De Noordzee is géén bruine soep! Schokkende beelden onthullen kleurenpracht

Na zes jaar en meer dan duizend duiken had cameraman Peter van Rodijnen op beeld wat millennia onzichtbaar bleef: het leven in de Noordzee. In de nieuwe natuurserie De Wilde Noordzee toont hij een magische wereld pal voor de Nederlandse kust; een technisch én logistiek huzarenstukje.
‘Het is voor jullie een scène van nog geen vijftig seconden. Maar ik heb gewoon 35 duiken moeten maken om dat moment te pakken. Midden in de winter!’
Cameraman en duiker Peter van Rodijnen, afkomstig uit de kassen van het Westland, is lyrisch over de geboorte van een babykwal.
Op de bodem van de Oosterschelde vond hij de poliepen van een oorkwal, precies op het punt van ‘strobuleren’: als de minuscule schijfjes zich losworstelen van de poliep, en zich in de weken erna volzuigen met water tot volwaardige kwallen.
‘Zo’n kwalschijfje is echt piep-, piep-, piepklein, met het blote oog bijna niet te zien. Het moment dat je links en rechts een paar van die schijfjes los ziet komen... en dat eentje dan wegzwemt!’
‘Ja, dat is wel heel tof om op film te hebben. Omdat ik weet hoeveel moeite dat kost!’
Van Rodijnen dook in zes jaar tijd ruim duizend keer in de meest onfilmbare en ongefilmde zee ter wereld: de Noordzee. Het leverde hem 750 uur aan materiaal op, waarvan vorig jaar al anderhalf uur te zien was in de succesvolle speelfilm De Wilde Noordzee (2024).*
Maar nu heeft Van Rodijnen er ook een gelijknamige, vierdelige natuurserie van gemaakt. Alle onderwaterbeelden hierin zijn van zijn hand: een verbluffend mirakel, en dan ook nog te zien bij de EO. Vanaf 13 april.


Nimmer vertoonde Noordzee
De Wilde Noordzee toont voor het eerst de verborgen onderwaterwereld in Nederlandse wateren, maar toch vooral in de Noordzee – van de Schotse eilanden tot aan de Noorse fjorden, van de reuzenhaai via papegaaiduikers, zeekatten en zeekomkommers tot het plankton.
Europa’s grootste en belangrijkste natuurgebied – jazeker, de Noordzee – was nog nooit vastgelegd. Heel raar, aangezien het toch min of meer de ‘thuiszee’ is van bijvoorbeeld de BBC.
Waarom niet? En waarom was het aan een zonderlinge Nederlander met veel te veel doorzettingsvermogen, om dat euvel in zijn eentje recht te zetten? Ik zocht Van Rodijnen op in z’n hoekhuis met kippen in de tuin nabij Hoek van Holland.
De Noordzee is geen plek voor een mens
‘Het is sowieso lastig filmen in de natuur’, steekt Van Rodijnen van wal. ‘Er is geen draaiboek dat zegt wat je op dag drie gaat doen, hoe iedereen gaat bewegen of waar ze überhaupt gaan staan op de set. De natuur laat zich niet regisseren.’
En wil je natuur filmen onderwater, dan komen daar nog een flink aantal handicaps bij. Op land kun je bijvoorbeeld dagen met een lange lens in de vrieskou liggen wachten op een sneeuwluipaard dat niet komt. Maar in zee kun je niet eens zo lang zijn. ‘Een duik in de Noordzee duurt maximaal een uur, je bent altijd in beweging en kunt iets van drie duiken maken per dag, afhankelijk van omstandigheden’, zegt Van Rodijnen. Oftewel: complexe logistiek.
Dan die omstandigheden. Van alle wateren die je kunt kiezen als cameraman, is de Noordzee de grootste ramp. Het is een van de ruigste zeeën ter wereld, met haar wisselvallige weer, krachtige golven en chaotische stromingen door ondieptes en riviermondingen. ‘Deze zee moet je eerst op met je boot. Je moet ergens voor anker kunnen. En dan heb je nog geen enkel shot gemaakt’, zegt Van Rodijnen.
Niet voor niets ligt de Noordzeebodem bezaaid met vikingschepen, driemasters uit de Gouden Eeuw, transportschepen uit Azië en viskotters in alle formaten – stille getuigen van Noordzeese krachten. Maar de natuur laat niks onbenut. Elk wrak is een levend kunstwerk van zeeanemonen, sponzen, pennenschaften en spookkreeftjes. Van Rodijnen toont het ons in magisch beeld.


