Waarom transparantie overschat wordt (en de VAR voetbal niet beter maakt)

Soms moet je niet te veel willen weten. Dat geldt voor het productieproces van frikandellen, het datingleven van je ex, maar ook voor voetbal. Alleen duwt de VAR tegenwoordig elk groezelig detail onder je neus. Dat kan anders.
Het is een van de klassieke scènes uit de filmgeschiedenis over goed en slecht.
In A Few Good Men staat advocaat Daniel Kaffee (Tom Cruise) in de rechtbank tegenover kolonel Nathan Jessep (Jack Nicholson). Twee van Jesseps mariniers worden verdacht van het vermoorden van een collega-marinier. Kaffee is hun advocaat.
De luie Kaffee wilde de zaak eerst schikken: de twee soldaten bekennen, gaan korte tijd de gevangenis in, de ware toedracht blijft onbekend. Maar Kaffee begint te beseffen dat de soldaten hebben gehandeld op bevel – van Jessep. Ze zijn niet grotendeels schuldig, maar grotendeels onschuldig. Schikken zou een doofpot zijn.
In de rechtszaal raakt de kolonel opgefokt door de ‘smerige kleine snotneus’ Kaffee. ‘You want answers?’ bijt Jessep hem toe. ‘I want the truth!’ schreeuwt Kaffee. Jessep ontbloot zijn tanden. Wil het advocaatje de waarheid? ‘You can’t handle the truth!’
De onverdraaglijke waarheid, aldus kolonel Jessep, is dat militairen de veiligheid van nukubu’s – nutteloze kutburgers – garanderen. En dat kan alleen dankzij een cultuur die door vrijheid verwende kutburgers zoals het advocaatje nooit zullen begrijpen.
Kaffee heeft Jessep nu bij zijn gekrenkte ballen. Als dat zo is: heeft de kolonel dan ook het bevel gegeven de marinier te straffen? ‘You’re goddamn right I did!’ schreeuwt Jessep – die stante pede wordt gearresteerd.
De slimme, moedige advocaat ontmaskert de trotse, macho kolonel. De boodschap is helder: laat het niet bij luie compromissen, blijf op zoek naar de waarheid en de wereld wordt er beter van.

Transparantie is een geweldig middel…
Of heeft de kolonel niet ook een punt?
Dit lijkt een irritante tegendraadse vraag. Kijk de film, en de arrogante, machtswellustige, vrouwonvriendelijke kolonel verdient alles wat hem overkomt. Maar in haar boek I can’t stop thinking about VAR – jawel: in een boek over voetbal – krijgt onderwijskundige en voetbalfan Daisy Christodoulou het toch voor elkaar je de vraag serieus te laten overwegen.
Ze wijst niet naar de man, maar naar de zaak. Als de nationale veiligheid afhangt van een cultuur die in het gewone leven niet door de beugel kan: wat dan? Willen we die cultuur precies kennen? En willen we, als we de excessen kennen, die cultuur dan veranderen? Of kunnen we dan niet meer terug? Zijn we dan gedwongen die cultuur te veranderen?
Transparantie is een krachtig wapen, stelt Christodoulou. Ze wijst op de oneliner* van de Amerikaanse rechter Louis Brandeis, die stelde dat zonlicht (transparantie dus) het beste desinfectiemiddel is. Ze haalt psychologische experimenten aan, waarin mensen harder hun best deden om een oordeel te vormen als ze wisten dat ze hun redenering in het openbaar moesten toelichten.
Ze citeert de filosoof Glaucon, die verhaalt over wat mensen zouden doen als ze de ring van Gyges konden dragen, een ring die hen onzichtbaar maakte (tl;dr: een boel slechte dingen). En ze noemt de Britse oud-premier Tony Blair, die hartstochtelijk pleitte voor de invoering van een wet waarin de overheid al haar informatie zou delen met haar burgers.
