulpen – Europese waadvogels – van zijn boerderij verdwenen. Ze stierven, zegt Gow, omdat ze nergens heen konden om te schuilen, voedsel te verzamelen of zich voort te planten. ‘Hoe ernstig en dieptriest is dat’, zegt hij. ‘Die vogels gingen dood omdat we met de schapen alles hadden platgemaaid tot een voetbalveld.’

Nadat de wulpen waren verdwenen, begon Gow zijn boerenwerk te zien als een voorbeeld van perfecte vernietiging. Hij keek naar de mannen met wie hij werkte, die hun hele leven in de landbouw hadden gezeten. ‘Ze kunnen zich nog de laatste grijze patrijs herinneren, de laatste glimwormen. Ze hebben niks voor de natuur gedaan, zijn alleen maar doorgegaan met dingen kapotmaken. Aan het eind van hun leven is dat wat ze zich zullen herinneren.’

Gow beheert nu een rewildingproject in Devon van ruim 120 hectare, met financiële steun van onder meer Goldsmith. Hij leeft tussen de wilde katten, wilde zwijnen, wilde paarden, bevers en ooievaars. Elke ochtend wordt hij wakker in een kakofonie van vogelgeluiden die door de bomen tettert. Hij beschrijft het aan de telefoon: boven hem vliegen pimpelmeesjes en roodborsttapuiten, langs zijn voeten loopt een waterspitsmuis.

Gow is vastbesloten: er is geen tijd meer om dingen langzaam en zorgvuldig te doen. ‘Ik vraag me oprecht af hoe de mensen die dit soort dingen moeten regelen – die ongelofelijk voorzichtig zijn, maar ook naïef en niet bereid om ook maar iets te doen –, hoe zij zich daadwerkelijk voelen als ze hun lange, lange carrière afronden en geen ene fuck hebben bereikt.’

Ik vraag hem of hij zichzelf ziet als een beaver bomber, een vrijbuiter, een losgeslagen rewilder? ‘Ik zou mezelf omschrijven’, zegt hij, ‘als een mens die zich zorgen maakt over het lot van de natuurlijke omgeving, in een tijd van massa-uitsterven, van crisis en ecologische ineenstorting. Elke andere titel boeit me niet.’

Gow gaf onlangs een bevervacht aan voormalig premier Boris Johnson, een uitgesproken en enthousiaste aanhanger van rewilding. ‘We gaan delen van het land rewilden, en in totaal dertig procent teruggeven aan de natuur’, zei Johnson in 2021 tijdens een bejubelde toespraak op een conferentie van zijn Conservatieve Partij. ‘Bevers die sinds de tijden van de Tudors niet meer zijn gezien, die werden doodgeknuppeld om hun vacht, duiken nu weer op in sommige rivieren. Als dat geen conservatisme is, beste vrienden, dan weet ik het ook niet meer.’

‘Build back beaver!’, voegde hij eraan toe. Johnson had eerder geprobeerd een paar bevers te schenken aan zijn vader, die een boerderij heeft in Somerset, maar werd naar verluidt

‘Een soort ecokolonialisme’

Rewilding is populair geworden bij de Knepp Castle, een middeleeuws landgoed van 1.415 hectare in Sussex, eigendom van Baronet Sir Charles Burrell, is misschien wel het bekendste Britse rewildingproject. Koning Charles III heeft in Transsylvanië een beschermd natuurgebied, een rewildingmekka dat ook wel bekendstaat als ‘het Yellowstone van Europa’.

Ben Goldsmith beschrijft grappend hoe er in chique Londense herenclubs een heuse zwarte markt is ontstaan voor wilde dieren. ‘Aan de lunchtafel in worden letterlijk gesprekken gevoerd waarbij de ene landbezitter bevers overdoet aan de andere’, zegt hij. ‘Zo van: “Zeg vrind, ik heb wat bevers op mijn boerderij in Perthshire. Ik kan er wel een paar naar jou in Herefordshire brengen?”’

