Een verklaring voor dit tijdperk van populisme? We produceren te veel gefrustreerde hoogopgeleiden

Michiel de Hoog
Correspondent Sport
Fragmenten uit de Slag bij Gettysburg (1863) en de Slag bij Franklin (1864). Beeld via Wikimedia Commons.

Het is hommeles in het Westen, en wetenschapper Peter Turchin weet waarom. Hij voorspelde dit moment van instabiliteit vijftien jaar geleden, door data van alle woelige periodes ooit in de wereldgeschiedenis te vergelijken. Zijn conclusie? Als de elite te omvangrijk wordt, breekt de pleuris uit.

Het opleggen van torenhoge invoerheffingen aan de rest van de wereld, de annexatieplannen voor Groenland en Canada, de intimiderende confrontatie met de Oekraïense president Zelensky – van bizarre acties van de Amerikaanse president Donald Trump is lang.

Ook in Europa zijn er ontwikkelingen die nog niet zo lang geleden onvoorstelbaar leken. Geert Wilders die de facto de Nederlandse regering leidt; de radicaal-rechtse partij Alternative für Deutschland die de een-na-grootste partij van Duitsland wordt; een voormalig Mussolini-fan die al drie jaar premier van Italië is; Groot-Brittannië dat al vijf jaar geen lid meer is van de EU.

En wat staat ons nog te wachten? Serieuze commentatoren inmiddels dat er in de VS een neofascistische staatsgreep gaande is. Politieke kopstukken  dat we ons in Europa geestelijk moeten voorbereiden op oorlog, en de Nederlandse overheid burgers een noodpakket in te slaan voor het geval de maatschappij instort.

Zeg nou zelf:

Wat je ziet als je met een macroscoop naar de geschiedenis kijkt

Het antwoord op die vraag:

Peter Turchin is een… ja, wat is hij eigenlijk?

Van oorsprong is Turchin theoretisch bioloog. Hij bestudeerde hoe diersoorten cycli van opkomst en ondergang doormaakten. Na twee decennia lemmings, herten en boktorren vond hij het tijd voor een nieuwe vraag: kun je dit ook doen met mensen? Zijn er wetmatigheden te ontdekken aan de opkomst en ondergang

Turchin en enkele collega’s startten al doende een nieuwe discipline: cliodynamica, Cliodynamici proberen statistische verbanden tussen crises, revoluties en opstanden en onderliggende sociaal-economische data te ontdekken – patronen die opgaan over millennia,

Ze hanteren dus geen microscoop, maar een macroscoop – om zo kennis met voorspellende waarde te creëren. En na jaren van dataverzameling en -analyse zag Turchin twee voorspellende factoren erboven uitsteken bij maatschappijen die in verval raakten: ‘popular immiseration’ en ‘elite overproduction’.

De eerste is simpel: verpaupering van het volk. Die vindt plaats als de meeste mensen, vergeleken met de elites, verarmen (‘immisereren’); en als levensverwachtingen stagneren of achteruit gaan. De tweede – en volgens Turchin belangrijkere – factor is ook simpel: een overschot aan machtsbeluste mensen.

Hij bedoelt dit letterlijk: crises ontstaan als er in een maatschappij meer wannabe-leiders zijn dan leiderschapsposities om te vullen. Dit overschot aan rijke, hoogopgeleide, ambitieuze mensen leidt tot een onderlinge strijd om de macht, waarin de aspirant-elites standpunten innemen die sterk afwijken van wat de zittende elite zegt. Zo kun je de verpauperde massa’s ‘mobiliseren’ – stemmen trekken.

Zie daar het heden. Mensen met standpunten die tot voor kort als bizar golden, staan democratisch gekozen aan het roer. Turchin voorspelde deze instabiliteit in 2010 – toen de toekomst zonnig leek en Trump nog slechts een gekke ome van de televisie was:

‘In de Verenigde Staten hebben we te maken met stagnerende of dalende reële lonen, een groeiende kloof tussen arm en rijk, een overproductie van jonge hoogopgeleiden en een exploderende staatsschuld. Historisch gezien hebben dergelijke ontwikkelingen gediend als voorlopende indicatoren van dreigende politieke instabiliteit. Een piek aan instabiliteit zou rond 2020 aan de orde kunnen zijn.’

Het probleem van onze tijd: gefrustreerde wannabe-elites die knokken om de macht

In – de titel verwijst naar de terminale fases van harmonieuze samenlevingen – legt Turchin uit hoe hij uit het verleden de turbulentie van het heden kon voorspellen.