‘[I]nformatie is macht’, zei Blair, ‘en de houding van elke regering ten aanzien van het delen van informatie met de bevolking zegt veel over hoe zij macht ziet en hoe zij de verhouding ziet tussen zichzelf en de bevolking die haar heeft gekozen.’
En inderdaad: na de invoering van wetten zoals die van Blair, hebben journalisten allerlei vormen van overheidsfalen* blootgelegd.

…maar ieder voordeel heeft zijn nadeel
Maar er valt ook een boel lelijks over transparantie te zeggen.
De frikandel is een goddelijke snack, slechts overtroffen door de Viandel, maar het genot van de frikandel is nooit verhoogd door al te veel bewustzijn van wat er precies in zit. Voor wetten geldt hetzelfde, stelde de Duitse staatsman Otto von Bismarck: je wilt niet weten hoe ze worden gemaakt.
Wie de domheden, strijd en compromissen kent achter menig goede wet, zou waarschijnlijk schrikken. En als dat proces in het openbaar zou plaatsvinden, zouden die wetten er niet zijn gekomen. Tal van wetmakers zouden onnodig beschadigd raken. Zo concludeerde ook transparantieactivist Tony Blair.
In 2000 loodste hij als premier de Freedom of Information Act door het Lagerhuis. In de jaren erna merkte hij wat burgers allemaal deden met de bevrijde informatie: vrijwel niks. Er was eigenlijk maar één type burger dat interesse had in de wet: journalisten, maar die gebruikten de wet te vaak – aldus Blair – om ‘fophef’ te creëren.
Of de Britse overheid beter is gaan functioneren dankzij de nieuwe transparantie? Dat is lastig te zeggen. Wel zijn er aanwijzingen dat ambtenaren niet zozeer scherper, maar voorzichtiger zijn gaan werken. Of niet meer zeggen wat ze denken, of zelfs niets zeggen, uit angst dat een verkeerde snipper op straat belandt.
‘Als we weten dat wat we zeggen geopenbaard kan worden aan de bevolking,’ schrijft Christodoulou, ‘maakt dat ons scherper, maakt dat ons minder slordig, maakt dit het waarschijnlijker dat we goede beslissingen nemen? Of gaan we allereerst en bovenal veel minder dingen hardop uitspreken?’

De VAR: de Wob van het voetbal
Christodoulou geeft dit allemaal mee om te illustreren waarom de videoscheidsrechter in het voetbal zo’n matige oplossing is gebleken. (De titel van het boekje is gegarandeerd geen overdrijving.)
Voor wie niet helemaal in het voetbal zit: De VAR assisteert de scheidsrechter op het veld vanuit een tv-studio. Dankzij tientallen camerabeelden ziet de VAR situaties veel scherper dan de scheidsrechter op het veld. Belangrijke momenten – doelpunten, rode kaarten, strafschoppen – mist de VAR sowieso niet. De transparantie is praktisch compleet.
Het doel ervan: grote fouten uit het spel halen. Een belangrijke aanleiding voor de invoering van de VAR was een WK-kwalificatiewedstrijd in 2009 tussen Frankrijk en Ierland. Een Frans doelpunt werd ondanks een duidelijk geval van hands goedgekeurd; Ierland werd uitgeschakeld. De scheidsrechter kon niks zien; er stonden spelers in de weg.
Extra wrang: miljoenen tv-kijkers zagen wél wat er was gebeurd, dankzij de herhaling. Het was onverteerbaar dat de persoon die het meeste baat had bij het zien van het bewijs – de scheidsrechter – niet beschikte over het bewijs. En inderdaad: fouten zoals tijdens Frankrijk-Ierland zijn niet meer voorgekomen sinds de invoering van de VAR.
Maar betekent dit dat de VAR een succes is?
Hell no, zegt Christodoulou.
