De man heeft het zwaar, echt waar. Wie neemt zijn problemen serieus?

De cijfers liegen niet: het gaat momenteel niet denderend met De Man. Dat leidt tot een identiteitscrisis met verstrekkende gevolgen, online én in de echte wereld.
De arena staat stampvol. Het blauw-roze verlichte publiek achter het podium staat rijendik, en deint mee op de bonkende muziek.
Over een zee van filmende telefoonschermpjes zoomt de camera langzaam in op het rijtje mannen op het podium en neemt ze een voor een in beeld: een soldaat in camouflage, een gespierde motormuis in leer, een bouwvakker met een haast obsceen dikke prak in zijn loeistrakke jeans, een besnorde cowboy in assless chaps. Een man met een politiehelm brult met rasperige stem de tekst van een bekend nummer in de microfoon.
It’s fun to stay at the Y.M.C.A.
They have everything for young men to enjoy
You can hang out with all the boys
Wie dit feest van borsthaar, spierballen en strak textiel aanschouwt, denkt misschien dat hij naar een Pride-optreden kijkt – het is vrij letterlijk de gayste show die je ooit zag. Het enige wat nog lijkt te ontbreken is een dragqueen in een glitterpakje. Toch heeft discoband The Village People voor deze gelegenheid een heel ander personage toegevoegd aan zijn iconische line-up van homo-erotische archetypen: een president.
De vers gekozen president van de Verenigde Staten, welteverstaan: Donald J. Trump.
Het is opmerkelijk dat Trump zowel in 2020 als 2024 ervoor koos om Y.M.C.A. als afsluiter voor zijn campagnebijeenkomsten te gebruiken. Lang gold het nummer als lijflied van de gay gemeenschap. Trump, hoewel niet uitgesproken anti-gay, distantieerde zich tijdens zijn campagne juist herhaaldelijk van de ‘woke uitwassen’ van de lhbti+-cultuur.
En nu staat hij op zijn eigen inauguratiefeestje naast een leather daddy met samengebalde vuistjes heen en weer te wiegen. Nogal een keuze.
Toch: wie de tekst van Y.M.C.A. letterlijk neemt, ziet hoe deze juist perfect aansluit bij de campagne van de recent opnieuw beëdigde president. Die was er namelijk in het bijzonder op gericht om jonge, gedesillusioneerde mannen naar de stembus te krijgen. En juist voor hen bevat het liedje louter opbeurende woorden.
Young man, there’s no need to feel down, I said
Young man, pick yourself off the ground, I said
Young man, ’cause you’re in a new town
There’s no need to be unhappy
Je hoeft je niet neerslachtig te voelen, jongeman, je hoeft niet ongelukkig te zijn. Krachtige woorden als je weet dat grote groepen mannen zich momenteel wél zo voelen.
Hoe de man terrein verloor op het gebied van onderwijs en welvaart
En dat is niet geheel zonder reden. De cijfers laten namelijk zien dat mannen in veel westerse samenlevingen behoorlijk slecht scoren op een scala aan leefdomeinen. In heel wat gevallen zelfs slechter dan vrouwen.
Neem onderwijs, die bakermat van verheffing en sociale mobiliteit. Waren het van oudsher de mannen die het meest naar school gingen en deze het vaakst verlieten met een diploma, inmiddels is dat beeld verschoven. Vergeleken met meisjes ronden jongens in Nederland minder vaak hun middelbare school af met een diploma, stromen ze vaker af naar lagere niveaus, blijven ze vaker zitten, en worden ze vaker geschorst of verwijderd.*
Deze achterstand werkt door in het hoger onderwijs. In de 38 OESO-landen had in 2022 gemiddeld iets meer dan 54 procent van de vrouwen tussen de 25 en 34 jaar een opleiding in het hoger onderwijs afgerond. Voor mannen van dezelfde leeftijd is dat slechts 41 procent.*
Vooralsnog vertaalde de voorsprong van vrouwen in het onderwijs zich niet naar een betere positie op de arbeidsmarkt: vrouwen werken en verdienen over het algemeen nog altijd gemiddeld minder dan mannen (met name vanwege de welbekende babyboete).