De bloei van een samenleving leidt tot welvaart, rijkdom en ambitie. Maar niet iedereen profiteert evenveel. Op een zeker moment vinden genoeg ontevreden rijken en/of hoogopgeleiden dat de spelregels (wetten, regelingen, gewoontes) niet meer stroken met hun belangen. Ze eisen macht op – een proces dat Turchin omschrijft als een macabere versie van de stoelendans.

In de normale versie van het spel stopt de muziek; de persoon die geen stoel heeft, valt af. Daarna wordt een stoel weggehaald en draait de muziek weer. Soms is er een por of een duw, maar meestal verloopt het spel ordelijk en sportief.

Een stoelendans met ‘overgeproduceerde elites’, daarentegen, is ronduit explosief. Het aantal stoelen blijft hetzelfde, maar het aantal spelers neemt met elke ronde toe – dit zijn de overtollige elites. Als vijftig, honderd of vijfhonderd mensen concurreren om tien stoelen, dan verandert gezonde concurrentie in valsspelerij en normvervaging.

‘[De aspirant-elites] lopen traag langs de stoelen, ze stoppen voor een stoel en duwen de rest weg’, schrijft Turchin. ‘Gefeliciteerd, je bent nu lid van de contra-elite, die bereid is de regels te breken om hogerop te raken. Maar helaas: anderen zien dit en doen je na. Voor elke stoel ontstaat een duwende en trekkende meute, en voor je het weet heb je het recept voor een ieder-voor-zich-knokpartij.’

Publieke normen raken in verval, het vertrouwen in instituties neemt af – kritiek op rechters, op centrale banken, op universiteiten en instituten als het RIVM, voorheen zelden hardop geuit door politici, zijn gemeengoed geworden in het openbare debat.

‘Het resultaat’, Turchin, ‘is een verlies aan maatschappelijke cohesie en gevoel van nationale samenwerking – waardoor staten snel van binnenuit verrotten.’

Van ridderlijk Frankrijk in de middeleeuwen...

De formule [massale verpaupering x overtal aan elites = crisis] benadert voor Turchin een sociaal-maatschappelijke natuurwet. In End Times illustreert hij dat met een hele rits historische voorbeelden.

Neem het Frankrijk van de dertiende eeuw: een florerende cultuur. Tot de bevolking harder groeit dan zijn economie kon bijhouden. Een epidemie onder vee, een handvol mislukte oogsten en daarna de pest doen de bevolking halveren.

De adellijke grootgrondbezitters waren juist toegenomen in aantal. Zij konden profiteren van dure grond, goedkope arbeidskrachten en hoge voedselprijzen, die samen een ‘vermogenspomp’ van arm naar rijk vormden, in Turchins woorden.

Het verlies van boeren om uit te knijpen bracht deze adellijke elite in de problemen. Ze probeerden posities aan het hof te bemachtigen, maar het hof kon ze niets bieden: dode boeren genereren immers geen belastingen om banen mee te creëren. Gevolg: de Franse adel bestreed elkaar en de koning in een serie conflicten, die uitmondde in de Honderdjarige Oorlog tegen de Engelsen.

Fragmenten uit de Jacquerie (1358) en de Missouri Mormonenoorlog (1838). Beeld via Wikimedia Commons.

Pas drie generaties later kwam een oplossing in zicht. tegen de Engelsen losten het probleem van de surplus elites op, schrijft Turchin droogjes, doordat tienduizenden adellijke ridders het loodje legden op het slagveld. En omdat de uitdunning van de bevolking betekende dat er weer voldoende land was voor de overlevers, ontstond een gezonde sociale piramide, met een brede basis van boeren en een smalle adellijke elite.

‘In dit nieuwe klimaat van samenwerkende elites’, schrijft Turchin, ‘bleek het mogelijk om de staatsfinanciën op orde te krijgen en Frankrijk een fiscale basis te geven voor toekomstige generaties.’

...tot het China van de negentiende eeuw en de VS anno 2025

Het algemene patroon dat Turchin beschrijft kent

‘Elite overproduction’ klopt soms bijvoorbeeld letterlijk. Mongoolse en Arabische beschavingen raakten in de problemen omdat hun leidende klassen niet alleen sociaal-economisch maar ook seksueel-reproductief floreerden, stelt Turchin.

Dzjengis Khan en die kinderen en hun nakomelingen voelden zich verheven boven andere elites, met frustratie als voorspelbaar gevolg. Polygamie: een maatschappelijke zwakte.

En negentiende-eeuws China was een bolwerk van miskend talent. Wie in het keizerrijk carrière wilde maken, diende een moeilijke serie aan examens te halen. Honderdduizenden getalenteerde jongeren ondanks soms jarenlange voorbereidingen. Een van hen was de boerenzoon Hong Xiuquan.