Elk doelpunt is schuldig totdat het tegendeel is bewezen
Het probleem is niet dat de VAR geen juiste beslissingen neemt. Het probleem is dat de VAR veel te veel juiste beslissingen neemt. De VAR en zijn transparantie, schrijft Christodoulou, brengen zaken aan het licht die niemand wilde zien.
Wie scherper kijkt, ziet nu eenmaal meer. En de camera’s van de VAR onthullen dat voetballers de spelregels veel vaker overtreden dan gedacht. En als je overtredingen ziet, dan moet je ze aanpakken, of je daar nu op zit te wachten of niet.
Christodoulou behandelt enkele ongewenste onthullingen. In januari 2020 gaat Declan Rice van West Ham United op het middenveld een duel aan. Hij wint het duel, zet twee tegenstanders op het verkeerde been en bereikt met een mooi passje een medespeler, die vervolgens scoort. Fraai doelpunt –* en geen speler van Sheffield United maakt bezwaar.
Maar dan seint de VAR de scheidsrechter in. Rice blijkt in het duel op het middenveld de bal tegen zijn hand te hebben gekregen. Rice kon hier niets aan doen; bovendien had hij er slechts minimaal voordeel van. Niettemin: formeel is dit strafbaar hands. Het doelpunt wordt afgekeurd. Verontwaardiging en verbijstering alom.
Inmiddels weet elke fan het. Een doelpunt is schuldig totdat het tegendeel bewezen is. De VAR controleert immers de complete toedracht van elk doelpunt. En in veel van die situaties blijkt volgens de letter van de wet een of ander strafbaar feit te schuilen. Een soort voetbal-fophef.
Christodoulou citeert ter illustratie de zeventiende-eeuwse Franse kardinaal De Richelieu, meer staatsman dan kerkvader: ‘Geef me zes zinnen die geschreven zijn door de eerlijkste mens, en ik zal in die zinnen iets vinden waardoor hij hangt.’

Oplossingen bestaan niet. Je kunt alleen uitruilen
Kan de VAR wel een oplossing zijn? Christodoulou denkt van niet, en ze plaatst dit falen in een breder perspectief. ‘Voor de meeste problemen bestaan geen echte oplossingen’, schrijft ze. ‘Je kunt alleen uitruilen.’ Ze citeert de evolutionair bioloog Randolph Nesse, die het menselijk lichaam ziet als een ‘pakketje vol uitruilmogelijkheden’.
‘Alles kan beter, maar alleen tegen een prijs. Je immuunsysteem zou sterker kunnen reageren, ten koste van meer weefselschade. De botten in je pols zouden dik genoeg kunnen zijn om veilig te skateboarden zonder polsbeschermers, maar dan zou je pols niet draaien en zou je een steen maar half zo ver kunnen gooien.’
‘Je zou als een adelaar een muis van een kilometer afstand kunnen spotten, maar geen kleuren meer kunnen zien. Je hersenen zouden groter kunnen zijn, maar je zou kunnen sterven tijdens de geboorte. Je zou minder gevoelig kunnen zijn voor pijn, maar dan zou je vaker gewond raken.’
Natuurlijk: de ene uitruil is beter dan de andere. Is je doel om paardenraces te winnen, dan wil je een paard met lichte botten en sterke spieren. Maar er is een punt waarop de botten van het paard zo licht worden dat ze makkelijk breken. Plots staat je gedroomde racemachine stil. Christodoulou: ‘Je hebt alles uitgeruild voor niks.’
De VAR blijft maar heerlijke frikandellen weggooien
Een tot stilstand gekomen doorgefokt racepaard is het voetbal nog niet. Maar voor Christodoulou wegen de voordelen van de VAR niet op tegen de onvoorziene nadelen. Vier springen eruit in I can’t stop thinking about VAR.
- Afgekeurde doelpunten waar niemand kwaad in ziet.
- Het regelmatige lange oponthoud wanneer de VAR een verdachte situatie checkt.