Dit is een pijnpunt voor Morss. ‘Hoe gezond is het dat een elitaire klasse van onverkozen mensen haar rijkdom en privilege en invloed gebruikt om gebieden naar haar hand te zetten, in plaats van dat samen te doen met de regio’s, de gemeenschappen, met het “plebs” dat er woont en werkt en nu niks te zeggen heeft?’ zegt ze. ‘Het voelt als een soort ecokolonialisme.’

In Schotland heeft een groep miljonairs, miljardairs en grote bedrijven – die bekendstaan als ‘de groene landheren’ – enorme stukken van de Schotse Hooglanden opgekocht voor rewilding-, natuurherstel- en koolstofcompensatieprojecten. Onder hen de Deense fastfashionmiljardair Anders Holch Povlsen, de Zweedse Sigrid en Lisbet Rausing, erfgenamen van het Tetra Pak-imperium, en de pensioenfondsen Aviva en Standard Life.

De ‘groene landheren’-beweging krijgt de nodige kritiek; het zou een vorm van greenwashing en landroof zijn, die de grondprijs in het land opdrijft en lokale gemeenschappen het nakijken geeft. In een rapport aan de Schotse regering schrijft de Schotse Landcommissie – een adviesraad – dat het bezit van zo veel land door zo’n kleine groep veel weg heeft van een monopolie.

‘Het is niet democratisch of überhaupt verstandig als ongekwalificeerde rijke hobbyisten de leiding nemen over natuurherstel en rewilding’, zegt Morss.

De comeback van de lynx?

Op het land van Holch Povlsen beginnen bossen zich te herstellen. Het project krijgt die het ‘het meest opwindende en gelauwerde bosherstelprogramma van Schotland’ noemt. Er zijn visarenden gespot, steenarenden en boommarters – allemaal dieren die in het moderne Verenigd Koninkrijk heel zeldzaam zijn.

In het staat dat het wil bouwen aan ‘een cultuur van wederzijds respect tussen onze gemeenschappen’ en dat het steun wil geven aan ‘de levensvatbaarheid van de lokale economie en de kwaliteit van leven wil verbeteren’.

Maar de Britse online retailgigant ASOS, waaraan Holch Povlsen zijn miljarden mede te danken heeft, is in het verleden veel bekritiseerd omdat die een totaal andere missie had: het bedrijf ligt regelmatig onder vuur omdat het en omdat het bijdraagt aan de

Holch Povlsen en de gezusters Rausing hebben ook geld gegeven aan een onderzoek naar het terugbrengen van de lynx in de Schotse Hooglanden, een roofdier dat sinds de middeleeuwen niet meer in Schotland voorkomt. In Scandinavië, waar Povlsen en de Rausings vandaan komen, staat de lynx nog bekend als ‘de geest van het woud’, omdat het dier heel stilletjes jaagt.

Het kan zomaar dat ook de vrijbuiters onder de rewilders de lynx willen terugbrengen. ‘Het zou me niks verbazen’, zegt Goldsmith, ‘als we binnenkort de lynx zien opduiken in delen van Europa waar hij al tijden niet meer voorkomt.’ De hoop is dat het terugbrengen van de lynx in de Hooglanden de overtallige hertenpopulatie op natuurlijke wijze terugbrengt, om zo met minimale menselijke bemoeienis het overbegraasde landschap te herstellen.

Rewilding lost onze klimaatproblemen niet op

Thomas Cameron, hoogleraar toegepaste ecologie aan de Universiteit van Essex, is sceptisch. ‘Wetenschappelijk gezien is het een soort fabeltjesland’, zegt hij. ‘Het klinkt leuk en fraai. Het is een mooi verhaal. Het trekt veel geld aan, maar het zal het aantal herten niet terugbrengen.’ Hij voegt toe dat het honderden jaren zou duren voor zo’n maatregel ook maar iets doet – ‘en het is nú nodig dat er minder herten zijn’.

