Brief van de hoofdredactie: hoe Trump en Netanyahu de zwakke plekken van de journalistiek blootleggen

Vrijheid is nooit vanzelfsprekend. Juist nu we de gruwelen van de vorige eeuw herdenken en vrede en vrijheid vieren, zien wij ons voor existentiële vragen gesteld. Vragen als: hoe beschermen we onze democratie en vrijheid in tijden van opkomend fascisme?

De eerste honderd dagen van president Donald Trump in het Witte Huis werden als vanouds verslagen in de media, met terugblikken die bijna allemaal één ding gemeen hadden: ze deden stuk voor stuk alsof het een presidentschap-als-altijd betrof.

U kent het genre: het belangrijkste ‘beleid’ werd op een rijtje gezet, wat ‘goed’ en ‘minder goed’ ging werd geanalyseerd, en tot slot werden de peilingen geraadpleegd om te bepalen of de president nog een beetje goed lag bij het volk.

Wát er allemaal de revue passeerde in die terugblikken was ongehoord, maar de toon waarop was vertrouwd: ‘Trump viert in Michigan 100 dagen Trump en claimt successen’, ‘Trump 100 dagen president: mijlpaal of mislukking’,

Het was een tamelijk bevreemdend schouwspel. Terwijl we live getuige zijn van een autocratische machtsgreep, blijft het nieuws spreken van ‘het Witte Huis’, ‘de Amerikaanse president’ en ‘de regering-Trump’ alsof die woorden nog verwijzen naar een functionerende democratie.

Maar let wel: daarvan is echt geen sprake meer. Donald Trump negeert rechterlijke bevelen, laat rechters arresteren die hem dwarszitten, zet mensen zonder eerlijk proces vast in martelkampen buiten de grenzen, heeft een klopjacht geopend op journalisten, intellectuelen en wetenschappers, en praat inmiddels openlijk over een ongrondwettelijke derde termijn vanaf 2028. Ondertussen liegt hij zoveel dat geen zin uit zijn mond nog te vertrouwen is.

Het f-woord

Hoe noemen we dat? Juist, ja.

Wie denkt dat het f-woord hier overdreven is, omdat de beste man geen snor heeft en niet speecht als de bekendste fascist van de twintigste eeuw, zou tot zich door moeten laten dringen dat twee vooraanstaande fascisme-kenners uit de Verenigde Staten inmiddels uit voorzorg zijn geëmigreerd naar het buitenland.

Dat heeft ook gevolgen voor de journalistiek. Want allerlei journalistieke gewoontes die in een democratie normaal zijn – zoals te goeder trouw wederhoor toepassen, feitelijk verslag doen van een persconferentie of gezellig terugblikken op ‘de eerste honderd dagen’ – geven in zulke omstandigheden geen pas.

Precies dit is er nu aan de hand: de manier waarop Trump en zijn kompanen zich manifesteren, past simpelweg niet in de gewoonlijke journalistieke werkwijze. Sterker nog: doe je alsof het business as usual is, dan normaliseer je extremisme, waarschuwen fascisme-kenners.

Wat Trump en co. beweren, moet nu ontvangen worden zoals informatie uit het Kremlin of het regime in Noord-Korea al jaren ontvangen wordt: als propaganda. En als hoogstwaarschijnlijk gelogen. Dat zeggen we niet lichtzinnig. Maar wel vol overtuiging: Trump II is een regime, geen regering meer. Of, zoals hoogleraar journalistiek Jay Rosen al eens constateerde:

Het is geen business as usual. Deze waarschuwing strekt verder dan de verslaggeving over Donald Trump. Zo pleegt Israël genocide op het Palestijnse volk, maar weigert onze regering dat land hierop aan te spreken. Ook dat is ondermijning van de internationale rechtsorde.

Ondertussen valt Israël doelbewust journalisten aan en noemt hen In Gaza is het persvest geen bescherming, maar een schietschijf. Door journalisten (mond)dood te maken overheerst de Israëlische propaganda het publieke debat.

Zo kan het gebeuren dat de NOS, daags nadat Israël een groep journalisten bombardeerde en live te zien was dat een van hen levend verbrandde, de volgende kop boven een artikel zet: Of dat de BBC met droge ogen een verklaring publiceert van het Israëlische leger dat het vijftien geëxecuteerde hulpverleners met ambulances en al in een massagraf zou hebben begraven ‘

Dit is de manier waarop in tijden van grootschalig onrecht ‘neutrale’ journalistiek zelf een vorm van partij kiezen wordt.

Correspondent Rinke Verkerk deed dit anders in haar indringende verhaal over duizenden Palestijnen die door Israël zijn opgesloten in martelkampen. Rinke waakte er expliciet voor om in dit verhaal termen als ‘administratieve detentie’ en ‘arrestatie’ te gebruiken, omdat Israël deze gebruikt om zijn systeem van onderdrukking te verhullen. In plaats daarvan koos ze zorgvuldig de woorden die hier op hun plaats zijn, zoals: ‘kidnapping’, ‘gijzeling’ en ‘marteling’.

Woorden zijn het krachtigste gereedschap van de journalistiek – en juist daarom moeten we ze zorgvuldig wegen. Want uiteindelijk is het via taal dat we onze belangrijkste taak vervullen: het beschermen van de democratische rechtsorde.

Wat gebeurt er in Nederland?

Ook in Nederland zijn we allesbehalve immuun voor deze antidemocratische ontwikkelingen. Donald Trump mag dan in rap tempo het gezicht worden van het eenentwintigste-eeuwse fascisme, hier kijken radicaal-rechtse politici leergierig mee.

Correspondent Valentijn De Hingh schreef afgelopen maand treffend over de manier waarop Trumps ‘anti-woke’ kruistocht tegen gelijke rechten – een strategie die rechtstreeks uit het fascistische draaiboek komt – hier ook effect sorteert. Progressieve waarden worden zó verdacht gemaakt dat zelfs linkse partijen hun handen ervan aftrekken.

Correspondent Jelmer Mommers liet zien hoe ook hier – net als in de Verenigde Staten – de rechtszaal het strijdtoneel wordt van de vraag: wie heeft nu echt de macht in een democratie?

En gaat alles dan automatisch de verkeerde kant op? Nee, er is ook tegenmacht. Correspondent Maurits Martijn en de jonge, getalenteerde journalist Loys Bakker zagen bijvoorbeeld hoe er in Europa keihard aan een alternatieve digitale infrastructuur wordt gewerkt. Een democratisch antwoord op de digitale wurggreep van grootmachten die geen belang hebben bij onze vrijheden.

Vrijheden die wij met hand en tand zullen blijven verdedigen – in woorden en daden. Bedankt dat jullie ons steunen.

Een hartelijke groet,
Rob Wijnberg, Rosan Smits en Maaike Goslinga