- Inconsistentie van beslissingen (vergelijkbare situaties worden verschillend beoordeeld).
- Het verlies van spontane vreugde over doelpunten (omdat elk doelpunt schuldig is totdat het tegendeel is bewezen).
Nu kun je zeggen: dit ruil je uit voor meer rechtvaardigheid. De voetbalbonden leveren regelmatig data aan waaruit blijkt dat er meer juiste beslissingen zijn genomen. Maar Christodoulou relativeert die statistieken, want een groot deel van die juiste beslissingen bestaat uit beslissingen zoals die bij Declan Rice. Beslissingen die alleen volgens de letter van de wet juist zijn. (Heerlijke frikandellen die in de prullenbak worden gegooid.)
De voetbalautoriteiten zijn overigens niet doof of blind voor de kritiek. Ze passen de regels regelmatig aan. Maar de aangedragen oplossingen leiden vaak weer tot nieuwe problemen. Christodoulou verklaart dit uit de fatale zwakte van de VAR: hij leunt op taal.

Taal is geweldig. Maar voetbal is niet te vangen in woorden
Na meer gevallen zoals de hands van Declan Rice werd de handsregel aangepast. Voortaan waren alleen onvrijwillige handsballen die ‘direct’ tot een doelpunt leidden strafbaar. Als er ‘enige tijd’ of ‘een zekere afstand’ tussen de handsbal en het doelpunt zat – zoals bij Rice het geval was – dan was het niet strafbaar.
Dit klinkt als ‘desinfectie door transparantie’, dit klinkt als een werkend systeem, maar dat is het niet. Want wat is precies ‘direct’? Wat is ‘enige tijd’? En wat is ‘een zekere afstand’? Taal, zegt Christodoulou, is een ontoereikend instrument gebleken om voetbal mee te beschrijven. De VAR ziet alles, maar kijkt door een onzuivere lens: de spelregels.
De ene scheidsrechter of VAR vindt iets wel ‘direct’ en de andere niet. Je kunt het hun niet verwijten, maar tot irritatie leidt het wel. En sommige spelregels zijn door de ‘verbeteringen’ zo lang geworden dat ze zelfs voor experts niet meer goed te begrijpen zijn.
Indirect bewijs daarvoor ziet Christodoulou in de toename van de lengte van de gemiddelde VAR-check. De VAR heeft steeds meer tijd nodig om beslissingen te toetsen aan de uitgebreide spelregels. Kortom: taal maakt de interpretatie van de regels vooral veel lastiger, en nauwelijks consistenter.
We zitten opgescheept met het slechtste van twee werelden, concludeert Christodoulou. ‘We hebben gezond verstand opgegeven, zonder er consistentie voor terug te krijgen.’
De VAR heeft geen kinderziektes meer. Dit is wat het is
Wordt de VAR nog beter? Niet als we op de huidige wijze blijven finetunen, zegt Christodoulou. De kinderziektes van de VAR zijn voorbij. En na zeven jaar finetunen genereert het systeem zulke absurde uitkomsten dat het van redelijke progressieven onredelijke reactionairen kan maken.
Vorige zomer gaf de wedstrijd Denemarken-Duitsland op het EK binnen een minuut twee exemplarische voorbeelden. Van Denemarken werd een doelpunt afgekeurd vanwege buitenspel dat niemand had gezien. In de aanval direct erna maakte de Deense verdediger Joachim Andersen hands. Of nou ja, de bal kwam tegen Andersens hand, zonder dat hij iets geks deed.
Dit is hoe mensen hun handen houden als ze in beweging zijn, schrijft Christodoulou. Niettemin! De VAR greep in, de scheidsrechter gaf een strafschop. Duitsland won de wedstrijd, en achteraf deden de verzamelde media in de mixed zone een zeldzame vondst: pislinke Denen. Dénen die pislink worden over het systeem – hoeveel bewijs heb je nodig dat er iets grondig mis is?