Cameron werkt aan een officieel beverherintroductieprogramma in Essex. Hij zegt dat dat nu al bijdraagt aan het voorkomen van lokale overstromingen. Maar hij zegt ook dat je moet uitkijken voor de ‘valse beloftes’ van mensen die graag bijna-verdwenen soorten herintroduceren. ‘De bever gaat de biodiversiteit niet redden. Bevers gaan klimaatverandering niet tegenhouden, omdat ze zorgen voor koolstofopslag.’

Er zijn grenzen aan wat de herintroductie van soorten kan betekenen – en de problemen van de planeet worden er niet mee opgelost, zegt Cameron. ‘Het idee dat het terugbrengen van soorten ons naar een soort utopie leidt, is gevaarlijk’, zegt hij. De wetenschap, benadrukt hij, ‘vertelt ons dat het simpelweg niet klopt. En de wetenschap vertelt ons ook dat we in een diepe crisis zitten.’

Het frustreert Cameron, die uit het noordoosten van Schotland komt, hoezeer Schotland en niet Engeland een rol speelt in de hoofden van mensen die roofdieren in het ecosysteem willen herintroduceren. ‘Het gaat altijd over Schotland – “oh, het is wild, kom, we gaan naar Schotland!” – terwijl de mensen daar veel armer zijn dan in het zuiden. Ze leven korter. Van het land leven is er een grotere uitdaging. Je hebt daar mensen met beperkte kansen, en dan willen we dit aan ze opleggen?’

De mens versus het wilde dier

Ook op het vasteland van Europa zijn er conflicten tussen rewildingprojecten en lokale boerengemeenschappen. In Asturië, in het noordwesten van Spanje, zijn sommige boeren woedend dat er wolven voorkomen. De Spaanse wolvenpopulatie, ooit op het punt van uitsterven, is sinds de jaren zeventig met zo’n vijfentwintighonderd exemplaren een van de grootste van Europa geworden.

Elk jaar doden de wilde beesten ongeveer elfduizend stuks vee, waarvoor boeren worden gecompenseerd door de overheid. Maar toen de regering met een wet kwam die het verbood om op wolven te jagen of ze te doden, ontstond er grote woede. In april 2023 kwam die tot een kookpunt, toen lokale inwoners de afgehakte koppen van twee wolven bij een gemeentehuis op de stoep legden.

‘Het conflict tussen de mens en wilde dieren is niet ver weg’, met daarbij een foto van de twee bebloede koppen.

In Italië is de radicaal-rechtse regering bezig de wetten op de jacht en de natuurbescherming terug te draaien. Toen een geherintroduceerde beer in april 2023 in Trentino een hardloper doodbeet, stelde de rechtse gouverneur van de regio zich keihard op: de beer moest geruimd worden. De gouverneur is sindsdien bezig met een eenmansmissie om de

Er klinken brede oproepen om te stoppen met rewildingprojecten. ‘We moeten die beren allemaal doodmaken en een einde maken aan de discussie’, schreef een twitteraar toen de hardloper was gedood. ‘Fuck beren en dieren’, zei een andere. Op de Italiaanse tv werd kijkers gevraagd: ‘Moet de beer worden gedood, ja of nee?’

In mei 2023 kwam in het nieuws dat er bevers waren opgedoken in de rivier de Tiber, boven Rome. ‘Ze moeten daar weg’, zei Claudio Barbaro, de Italiaanse staatssecretaris voor Milieu. Hij voegde eraan toe dat de bevers ‘illegaal waren binnengekomen’, waarin de taal weerklonk die de regering ook gebruikt in zijn antimigrantenretoriek.

Intussen werken in Oekraïne, aan de grens met Belarus, mensen en bevers samen. Oekraïense militaire leiders zeggen dat de moeraslanden die de bevers maken, met hun zompige bodems en drassige landschappen, het land beschermen tegen aanvallen van Rusland: een natuurlijke barrière langs de grens, waar tanks en infanterie moeilijk doorheen kunnen komen.