De Noordzee is al helemaal geen plek voor een camera
Duik je eenmaal toch die Noordzee in, dan heb je naast stroming, diepte en kou, rekening te houden met nog één allesbepalende factor: het zicht. En het zicht in de Noordzee is notoir slecht, zeker voor de kust van Nederland. Alleen al omdat het een delta is, met rivieren als de Rijn en de Maas die sediment afvoeren, is het water troebel en bruin. Van Rodijnen: ‘Als je enkele meters ver kunt zien, mag je blij zijn.’
Dit zicht laat zich niet voorspellen. ‘Pas als je overboord stapt, weet je wat het doorzicht is die dag.’ Klinkt dramatisch. Van Rodijnen knikt: ‘Vier op de vijf duiken worden niks.’
Een megadure grap zo, al die waterdichte camera’s, duikpakken en boten. ‘Plus de onzekerheid van: gaan we wel met de beelden thuiskomen die we nodig hebben? Dit is denk ik een van de redenen waarom de BBC met een vrij grote boog om de Noordzee heen is gelopen’, zegt Van Rodijnen. ‘Die schieten liever in helder water.’

Anekdotes van het waterfront
Stel, je wilt filmen bij de Doggersbank, zo’n 100 à 150 mijl van de kust, midden in de Noordzee. Dat is anderhalve dag varen eer je er bent. Je haalt de nacht door. En dan: niks te zien. Is het Van Rodijnen overkomen?
‘Nou, we hadden een keer een week draaien gepland op een oud gasproductieplatform dat Halfweg heet, een uurtje of vijf varen vanaf de kust van Den Helder. Het ding is klaar om ontmanteld te worden, maar wij wilden laten zien dat op die constructie nu allerlei leven leeft. Dat het nu een man made reef is, zeg maar. Biologen doen er ook onderzoek naar.’
Midden in de zomer, wanneer de omstandigheden normaal gesproken goed zijn, had Van Rodijnen alles zo georganiseerd dat hij dagen achter elkaar, op dezelfde plek, dezelfde duiken kon maken. ‘Dan kun je scènes opbouwen. Ik had goede hoop.’
‘Maar je stapt het water in, en het eerste wat je ziet is gewoon weer die bruinige zweem: afstervend plankton. Supergezond en een goed teken dat het er is, maar het is heel irritant. Als je dan naar dertig meter diep duikt, is het net alsof het licht uit is.’
‘Je werkt sowieso met belichting om de bonte kleuren van bodembeestjes op te halen. Maar als je van boven niks krijgt, lijkt alles op een nachtduik. Dan knallen de kleuren niet van het scherm. En dat is toch wat je wilt, want je weet dat het kan. Dat is ook waar iedereen zo superverwonderd over is na het zien van de film: “Dit? In onze Noordzee?”’
‘Je wilt juist niet bevestigen dat het een bruine soep is – wat het wel is, maar lang niet altijd!’


Afzien in de pauze
Alle moeite ten spijt heeft het man made reef de film en serie niet gehaald. Maar wat wel? Wat is zo’n huzarenstukje dat wél gelukt is?
Van Rodijnen vertelt over het geluk van last minute zwemmen met 25 reuzenhaaien, over een groep orka’s die gezamenlijk uit het water springt nét als zijn cameradrone in de lucht hangt. ‘Maar ik ben ook super-, supertrots op m’n oorkwalscène.’ O ja, van de 35 duiken in de winter.
Dan is er nog de hooiwagenkrab die zich vermomt met stukjes spons, het ontstaan van een school sociale en gevoelige steenbolken, de enorme jaarlijkse conferentie van spinkrabben op de zeebodem of het zeepaardje dat zich ontpopt als angstaanjagend roofdier.
En bij alles het besef: verlaat je even de bank voor chips, dan mis je zomaar een fragment waar Van Rodijnen een maand (!) voor in zee lag.
‘Ik duik al heel wat jaar op die Noordzee. Ik weet hoe fantastisch mooi het is, als de omstandigheden goed zijn en alles op zijn plek valt. Je voelt je dan echt bevoorrecht dat je dat als een van de weinigen allemaal kan zien en ervaren.’
‘Dat wilde ik gewoon delen.’
Bekijk natuurserie De Wilde Noordzee op NPO1.