Hebben we het over de rechtsstaat, dan hebben we het over een menswaardig bestaan
De zorgen over het verval van de rechtsstaat zijn groot in het Westen. Het Witte Huis wordt bewoond door een wannabe-dictator, terwijl het populisme in vrijwel heel Europa in opmars is.
En populisten, wel ja, die hebben weinig met die rechtsstaat. Hun ambitie om ‘de wil van het volk’ door te drukken botst namelijk regelmatig met wetten en rechterlijke toetsing. Heel vervelend.
Voor wie wil begrijpen wat rechtsstatelijk verval in de praktijk betekent, zijn Polen, Hongarije en Turkije de voorbeeldlanden. Op papier zijn het nog democratieën met verkiezingen, politieke partijen en rechtbanken. In werkelijkheid zit de rechterlijke macht er onder de knoet van de politiek. Democratische vrijheden en mensenrechten worden er ingeperkt – of op zijn minst selectief toegepast. De persvrijheid is vrijwel verdwenen.*
Het uithollen van de rechtsstaat gebeurt in sommige gevallen opzettelijk
In deze landen, en nu ook in de Verenigde Staten, zien we opzettelijk rechtsstatelijk verval. Politieke leiders gedragen zich bewust als olifanten in de rechtsstatelijke porseleinkast: ze willen de rechtsstaat afbreken en anders vormgeven. Het einddoel van dit opzettelijk verval is politieke overheersing. Niet het recht als hoogste goed, maar de wensen van de politieke leiders – wat neerkomt op autocratie.
Ook in Nederland zien we regelmatig opzettelijk rechtsstatelijk verval. Uit een analyse van de verkiezingsprogramma’s voor de verkiezingen van 2023 bleek dat 40 procent voorstellen had die in strijd zijn met de rechtsstatelijke principes. Het ging daarbij vooral over inbreuken op de rechtszekerheid, op fundamentele mensenrechten en op de toegang tot een onafhankelijke rechter.*
De wensen van onze huidige politieke leiders clashen regelmatig met de grenzen van de rechtsstaat. Om het strengste migratiebeleid ooit te realiseren, wilde het kabinet een asielnoodwet invoeren. Daarmee zou het kabinet de Eerste en Tweede Kamer de facto buitenspel kunnen zetten. De uitleg van premier Schoof: ‘Mensen ervaren een asielcrisis, daarom komen we binnenkort met een noodmaatregel.’*
Fun fact: ongeveer 53 procent van de Nederlandse bevolking had niet echt problemen met zo’n noodwet.* Die wet kwam er evenwel niet.
Wel komt er binnenkort de Asielnoodmaatregelenwet.* Zowel het College voor de Rechten van de Mens als de Raad van State hebben de wet zwaar bekritiseerd: onrechtstatelijk en onuitvoerbaar. Minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber (PVV) gaf aan niets aan de wet te zullen wijzigen. Ook grote leider van de PVV Geert Wilders ging vol op het orgel:* ‘Ondanks alle tegenwerking gewoon snel en ongewijzigd invoeren die asielwetten.’
Bijzonder: het advies van de hoogste bestuursrechter – want dat is de Raad van State – ‘tegenwerking’ noemen.
Wanneer de overheid onvoldoende zorgt voor sociale rechten, is er sprake van onopzettelijk verval
Wanneer er in Nederland geroepen wordt dat de rechtsstaat in verval is, gaat het hoofdzakelijk over dit soort opzettelijk verval. Het risico op een autocratie. Het gaat dan om de bewuste aanval op de kernprincipes van de rechtsstaat, zoals in Polen, Hongarije en Turkije. Zoals nu ook in de Verenigde Staten gebeurt: de scheiding der machten ondergaat een stresstest, de trias politica wankelt.
Wat we vaak over het hoofd zien, is een andere vorm van rechtsstatelijk verval. Volgens hoogleraar rechtsfilosofie Ronald Tinnevelt is het belangrijk om onderscheid te maken tussen opzettelijk en onopzettelijk rechtsstatelijk verval.* Om de rechtsstaat te beschermen, moeten we ook naar onopzettelijk verval kijken.
Van onopzettelijk rechtsstatelijk verval is sprake wanneer het de overheid onvoldoende lukt om burgers een menswaardig leven te garanderen. Er is dan niet per se een directe intentie om de rechtsstaat te schaden, zoals bij opzettelijk rechtsstatelijk verval, maar bepaalde maatregelen of omstandigheden leiden onbedoeld tot een afname van de werking van de rechtsstaat.
