Nog voor de invoering al uitgekleed: de strijd om de anti-wegkijkwet
Een wet tegen milieu- en mensenrechtenschendingen door ’s werelds grootste bedrijven: een jaar geleden was de meerderheid voor, maar nu wil de Europese Commissie deze wet alsnog afzwakken. Uitzonderlijk, maar passend binnen Europa’s nieuwe koers: minder regels, meer winst – ten koste van mens en milieu.
Nog geen jaar geleden werd de Europese anti-wegkijkwet aangenomen. Deze langverwachte wet moet milieu- en mensenrechtenschendingen in de waardeketen van ’s werelds grootste bedrijven tegengaan. Alle producenten – of ze nu meubels, kleding of levensmiddelen produceren – moeten zich hieraan houden.
Maar nog voordat de wet goed en wel van kracht is, stelt de Europese Commissie al weer voor hem af te zwakken. Dat is zeer uitzonderlijk, omdat er nog geen evaluatie van de wet is. Er wordt dan ook gevreesd* dat dit een precedent schept voor andere al aangenomen wetten.
Wat is er aan de hand?
Sinds de verkiezingen van vorig jaar is zowel het Europees Parlement als de Europese Commissie conservatiever geworden. Hierdoor is er nu meer steun voor het idee dat bedrijven niet te veel moeten worden belast met extra regelgeving* – een standpunt dat al langer wordt verdedigd door delen van het bedrijfsleven en sommige lidstaten.
Begin dit jaar bracht Mario Draghi, voormalig voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), een rapport uit* waarin hij schrijft dat de economische kloof tussen Europa en de VS groeit, mede door de strengere regelgeving voor Europese bedrijven. De Europese Commissie gebruikte dit als aanleiding voor een nieuwe beoordeling van haar beleid, wat tegenstanders van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive – zoals de wet officieel heet – de kans gaf hun lobby tegen de wet te hervatten.
Op 26 februari presenteerde de Europese Commissie een ‘omnibusvoorstel’ aan het Europees Parlement. Het voorstel behelst de aanpassing van een aantal belangrijke wetten, waaronder de anti-wegkijkwet, om de regeldruk voor Europese bedrijven te verminderen, en daarmee hun concurrentievermogen en winstgevendheid te versterken.
In werkelijkheid zwakt de Commissie de wet af.
Wat zijn de belangrijkste voorgestelde wijzigingen?
Waar bedrijven in de oorspronkelijke richtlijn zelf onderzoek moesten doen naar misstanden in hun hele waardeketen, hoeven ze zich nu alleen nog te richten op hun directe grote zakenpartners – terwijl de meeste milieu- en arbeidsrechtenschendingen dieper in de productieketen plaatsvinden. Ook de verplichting om klimaattransitieplannen daadwerkelijk uit te voeren, vervalt. Dat betekent dat bedrijven hun duurzaamheidsplannen niet hoeven te implementeren of te monitoren.
Daarnaast worden sancties versoepeld. Er komt geen vastgestelde boete van 5 procent van de omzet meer wanneer bedrijven zich niet houden aan de wet. De civiele aansprakelijkheid voor bedrijven vervalt, waardoor ze niet aansprakelijk gesteld kunnen worden voor schade aan betrokkenen door hun toedoen. In plaats daarvan moeten lidstaten – en niet meer de bedrijven zelf – ervoor zorgen dat slachtoffers gecompenseerd worden. Ook wordt het landen verboden strengere regels op te leggen dan de richtlijn voorschrijft.
Verder hoeven bedrijven niet meer jaarlijks te rapporteren over eventuele misstanden in hun waardeketen en hoe ze die gaan aanpakken, maar vijfjaarlijks. En de wet gaat weer een jaar later in: niet in 2027, maar in 2028. Deze aanpassingen maken de anti-wegkijkwet minder streng en verminderen de druk op bedrijven. Tegelijk roept de wijziging vragen op over de effectiviteit: is de wet na de afzwakking alleen nog een papieren tijger?
Wat levert dit op?
De aanpassing zal het bedrijfsleven vast en zeker tijd en geld besparen, maar kenniscentrum SOMO berekende dat het hier gaat om een minimale kostenbesparing.
In sommige Europese landen, zoals in Duitsland en Frankrijk, zijn onderdelen van de anti-wegkijkwet al verankerd in nationale wetten. Ook volgens internationale standaarden moeten bedrijven zich inzetten voor het tegengaan van milieu- en arbeidsrechtenschendingen.
De anti-wegkijkwet is een juridische versterking en verduidelijking van deze normen, ook bedoeld om oneerlijke concurrentie tegen te gaan met bedrijven die zich er niet aan houden.*
Om die reden zijn een aantal grote multinationals – waaronder Unilever, Ikea, Nestlé en Amazon – voorstander van de wet. Zij uiten juist hun zorgen over de plannen van de Europese Commissie, omdat dit alleen maar voor meer onduidelijkheid zorgt. Zo zei een vertegenwoordiger van voedselreus Nestlé in NRC dat ze zelf al veel onderzoek doen naar de milieu-impact en de mensenrechtenissues in hun productieketen. ‘De Europese regelgeving zorgt ervoor dat meer bedrijven dat moeten gaan doen. Dat creëert een gelijk speelveld en dat juichen we toe.’
Uit een recent verschenen studie* van de Finse overheid naar de impact van EU-duurzaamheidsregels blijkt dan ook dat bedrijven zich niet zozeer zorgen maken over overregulering of een gebrek aan concurrentiekracht, maar eerder over een gebrek aan richtlijnen, tegenstrijdige vereisten en veel onzekerheden.
Wat als dit wordt doorgevoerd?
Lang niet alle producenten waren dus voor, maar toch heeft de Europese Commissie flink zitten snoeien onder druk van Europese lidstaten en bedrijven, en dreigt de wet zijn tanden te verliezen. Zo ligt de grootste kans op mensenrechtenschendingen en milieuschade vaak verderop in de productieketen, bijvoorbeeld daar waar het katoen voor onze kleding geteeld wordt. Bedrijven hoeven straks niet zo ver in hun keten te kijken, als het aan de Commissie ligt. Ze kunnen dus nog steeds – of eigenlijk alweer –wegkijken van de misstanden in hun keten.
Bovendien verdwijnen cruciale handhavingsmechanismen: zonder civiele aansprakelijkheid, verplichte boetes en de mogelijkheid voor lidstaten om strengere sancties op te leggen, blijft er weinig over om naleving af te dwingen. Dit ondermijnt de impact van de wet. En het blijft onduidelijk hoe het schrappen van dit onderdeel het concurrentievermogen van bedrijven verbetert.
Het is te hopen dat het Europees Parlement en de lidstaten, die nu weer om de onderhandelingstafel moeten, ervoor waken de kersverse wet al weer uit te kleden. Of zoals Signify in NRC reageerde:* ‘We vrezen dat de doos van Pandora weer wordt geopend en de onderhandelingen worden heropend. Dat zou het onvoorspelbaar maken, en dat is slecht voor bedrijven.’