Toch zijn er tekenen dat er een omslagpunt ophanden is. Dat, althans, schrijft sociaal wetenschapper Richard V. Reeves in zijn boek Of boys and men, over de achterblijvende maatschappelijke positie van de moderne man.
Reeves laat zien dat de arbeidsparticipatie van mannen in hun piekjaren in de Verenigde Staten tussen 1970 en 2019 langzaam daalde, van 96 naar 89 procent. Met name onder jonge mannen is die daling fors. Volgens Reeves ligt dat vooral aan structurele economische verschuivingen: automatisering en globalisering treffen voornamelijk beroepen waarin mannen werkzaam zijn – productie, transport en de bouw. Beroepen waarin vrouwen inmiddels domineren, wat Reeves zogenaamde HEAL-beroepen noemt, hebben minder last van deze ontwikkelingen. Maar tot nu toe maken weinig mannen de overstap naar deze sectoren.
Daar komt volgens Reeves bij dat de economische positie van vrouwen de laatste decennia vooral verbeterde, niet in de laatste plaats omdat zij meer gingen werken. Sinds 1967 stegen de inkomsten van werkende vrouwen gedurende hun werkende leven met 33 procent, aldus Reeves.
Het gemiddelde uurloon voor Amerikaanse mannen piekte daarentegen rond 1970, en is sindsdien alleen maar gedaald. Een man die in 1983 de arbeidsmarkt betrad, verdiende gedurende zijn werkende leven ongeveer tien procent minder dan een man die in 1967 aan zijn werkende leven begon.
Zeker, met name in de hogere regionen van de arbeidsmarkt floreren mannen nog altijd, en is er voor vrouwen nog een wereld te winnen. Maar waar de gender pay gap de afgelopen decennia met maar liefst 19 procentpunten slonk, groeide het gat tussen hogere en lagere inkomens met maar liefst 12 procentpunt.
En juist die ongelijkheid, stelt Reeves, treft met name niet-geschoolde mannen.

Vader de man ervaart een gebrek aan betekenis
De gevolgen van deze tanende economische positie zijn groot. In zijn boek somt Reeves enkele ontluisterende statistieken op die volgens hem wijzen op de huidige ‘mannelijke malaise’.
Zo is 70 procent van de opiatenverslaafden in de Verenigde Staten man. Mannen plegen wereldwijd gemiddeld drie keer vaker zelfmoord dan vrouwen (in Nederland is dat twee keer vaker).* En in Amerika geeft inmiddels 15 procent van de mannen aan geen vrienden te hebben – vergeleken met slechts 3 procent in 1990.
Het probleem, aldus Reeves, is niet zozeer de kelderende economische positie van mannen, maar de culturele overbodigheid die veel van hen ervaren.
Een van de gevolgen van de verbeterde economische positie van veel vrouwen is bijvoorbeeld dat de huwelijkscijfers de afgelopen decennia enorm daalden; iets wat met name voor mannen slecht nieuws blijkt. Niet alleen zijn getrouwde mannen volgens Reeves gezonder, hebben ze vaker werk en een groter sociaal netwerk (meestal omdat hun vrouwelijke partners belast zijn met het onderhouden daarvan),* ook verleende het huwelijk mannen traditiegetrouw een belangrijk anker voor hun sociale identiteit. Het was de rol van kostwinner en beschermer die de man zekerheid en betekenis gaf.


