De kracht van Europa zit in zacht

De Amerikaanse president Donald Trump zet Europeanen graag weg als verwende, vastgeroeste softies, maar juist in onze zachte waarden zit onze weerbaarheid.
Als er een ding is waarvoor Europa níét gemaakt is, is het snelle verandering. Toch staat de EU noodgedwongen voor een enorme transformatie, nu duidelijk is dat de Verenigde Staten niet langer de betrouwbare bondgenoot van de afgelopen decennia zijn.
Koortsachtig toveren de lidstaten en de Europese Commissie het ene na het andere beleidsplan op tafel. Van de economie die op de schop moet tot het Europese klimaatbeleid dat verandert, en van versterking van de digitale Europese infrastructuur tot investeringen in militaire krachten.
De vraag is welke krachten de EU vormen, nu onder druk alles vloeibaar wordt.
Waarvoor vechten we?
Europa is nu vooral in reactiemodus, steeds reagerend op wat er nu weer gebeurt in Washington, of anders wel Moskou, Riyad of Beijing. Dat is niet verrassend. De EU heeft zich nooit de duidelijke politieke identiteit aangemeten die nodig is om zelf proactief op te treden. Maar nu Europa in zo’n stroomversnelling zit, dringt de vraag zich op: vanuit welke waarden en overtuigingen past de Europese Unie zich aan?
Alleen het maken van nieuw Europees beleid is onvoldoende. Dat kan alleen krachtig en samenhangend genoeg zijn, als het geworteld is in een idee van wie we zijn, waarvoor we staan en waar we naartoe willen. Anders gezegd: stel dat het Europese leger er komt, waar vechten we dan voor?


De afgelopen weken hebben duidelijk gemaakt dat de Amerikaanse president Donald Trump en zijn getrouwen de Europese Unie zien als directe bedreiging van hun autoritair kapitalisme. Vicepresident JD Vance ging tijdens de veiligheidsconferentie in München zelfs zover dat hij Europese landen zélf de grootste bedreiging van westerse waarden noemde – niet Rusland of China. Moest Amerika zo’n afglijdend continent nog wel beschermen, dreigde hij impliciet.
Vance’ woorden onderstreepten dat dit een strijd is waarin fundamenteel andere ideeën tegenover elkaar staan.
Instituties als bedreiging
De MAGA-beweging is gestoeld op twee stromingen. Aan de ene kant is er het extreme populisme en hardcore conservatisme dat de VS wil herinrichten naar nationalistische, christelijke waarden. Aan de andere kant is er het techno-optimisme van de Silicon Valley-bro’s. Zij zien technologische innovatie als morele plicht, elke begrenzing daarvan als moreel verwerpelijk. Democratie met haar nadruk op burgerbelangen en milieuregels is vooral een sta-in-de-weg.
Deze twee stromingen vinden elkaar in hun wens de gevestigde instituties te slopen. Progressieve doelen – zoals sociale rechten, milieuregels, hogere belastingen – staan op gespannen voet met bedrijfsbelangen, en maken ook een conservatieve inrichting van de samenleving onmogelijk. Dus: de bijl in het overheidsapparaat, NGO’s, media, universiteiten; de instituties waar de sociale doelen zo diep ingebakken zitten.


Als er een plek is waar sociale doelen diep in de instituties ingebakken zitten, is het Europa; en dat heeft ook invloed op de VS. De EU is met haar sterke regelmachine immers een bepalende factor in het opstellen van normen en regels op het gebied van zaken als digitale competitie, klimaatregulatie en AI. Het Amerikaanse bedrijfsleven – de broligarchen van de grote techbedrijven voorop – ziet die regels als een rem op de ontwikkeling, en Europa daarmee als een vijand.
Sommige MAGA-ideologen gaan nog verder: zij zien de EU als organisatie die als laatste bastion van democratie en liberalisme het Amerikaanse model bedreigt – en daarom vernietigd moet worden. Curtis Yarvin, een invloedrijke blogger met directe lijntjes met het Witte Huis, was er duidelijk over: het doel van Trumps buitenlandbeleid moet zijn om Rusland de vrije hand te geven in Europa om het liberalisme op het continent uit te roeien. Zodat de hele wereld ziet dat het liberalisme sterfelijk is.
Waarvoor staat Europa?
De Amerikaanse serie Succession verbeeldde het verschil tussen Amerika en Europa treffend. In het laatste seizoen komt de Amerikaanse directie van het fictieve media-imperium Waystar Royco tegenover het Zweedse bedrijf van Lukas Matsson te staan – een techondernemer met een vleugje Elon Musk. Ze zijn bang voor hem en zijn jonge team, maar peppen zich op door te wijzen op het feit dat ze met Europeanen te maken hebben.
‘Natuurlijk, ze zijn jong en fit. Maar ze zijn Européés. Ze zijn zacht. Ze hangen in hun sociale vangnetten. Zijn ziek van hun eindeloze vakanties en gratis gezondheidszorg. Ze denken misschien dat ze Vikingen zijn, maar wij zijn opgevoed door wolven. Ze hebben geen idee wat ze te wachten staat.’
Europa als het continent van de zachte waarden tegenover de business-minded Amerikanen; het is een cliché, maar – zoals vaker bij clichés – een beetje waar. Europa staat voor het zachte model van de verzorgingsstaat. We werken hier minder uren *en vinden de balans tussen werk en privé belangrijk. ‘De VS innoveert, terwijl de EU reguleert’, luidt een ander cliché: de EU zou meer bezig zijn met regeltjes dan met het aanjagen van innovatie.
In Europa ontbreken een gedeelde taal, Europese tradities en door de bevolking omarmde symbolen, en kronkelen de nationale geschiedenissen door elkaar heen. Maar in al zijn verschillen deelt Europa wel een model dat niet één groots politiek ideaal als uitgangspunt neemt – de heilige vrije markt, de volmaakte gelijkheid, of dogmatische traditionele waarden – maar steeds weer pragmatisch schippert tussen die idealen.