Dat gebeurt wanneer de overheid onvoldoende zorg draagt voor sociale rechten als wonen, zorg, werkgelegenheid, onderwijs en bestaanszekerheid. Maar ook als ze haar burgers te weinig beschermt tegen haar eigen macht. Denk bijvoorbeeld aan de stijging van het aantal dakloze mensen,* de hardnekkige armoede,* de veel te strenge bijstandswet* of het toeslagenschandaal.
In Nederland is er een redelijk grote groep mensen die het moeilijk heeft om het hoofd op een fatsoenlijke manier boven water te houden, legt Tinnevelt uit. Er zijn armen, werkende armen en een grote groep die op de wip zit en de angst heeft om terug te vallen. Volgens Tinnevelt moet de belofte van de rechtsstaat zijn: we gaan de rechten van burgers niet alleen op papier erkennen, maar ook effectief waarborgen.
Een kwetsbare rechtsstaat raakt mensen diep in de kern van hun bestaan
Als een overheid niet meer goed zorgt voor de welvaart en het welzijn van haar burgers, wordt ‘de rechtsstaat’ iets heel anders voor burgers dan, in politiek jargon, ‘een belangrijke democratische waarde’.
Dan wordt een kwetsbare rechtsstaat opeens een concrete realiteit, die mensen diep in de kern van hun bestaan raakt.* De behoefte aan directe en eenvoudige oplossingen wordt dan groot.*
Lang niet iedereen is van mening dat minderheden dezelfde rechten moeten hebben als de meerderheid. En ondertussen steunt ongeveer een derde van de Nederlanders een meer autocratische of technocratische vorm van bestuur.* Zelfs onder de mensen die dat niet willen, bestaat het idee dat de overheid zich niet altijd aan het recht hoeft te houden.*
Hoe zijn we op dit punt beland?
Populisten spelen in op het gevoel dat leeft onder de bevolking, als gevolg van het onopzettelijk rechtsstatelijk verval: de overheid is te complex geworden, burgers voelen zich gepasseerd, niet gezien en gehoord, en het bestaan wordt onbetaalbaar. Het is olie op het vuur van het antiverzorgingsstaatsentiment: zo inclusief hoeft die niet meer te zijn.* De Nederlander weer op één.
Voor burgers is de rechtsstaat veel meer dan simpelweg de trias politica. Zo liet ook het rapport van de Staatscommissie rechtsstaat zien: wanneer burgers in aanraking komen met een overheid die ze niet beschermt, of zelfs vernietigt (toeslagenschandaal), verliezen ze het vertrouwen in de rechtsstaat. Voor burgers is de overheid niet het clubje verkozenen in Den Haag, maar de uitvoeringsorganisatie waar ze direct mee in aanraking komen. *
Wonen, zorg en bestaanszekerheid: het zijn redelijk fundamentele zaken in het bestaan. Het zijn de pilaren van de verzorgingsstaat.
Het is niet voor niets dat Geert Wilders in verkiezingstijd asielzoekers koppelde aan de woningnood, en dat het eigen risico snel afgeschaft moest worden: ‘Mevrouw kan niet wachten’.* Dat bij Wilders’ strategie een zondebok betrokken wordt – asielzoekers – maakt het voor mensen alleen maar concreter. En concreet is ongeveer alles wat de rechtsstaat zelf niet is.
Populisten staan dan al snel klaar met een simpel aanbod: grenzen dicht, minder migratie en we kunnen weer eerlijk verdelen.
Rechtsstatelijk verval los je op door óók te focussen op een menswaardig bestaan
Rechtsstatelijk verval is overigens niet voorbehouden aan één politieke richting – het zit overal. Kijk maar eens naar de Wet betaalbare huur, die compleet werd afgefakkeld door de Raad van State.* Toen hoorden we geen klachten van links over het afbrokkelen van de rechtsstaat.
Willen we het op een grondige wijze over de rechtsstaat hebben, dan moet het ook gaan over het borgen van een menswaardig bestaan. De vraag zou moeten zijn: hoe willen we onze samenleving inrichten?
Dat is niet alleen relevant voor burgers die al laag op de maatschappelijke ladder staan. Maar ook voor iedereen die bang is om van die ladder af te donderen, in de wetenschap dat er geen vangnet meer is om ze op te vangen. *
De politieke focus hoort niet alleen te liggen op het dreigende gevaar van rechtsstatelijk verval, maar ook op het verbeteren van de sociale rechten van burgers. Daar zou de rechtsstaat pas écht van opknappen.