Wereldmoe? Alstu: drank en dieren

Lijm cognac-knipsels op dierenplaatjes en verover Azië. Kunstenaar Chantal Rens deed het. Maar vraag haar niet waar het op slaat.
Op redacties als de onze leeft momenteel nogal de vraag wat deze tijd precies nodig heeft. Tijdens de zoveelste vergadering over Oekraïne, Gaza, Trump, Musk, Poetin en Van Lienden had ik ’t:
Drank en dieren.
En laat dat nou net het fort zijn van collagekunstenaar Chantal Rens. Haar serie YOU RUN AROUND TOWN LIKE A FOOL AND YOU THINK THAT IT’S GROOVY bestaat uit honderden beelden van dieren met drank op hun rug. Ze gaan al tien jaar de wereld over.
Met name de Japanners en Chinezen zijn fan. Vrijwel alle fotoboeken die Rens uitgeeft, verscheept ze naar Azië. Maar ook Italiaanse fotofestivals lopen ermee weg – vorig jaar nog. Zie, een oud café in een middeleeuws kasteel in pittoresk dorpje Guiglia, uitzicht over glooiend Italiaans landschap, aan de muur een piepklein grijs lijstje: een pad met een plastic beker dood bier.
Momenteel zijn haar platen van drank op dier tot eind mei te zien in Schouwburg & Concertzaal Tilburg.
Ik vraag Rens hoe het zover is gekomen.




Toevalstreffer van wijlen Blokker
‘Dat was in 2014 om vier uur ’s nachts. Het was koud, ik was aan het opruimen in mijn atelier. Opeens viel uit een enorme berg plaatjes een los glas champagne uit een Blokker-folder op een foto van een hert. Precies op z’n rug. Soms ben je dan heel scherp in slaapdronken staat. Ik dacht: dit moet ik fixeren.’
‘Maar ik dacht ook meteen: ik vind dit nu grappig omdat ik heel moe ben. Morgen vind ik ’t niks. Toch ben ik nog twee jaar stiekem doorgegaan met drankglazen op dieren lijmen.’
Rens kon niet verklaren waarom ze dit deed, maar op een dag had ze zo’n tweehonderd drankdieren geknutseld, verborgen voor de wereld in dozen.
Plots, een nieuw idee: ‘Wat nou als ik het terugbreng naar honderd beelden en dat in een boek zet? En ze goed componeer, dat je een mooie beweging hebt, een mooie diversiteit. Misschien dat andere mensen dan ervaren wat ik ervaar.’ Wat eigenlijk? ‘Dat je alle verwachtingen helemaal loslaat en als een kind zit te spelen. Lekker.’
Aldus ontstond YOU RUN AROUND TOWN LIKE A FOOL AND YOU THINK THAT IT’S GROOVY (2016). Gevolgd door YOU RUN AROUND TOWN LIKE A FOOL AND YOU THINK THAT IT’S GROOVY 2 (2022). In beide boeken geen letter tekst. Geen moeilijke kunstessays, je hoeft er niks van te leren, er is geen boodschap.

‘Met tekst raak je heel die magie kwijt van dat het alles kan zijn. Je wordt nu gewoon verrast en laat je meevoeren door iets wat nergens op slaat.’ Iets waar Nederlanders overigens niet erg goed in zijn. ‘Hier komen altijd de vragen: Waar gaat het over? Waarom doe je dit? Waar slaat het op?’ En de klassieker: waar zit ik naar te kijken?’
‘In Japan is het gewoon van: o wow, wat geweldig, stuur meer. Ze zijn geraakt en het lijkt ze niet eens echt te interesseren waar het vandaan komt.’
Al komt het natuurlijk wel érgens vandaan, realiseerde Rens zich na maanden drankdieren lijmen. Maar dat is persoonlijk, en ze wil er niks over kwijt.
Big in Japan
Goed, hoe wordt een mens dan groot in Japan?
‘Het eerste boek stuurde ik op naar Printed Matter, een grote kunstboekenwinkel in New York die al sinds de jaren zeventig actief is. Zij promootten het meteen. Daar kwam een kunstboekenwinkel uit Tokyo op af, genaamd Utrecht – naar de woonplaats van Dick Bruna; in Japan zijn ze helemaal gek van Nijntje.’
‘Dat ging heel goed lopen. Beter dan in Nederland sowieso.’
Zo werd Rens onder andere uitgenodigd op het Asama International Photo Festival: Photo Miyota 2019.
‘Asama is midden in de natuur, een idyllische omgeving met een actieve vulkaan, de Asama. Waar wij naar Oostenrijk gaan om te skiën, gaan de Japanners naar dat gebied. Het is een resort-achtige omgeving. Rijke mensen hebben er een tweede huisje.’