Die zekerheid en betekenis gingen echter ten koste van vrouwen, die binnen het traditionele huwelijk vooral in een positie van afhankelijkheid verkeerden. In economische zin is die afhankelijkheid echter enorm afgenomen. Hun rol als moeder en verzorger ging met zijn tijd mee, in tegenstelling tot die van vaders.
Het resultaat, schrijft Reeves, is niet alleen dat mannen er in economisch opzicht slechter aan toe zijn dan een paar decennia terug, maar ook dat de man van nu lijdt onder een enorm gebrek aan betekenis.
Een gat waar inmiddels heel wat invloedrijke figuren een slaatje uit proberen te slaan.
De ‘manosfeer’ springt in het manvormige gat
De overwinning van Trump werd in heel wat media toegeschreven aan zijn succesvolle strategie om (terecht) gedesillusioneerde mannen voor zich te winnen. Hij presenteerde zich als een ‘sterke leider die de verloren glorie van de Verenigde Staten in ere zou herstellen’ – terug naar de tijd, kortom, waarin de man bovenaan de sociale hiërarchie stond.*
Maar Trump is slechts het topje van de ijsberg, als het om de herovering van de sociaal-culturele positie van de man gaat. De laatste jaren barst het van de opiniemakers, publieksintellectuelen en influencers die praten over mannelijkheid.
Sommige van deze namen zullen voor de Correspondentlezer welbekend klinken: Andrew Tate bijvoorbeeld, de ex-kickbokser die een aantal jaar geleden beroemd en berucht werd vanwege zijn vrouwonvriendelijke video’s (en recent werd aangeklaagd voor seksueel geweld en mensenhandel* ); Jordan Peterson, de Canadese psycholoog die worstelende tienerjongens per boek opdroeg wat vaker hun kamer op te ruimen, en ze ondertussen wat transfobie en complottheorieën over cultuurmarxisme op de mouw speldde; of Joe Rogan, de kooigevecht-commentator en host van de meestbeluisterde podcast ter wereld,* door wie Trump zich in de aanloop naar de verkiezingen liet interviewen.


Maar wie kent bijvoorbeeld Andy Elliott, Justin Waller, Myron Gaines, Casey Brown? Of, uit het Nederlandse taalgebied, Tibor Wouda, Nick Alper, of Daan Raijmakers?
Al deze influencers kun je rekenen tot wat de ‘manosfeer’ genoemd wordt: een los verband van online contentmakers en socialemediagebruikers die mannen proberen aan te spreken met een boodschap die ergens tussen zelfverwerkelijking en maatschappijkritiek in hangt.
In uiteenlopende categorieën – fitheid, financiële coaching, datingadvies, zingeving – verschijnen de manfluencers op het scherm van jonge volgers. In elk van deze categorieën steken ze de kijker een hart onder de riem of geven ze hem een schop onder de kont. ‘Het ligt niet aan jou’, zeggen ze op verschillende manieren, ‘dat het leven zo oneerlijk is voor mannen. Maar haal ondertussen maar het uiterste uit jezelf om te overleven.’
Die boodschap kent zeker goede kanten. Niet zelden wordt er gepleit voor emotionele steun onder mannen onderling. Veel manfluencers leggen nadruk op het pakken van je rol en verantwoordelijkheid als man binnen het gezin (hoewel dat wel altijd in de traditionele rol van de man als kostwinner en beschermer is). Ook ligt de nadruk op gezond, sterk en mentaal slagvaardig zijn, en wordt verteld dat je trots mag zijn en je successen mag vieren.
Maar het blijft niet bij adviezen als rechtop staan, je kamer opruimen, in de juiste crypto investeren of naar de sportschool gaan om als man je waarde te behalen.
Vrouwen van nu zijn volgens de manosfeer veel te vrijgevochten en losbandig. Influencers zijn ervan overtuigd dat een terugkeer naar traditionele genderrollen, archaïsche normen rondom de rolverdeling binnen het gezin, het huwelijk en de seksuele moraal beter zouden zijn voor iedereen. Elke invloed die de biologische realiteit van man-vrouwverschillen in twijfel trekt of geweld aandoet, is per definitie slecht, en in het nadeel van de man.
Een belangrijk onderdeel daarvan is een groot wantrouwen jegens instituties als wetenschap en media. Vanuit de manosfeer wordt allerlei misinformatie verspreid, soms in de vorm van zogenaamde ‘ evidence-based misogyny ’, de onbewuste of moedwillige verdraaiing van wetenschappelijke kennis om conservatieve en vrouwonvriendelijke ideeën met niet-kloppend bewijs te stutten.