Wat hebben Europeanen, zich wentelend in hun veilig gereguleerde leventjes, in te brengen in een wereld die steeds meer draait om harde kracht?
Vaak wordt dit gezien als zwakte, à la Succession. Want wat hebben Europeanen, zich wentelend in hun veilig gereguleerde leventjes, in te brengen in een wereld die steeds meer draait om harde kracht? Blijft Europa achter als verouderd continent waar mensen zich kunnen vergapen aan werelderfgoed, maar zonder rol van betekenis op het wereldtoneel? Of als een prooi voor de grotere machten? Vraagt de geopolitieke situatie niet om meer harde kracht, terwijl Europa grossiert in ‘zacht’?
Daarmee onderschat Europa zichzelf.
Wie is nu werkelijk de sterkste?
Oké, het klopt dat de Amerikaanse economie de laatste jaren harder groeide dan die van de EU. En dat een Amerikaans inkomen veel hoger* ligt dan een Europees inkomen, maar corrigeren we voor gewerkte uren en wisselkoersen, dan vallen die verschillen deels weg. Bovendien komt die economische welvaart in de VS vooral terecht bij de bovenste laag van de bevolking. De onderste helft van de bevolking is beter af* in Europa.
De gemiddelde Amerikaan geeft drie keer meer geld uit aan zorg dan de gemiddelde Europeaan, maar leeft desalniettemin vier jaar korter (en zelfs zes jaar korter dan de gemiddelde Nederlander). Ook leidt de ongelijkheid tot allerlei maatschappelijke kwalen. Zo is de kans om vermoord te worden in de VS drie keer *zo hoog als in Europa.
Doordat in de VS zo veel van de welvaart terechtkomt bij de bovenste 1 procent, kunnen de dominante spelers de economie steeds meer naar hun hand zetten. Die machtsconcentratie bij een beperkt aantal bedrijven ondermijnt de tucht van de markt en maakt zo de economie uiteindelijk zwakker.
Ook de verwevenheid van politiek en bedrijfsleven is problematischer dan het al was in de Verenigde Staten. Trumps bromance met Elon Musk en zijn keuze het Witte Huis te gebruiken als Tesla-showroom zijn daar sprekende symbolen van. Dat politiek te koop is voor miljardairs, ondermijnt het principe van een voorspelbare overheid die rechtszekerheid biedt en handelt in het algemeen belang.


Markten haten jojo’s
Hiertegenover steekt die bespotte Europese regeltjesfabriek opeens gunstig af. Met haar bureaucratische machine en mededingingsbeleid zorgde de EU ervoor dat de Europese markt juist open en vrij bleef, want de duidelijke regels creëren, naast administratieve rompslomp, ook stabiliteit voor de lange termijn. Dat trekt weer investeringen en zorgt voor een gelijk speelveld. Al die regelgeving kan bedrijven ook dwingen om in innovatie te investeren. Denk bijvoorbeeld aan automakers die juist door Europese regels in toekomstbestendige technologieën investeren.
Het totaal onvoorspelbare Amerikaanse economische beleid – denk aan Trumps dagelijkse gejojo met importheffingen – maakt de EU juist aantrekkelijker als baken van stabiliteit. De beurskoersen laten zien hoe de mondiale financiële markten sinds Trumps inauguratie juist een groter vertrouwen in de Europese economie hebben dan in ‘Degrowth Donald’. MAGA wordt MEGA (Make Europe Great Again), schreef de Financial Times* al.
En dan heb ik het nog niet eens over de kansen die Trumps keuze om te stoppen met investeringen in hernieuwbare energie Europa bieden, of hoe de versterking van de Europese defensie een boost kan betekenen voor de economie.
Zacht is niet hetzelfde als zwak
Met het leegstromen van het comfortabele Amerikaanse bad waarin de EU dobberde, kan ze opeens zien hoe haar eigen lijf eruitziet. Er is veel te doen: industriepolitiek voeren, digitaal beleid optuigen, een kapitaalmarktunie opzetten. En natuurlijk, de EU moet meer harde macht ontwikkelen. Europa’s model van zachte waarden kan alleen overleven als het zichzelf ook kan verdedigen, dus eigen defensie is nodig.
Europa’s model van zachte waarden kan alleen overleven als het zichzelf ook kan verdedigen
De urgentie om samen te handelen is er nu, want als de geopolitieke stormen iets hebben verduidelijkt, is het dat de Europese lidstaten alleen weerloos zijn. Zelfs De Telegraaf heeft het van de weeromstuit opeens over een Europees ‘we’. Radicaal-rechtse partijen die zich altijd tegen Europese samenwerking hebben verzet, hebben het nu lastig. Zie Wilders’ daling in de peilingen. Ook illustratief: sinds Musk zich achter de Duitse AfD schaarde, ging het bergafwaarts in de peilingen. Dat je voor nationale autonomie strijdt door samen te spannen met Poetin en Trump is immers zelfs voor de meest gefrustreerde kiezer niet geloofwaardig.
Kortom, de Amerikaanse koers is juist een enorme kans voor Europa: de EU heeft krachten die andere grootmachten missen.
Als Europa wil overleven in een nieuwe geopolitieke richtingenstrijd moet het weten waar het vóór staat en geloven in zijn eigen model. Moet het leren geloven in de kracht van zacht.
