De markt slaat terug: Trump verliest steun bij Republikeinen door zijn roekeloze handelsoorlog

Simon van Teutem
Correspondent Politiek

‘De markt’. Het woord alleen al heeft voor menig progressief tegenwoordig een bittere nasmaak. De markt, dat is privatisering, uitgeklede publieke voorzieningen,

Maar uitgerekend die markt blijkt nu de machtigste medestander van progressieven wereldwijd. Want zij maakt de Amerikaanse president Donald Trump een kopje kleiner bij zijn eigen achterban.

Trump koesterde in augustus nog grote ambities. ‘Vanaf dag één’, pochte hij, ‘maken we een einde aan inflatie en wordt Amerika weer betaalbaar.’ Trump zou de economie laten floreren als nooit tevoren.

Afgelopen maanden werd dat al regelmatig in twijfel getrokken, vooral omdat hij dreigde met draconische invoerheffingen. De markt geloofde hem niet direct – dat zou je haar nog wel kwalijk kunnen nemen. Maar vorige week brak de dijk.

Op woensdag 2 april, een dag die de boeken in zal gaan als ‘Liberation Day’, voegde Trump de daad bij het woord met een ongekend hard startschot van Zo verstoorde hij de markt.

Maar de markt houdt, zoals we weten, niet van populistisch-protectionistische verstoringen van haar natuurlijke orde. En dus crashten de aandelenkoersen onverbiddelijk. En dat blijft niet zonder ingrijpende electorale gevolgen.

Laat me allereerst enkele veelzeggende cijfers op een rij zetten, die illustreren hoe Trump het land in economische onzekerheid stort, en die ervoor zorgen dat de onrust onder Amerikaanse kiezers, inclusief zijn trouwste achterban, gestaag toeneemt.

Paniek op Wall Street

Om te beginnen: Trump deed hetzelfde met economische onzekerheid als een wereldwijde pandemie, zoals de grafiek hieronder laat zien. Ja, zijn economische roekeloosheid blijkt voor de markt niet te onderscheiden van een dodelijk virus dat zich razendsnel over de aardbol verspreidt.

Zakenbank J.P. Morgan schat de kans op een Amerikaanse én wereldwijde recessie op

Een direct gevolg hiervan is dat Amerikaanse kiezers nu massaal verwachten dat de economie het aankomende jaar in een vrije val raakt. Die sombere verwachting is zelfs nog sterker dan aan het begin van de financiële crisis van 2007, toen de bank Lehman Brothers instortte.

De economie, dat klinkt misschien wat abstract, maar het gaat natuurlijk over heel concrete zaken: banen, huishoudboekjes en prijzen in de supermarkt.

Een meerderheid van de Amerikanen gelooft nu dat de Driekwart van hen denkt bovendien dat de inflatie sneller stijgt dan hun loon in en men verwacht

Vooral dat laatste is frappant, want juist aan inflatie zou Trump zo triomfantelijk een einde maken op ‘dag één’.

Scheuren in het Republikeinse front

De hamvraag is of Amerikaanse kiezers, en met name de Republikeinse achterban, Trump verantwoordelijk zullen houden voor deze economische terugval. Of zitten ze inmiddels zo diep verschanst in hun ideologische loopgraven, ieder met een eigen alternatieve waarheid, dat de materiële werkelijkheid volledig is losgezongen van hun politieke perceptie?

De cijfers liegen er niet om. Een groeiende meerderheid van de Amerikanen velt inmiddels een negatief oordeel over het economische beleid van

Maar voor een gedetailleerd beeld moeten we een onderscheid maken tussen kiezers die zichzelf identificeren als ‘Make America Great Again’ (MAGA) – de harde Trump-kern – en andere Republikeinen. Ongeveer de helft van de Republikeinen rekent zichzelf tot MAGA, en voor hen weegt het vraagstuk van migratie doorgaans zwaarder dan banen of

Zoals de grafieken hieronder onmiskenbaar aantonen, blijft de MAGA-aanhang onverminderd trouw aan Trump. Zij keuren zijn beleid aangaande inflatie, banen en de economie nog steeds goed.

Maar bij de andere helft van de Republikeinse kiezers doet zich iets opmerkelijks voor: bij deze groep verliest Trump in ongekend tempo steun voor zowel zijn economische beleid als zijn algemeen functioneren.

Niet de eerste keer

Zelfs in Republikeinse kringen beginnen kopstukken te morren. Senator Ted Cruz waarschuwt nu openlijk voor een electoraal ‘bloedbad’ bij de midterms als Trumps invoerheffingen daadwerkelijk tot een recessie leiden.

Dit is overigens niet de eerste keer dat de markt korte metten maakt met populistische luchtfietserij. In het Verenigd Koninkrijk werd Liz Truss na slechts 44 dagen premierschap gedwongen af te treden toen haar ongedekte belastingverlagingen het pond sterling lieten kelderen en de rente op Britse staatsobligaties de lucht in joeg.

De markt sprak, en Downing Street luisterde.

Een onverwachte wending: de markt, jarenlang verguisd door links, ontmaskert Trump effectiever dan wie dan ook – haar oordeel staat in rode cijfers op Wall Street.