De problemen van de man worden daadwerkelijk verwaarloosd
De populariteit van de manosfeer heeft uiteindelijk met één ding het meest te maken: de waarheid is namelijk dat het over het algemeen helemaal niet goed gaat met grote groepen mannen in onze en andere samenlevingen.
In Of boys and men laat Richard V. Reeves zien dat de manfluencers niet zomaar inspelen op een ‘gevoel’ van maatschappelijke achterstand, maar dat mannen momenteel op heel wat vlakken daadwerkelijk op achterstand staan. Die is alleen maar groter wanneer je kijkt naar mannen uit specifieke groepen; zwarte en latino mannen of mannen afkomstig uit armere milieus, stelt Reeves.
Wat Reeves overtuigend laat zien, is hoe weinig aandacht de achterblijvende positie van mannen krijgt.
In zijn boek noemt hij bijvoorbeeld beleidsmaatregelen die bedoeld zijn om studieverlating te voorkomen, met enorm positieve effecten. Maar als je beter kijkt, zie je dat die effecten vooral bij vrouwen zichtbaar zijn, en dat de studieverlatingscijfers bij mannen (sowieso al hoger dan bij vrouwen) hetzelfde blijven.
Toch wordt van zulk beleid vaak gezegd dat het een enorm succes is – zonder erbij te vermelden dat dat succes ongelijk verdeeld is.
Een ander voorbeeld is de coronapandemie: Reeves beschrijft hoe er vlak na de eerste lockdowns enorm veel aandacht kwam voor de effecten van deze maatregelen op de levens van vrouwen, mede omdat er voor vrouwen een ruim aanbod bestaat van organisaties en instanties die voor hun rechten strijden en hun problemen aanhangig maken. Over de effecten van de lockdowns op mannen hoorde je vrijwel niets; over het feit dat mannen bijna twee keer zo vaak stierven als gevolg van corona evenmin.
Niet omdat niemand erom geeft, maar omdat er niemand is die als taak heeft om deze effecten voor mannen te benoemen en aan te pakken.


Als de influencers uit de manosfeer benoemen dat het momenteel niet lekker gaat met de mannen, dan hebben ze stiekem een heel goed punt. Veel mannen voelen zich in de huidige maatschappij de Tweede Sekse, en zijn dat op bepaalde punten ook.
Volgens Reeves is het van groot belang de problemen van mannen als zodanig serieus te nemen en ze passend aan te pakken. Hij sluit zijn boek af met een aantal praktische aanbevelingen: laat jongens een jaar later met school beginnen dan meisjes (ontwikkelingspsychologisch zijn jongens daar volgens hem namelijk pas later aan toe), help mannen doorstromen naar HEAL-beroepen en zet in op een broodnodige update van de vaderrol.
Doe je dit niet, dan blijft er een gapend gat waar influencers uit de manosfeer gemakkelijk in kunnen springen.
De wrok die zij zaaien leidt inmiddels al tot verregaande politieke verschuivingen. Wie daar in elk geval al veel van merken, zijn vrouwen en andere sociale minderheidsgroepen. Abortusrechten, het bestaansrecht van transmensen, hun recht op toereikende zorg: de afgelopen tijd is het allemaal op de tocht komen te staan.
Maar ook mannen zelf hebben hier wat te verliezen. De luide stemmen binnen de manosfeer, en de politici die hun oren daarnaar laten hangen, verkopen de illusie van een terugkeer naar vervlogen tijden, waarin de man eenzaam aan de top van de menselijke hiërarchie stond. Terwijl we worstelende mannen ook zouden kunnen helpen met het vinden van een nieuwe rol van betekenis, en hen handvatten zouden kunnen bieden om deze rol in te vullen.
Want daar is uiteindelijk iedereen bij gebaat.