‘Ze zeiden: we hebben helemaal bedacht hoe we jouw werk gaan tonen. We laten het zien op glass walls en dan 3D-view, dus helemaal rondom zie je die werken. Vind je het goed? Je kunt ook komen.’
‘En ik dacht: wow, echt typisch Japan, kosten noch moeite gespaard. Oog voor detail en afdrukken op glas – totaal gestoord, maar ja, als zij dat allemaal willen en kunnen: prima! Dus ik alles opgestuurd, het vliegtuig gepakt en ik kom daar aan…’
‘Waren het geen afdrukken op gLass.. Maar op gRass!’
Samengeperst gras, waar met touwen zeil omheen gespannen was, en daarop enorme dieren met drank. Het werkte. Honderden bezoekers gingen met de hooibalen op de foto, inclusief kinderen en de hond.
‘Ze hebben een probleem met de L en de R.’
Is het dan kunst?
En zo zijn de drankdieren alsnog geen grap. Rens maakt haar collages op basis van vernacular photography, of alledaagse fotografie. Daarmee staat ze in een vrij rijke traditie: andere kunstenaars verzamelen dit soort foto’s in boeken of op websites, schilderen ze na of eroverheen, of stellen ze zonder al te veel commentaar tentoon.
Een grootheid in de vernacular photography is landgenoot Erik Kessels. Hij maakt kunstboeken van bestaande foto’s. Rens: ‘Dan vindt hij bijvoorbeeld foto’s van een familie met een zwarte hond. En die hond is zó moeilijk te fotograferen dat het steeds een silhouet is. Dat componeert Kessels tot een boek waar iets heel tragisch en heel moois in zit.’
Of Kessels vindt foto’s van een restaurant met een varkentje: eindeloos veel foto’s van gezelschappen aan tafel met dat varkentje. Rens: ‘De manier waarop hij selecteert en de volgorde die hij maakt – hij schrijft er wél altijd een verhaal bij, hij is echt een storyteller – ja dat is grote kunst.’
Maar ook een goed drankdier ontstaat niet zomaar. Er zijn regels.

De dieren zijn bevroren en niet fanatiek aan het bewegen. Er mogen niet meerdere dieren op een foto staan. De dieren moeten niet vastzitten met een halsband. Ze moeten je niet aankijken, en ook niet naar elkaar kijken. ‘Soms passen er twee glazen op een rug: slecht idee, dat werkt totaal niet’, zegt Rens.
Hoe vindt ze al die losse glazen? ‘De beste glazen kwamen van Blokker, toen die nog gladde folders had. Wijlen Blokker. Ze stopten daarmee na mijn eerste boek. Toen werden hun folders een beetje wc-papier. Maar dan heb je nog de wijngids, oude kookboeken, foto’s – alles.’
Rens is altijd op glazen gespitst, het is inmiddels een afwijking. Op passerende beesten in het wild ziet ze fantoomglazen. ‘En ik photoshop niet, dus de achtergrond moet wel passen bij het glas. Je bent eindeloos aan het zoeken naar de juiste match.’
‘Nee, je kunt niet zomaar elk glas op elk dier zetten.’
‘Ik zou bijna zeggen: probeer het eens!’