Een wereld zonder onze medeschepselen

Met zijn bandana en grijzige baard steekt Gerhard Schwab nogal af tussen de in donker pak gestoken zakenreizigers in de aankomsthal op het vliegveld van München. We rijden meteen door naar het Beierse platteland. Aan Schwabs sleutelbos bungelt een klein, dik speelgoedbevertje.

‘Toen ik een kind was, waren er nog veel meer wallen tussen de landerijen’, zegt hij terwijl we langs gigantische karakterloze weides rijden, met groene gewassen golvend in de vroege zomerzon. ‘Nu is het alleen maar fucking green. Vroeger had je er alles: allemaal soorten wilde planten en bloemen. De kleine greppels, de kreekjes: allemaal weg.’

Hij neemt me mee naar een zeldzaam stukje wildernis. Een lapje grasland, pal naast een drukke snelweg, is omgetoverd in een levendig moeras. Felblauwe libellen schieten over het water, de lucht lijkt te trillen van al het vogelgezang. Schwab wijst naar iets in de verte, en ik zie een stapel takken: een beverburcht.

We horen een koekoek roepen. Een geluid dat ik nooit eerder heb gehoord, hoewel het voor mijn moeder een vertrouwd geluid was – zij groeide op in Surrey in de jaren zestig. Sinds haar jeugd zijn er in Europa zo’n 550 miljoen vogels verloren gegaan. In het Verenigd Koninkrijk is het aantal koekoeken gekelderd met 70 procent. De opvallende roep van de koekoek markeert van oudsher het begin van de zomer, maar de meeste kinderen in het Verenigd Koninkrijk groeien op zonder ooit het geluid te horen.

De vreemdsoortige droefenis die wij mensen ervaren wanneer we een wereld betreden zonder onze medeschepselen heeft een naam: soort-eenzaamheid. Als we afgesneden zijn van de natuur, voelen we een existentieel verlies van de wereld, van hoe die er ooit uitzag en klonk.

Herstellen en repareren wat kapot is

Voor Ben Goldsmith valt de wanhoop over de vernietiging van onze wildernissen samen met zijn eigen verdriet over het plotselinge verlies van zijn dochter Iris. Als 15-jarig meisje, dol op de natuur, kwam ze in 2019 om het leven bij een ongeluk met een landbouwvoertuig. Sindsdien heeft Goldsmith zijn boerderij teruggegeven aan de natuur. Op de plek waar Iris stierf, ligt een cirkel van stenen. Niet ver daarvandaan, in de beek die zijn land doorsnijdt, is een familie van bevers verschenen.

‘Die familie is hier uit zichzelf terechtgekomen, wat iets prachtig ironisch heeft’, zegt Goldsmith. ‘Ze verschenen op magische wijze, op een punt in mijn leven dat ik dat heel erg nodig had. Het was een van de gelukkigste momenten van mijn bestaan.’

Bevers zijn veerkrachtige beesten. Toen in juni 2023 in Oekraïne de Kachovkadam instortte, stroomde een enorme hoeveelheid chemicaliën en giftige olie het omliggende landschap in, en werd een onnoemelijke hoeveelheid puin richting de Zwarte Zee meegevoerd. Maar te midden van de overstroomde puinhopen van Cherson werd een ‘Oké, werk aan de winkel’, zette een Britse tabloid Bevers zijn gewend aan wederopbouwen, aan herstellen en repareren wat kapot is.

Schwab weet zeker dat de bever ons allemaal zal overleven. Het dier loopt tenslotte al veel langer op aarde rond dan de mens – het oudste beverfossiel is ongeveer 30 miljoen jaar oud. ‘Als mijn en jouw botten zijn verdwenen’, zegt hij, ‘dan is de bever hier nog altijd.’

Dit artikel verscheen eerder in het Engels bij Vertaling: Hans Pieter van Stein Callenfels.