In 2009 was de scheidsrechter de enige die een overduidelijke handsbal miste; in 2024 was de scheidsrechter de enige die een nauwelijks waarneembaar buitenspel wel zag. Jack Nicholsons kolonel zou in zijn cel een triomfantelijk I told you so-dansje doen. ‘Zien jullie wel, burgertjes?’ zou hij hinniken. ‘Jullie hebben helemaal geen zin in de waarheid.’

En dan nu: de geniale maar onmogelijke ‘oplossing’
Een zekere mate van transparantie is onvermijdelijk, Christodoulou is geen tech hatende conservatief. Transparantie kán werken – als we op de juiste manier kijken. Ze heeft een ambitieus voorstel.
De VAR wordt als hightech verkocht, maar is stiekem lowtech. Een menselijke beoordelaar (de scheidsrechter) wordt gecorrigeerd door een tweede menselijke beoordelaar (de VAR). Beiden toetsen situaties aan de hand van ambigue regels. Niet zo gek dat het vaak misgaat, niet zo gek dat het vaak lang duurt, zegt Christodoulou.
Hier begint haar oplossing. Stap één is het dumpen van taal. Taal kan de intuïtie van voetbalkenners over wat een overtreding is niet vangen. Maar dat betekent niet dat er geen kennis is. Christodoulou vermoedt dat er onder fans, spelers, coaches en scheidsrechters een hoge mate van overeenstemming is – stilzwijgende kennis – over wat wel en wat niet bestraft dient te worden.
Uit die bron wil ze putten. Geef grote groepen van fans, scheidsrechters, coaches en spelers beelden van overtredingen – bijvoorbeeld van hands-situaties. Ze zien telkens twee situaties en moeten aangeven welke situatie meer ‘hands’ is. Hoe dit precies werkt, is een technisch verhaal – letterlijk een verhaal apart, dat hier binnenkort te lezen en horen is. Maar als je al deze oordelen bundelt, dan krijg je aan het einde een continuüm dat loopt van ‘absoluut geen hands’ tot ‘100 procent hands’.
Stap twee: trek een grens bij wat strafbaar hands is. Is dat 67 procent? 75 procent? Waar je de lijn ook trekt, je hebt al iets geweldigs bereikt: breed gedragen consensus over wat hands is. Declan Rice zou vermoedelijk zijn doelpunt houden; Duitsland zou geen strafschop hebben gekregen. (En wie zich het EK nog herinnert: Engeland zou geen strafschop hebben gekregen tegen Nederland, goddimme.)
Laat hightech de VAR fixen
Maar Christodoulou denkt verder. Bestaat de VAR zoals we hem vandaag de dag kennen over twintig jaar nog? Nee, zegt ze. Hoe de VAR tegen die tijd wel werkt? Dat is stap drie: waarom deze situaties niet voeden aan kunstmatige intelligentie?
Voetbal bestaat uit patronen die weliswaar niet makkelijk in woorden zijn te vangen, maar die vermoedelijk wel behoorlijk simpel te herkennen zijn in beelden. Als de huidige AI dat nog niet kan, dan die van de nabije toekomst dat wel – en als AI geen buitenspel of strafbaar hands kan herkennen, dan hoeven we ons sowieso niet druk te maken over AI die de wereld vernietigt.
Het experiment dat Christodoulou voor ogen heeft, moet dit uitwijzen. Potentieel resultaat: razendsnelle, betrouwbare checks van de scheidsrechter op het veld.
Zou dit kunnen werken? Welke onverwachte neveneffecten heeft de AI-VAR? En zijn die gevolgen erg, als het snel en precies is? Christodoulou wil een testperiode van twee jaar; ondertussen wil ze dat de VAR wordt stilgelegd. Waarom? Ze somt het op met de slogan die Engelse fans sinds de invoering van de VAR scanderen.*