Nadat hij voor de zoveelste keer was gezakt, kreeg Hong een visioen: hij was de jongere broer van Jezus. Andere gefrustreerde gezakten sloten zich bij hem aan. Hongs beweging leidde tot die zo’n 25 miljoen mensen het leven kostte – de bloedigste burgeroorlog in de geschiedenis.

Chingiz Khan in gevecht (1397) en de onderdrukking van de Taipingopstand (1860). Beeld via Wikimedia Commons.

Waarom de juristen bij een crisis nooit ver weg zijn

Hongs casus illustreert overigens een grappige vondst uit Turchins data: de oververtegenwoordiging van rechtenstudenten onder de revolutionaire contra-elites. Zodra er ergens conflict uitbrak, waren de juristen – Castro, Lenin, Robespierre, Gandhi, Lincoln – zelden ver weg. De verklaring?

De verpaupering van het volk wekt de noodzaak op om tot de elite te horen. De elite bereik je het snelst door middel En de studie die het meest praktisch is om de machinaties van de staat te begrijpen en te betreden, is het recht – in zekere zin de taal van de staat.

Vorige week publiceerde The Atlantic over de arbeidsmarkt voor vers afgestudeerde Amerikanen: de werkloosheid was zelden zo hoog. Niet dat de instroom aan universiteiten eronder lijdt overigens. En de opleiding met de meeste nieuwe aanmeldingen? Inderdaad: rechten.

Ofwel: verse gefrustreerde elites zitten nu alweer in de pijplijn.

Fragment uit de Missouri Mormonenoorlog (1838) en de dood van Robespierre (1794). Beeld via Wikimedia Commons.

Donald Trump is uitstekend in de stoelendans

Uit vele honderden crises destilleerden Turchin en collega’s een model. Bij zus en zo veel ongelijkheid en zus en zo veel wannabe-elites – naast wat andere variabelen zoals staatsschuld, buitenlandse dreiging en, uiteraard, juristen – ontstaat een disbalans die de kans op escalatie en conflict vergroot.

Tussen de jaren dertig en de jaren zeventig van de vorige eeuw profiteerden arm en rijk in de Verenigde Staten ongeveer evenveel van de economische groei – mede dankzij hoge belastingen voor de rijken. In de jaren tachtig veranderde dat; lagere belastingen voor de rijken schiepen een ‘vermogenspomp’ van arm naar rijk.

Tegelijkertijd ging het gewone volk erop achteruit, zowel in welvaart als in levensverwachting. Al voor corona, schrijft Turchin, Vandaar de voorspelling van Turchin in 2010 – hij plempte de data in zijn model en het model gaf een serieuze kans op serieuze shit.

De explosieve stoelendans kwam er: er deden in 2016 en 2020 meer kandidaten mee aan de Republikeinse voorverkiezingen dan ooit. Onder hen ook enkele radicale kandidaten. Immers, wie wil winnen, moet zich onderscheiden.

De uitkomst kennen we: ongehoord en ontevreden Amerika een man die nooit een functie had bekleed in het openbaar bestuur en regelmatig belachelijk was gemaakt door de zittende elite – en die , zoals door de zittende president Obama in 2011,

Opeens vallen allerlei mensen te verklaren

Laten we er niet omheen draaien: Turchins these over overgeproduceerde elites is... nogal hilarisch, nietwaar?

Allerlei vreemde verschijnselen kun je opeens veel makkelijker verklaren. Zoals het fenomeen dat gearriveerde leden van de centristische elite opeens allerlei rare denkbeelden blijken te hebben; of in elk geval totaal andere denkbeelden dan ze voorheen hadden. Het gevolg van de stoelendans met te weinig stoelen.

Trumps vicepresident JD Vance, politicoloog, filosoof en jurist, is een fraai Amerikaans voorbeeld. Vance was een ‘Never Trumper’; Trump was volgens hem ‘culturele heroïne’, Maar zie ook Tulsi Gabbard en Robert F. Kennedy Jr., een jurist: beiden voormalige presidentskandidaten voor de Democraten, en nu enthousiaste volgelingen van Trump. En ja: elites-zonder-stoelen zie je ook in Nederland.

Geert Wilders die single issue islamhater wordt, niet lang nadat hij werd Martin Bosma maakte carrière als bestuurder van een multiculti-radiozender, viel de zittende schijnelite aan (zijn woorden), en is nu huisideoloog van de PVV. Juriste Mona Keijzer werd na twee mislukte gooien naar het CDA-leiderschap politiek gelukszoeker. (De BBB: landingsbaan voor overtollige elites.)

Of zie Thierry Baudet, gepromoveerd jurist en historicus, die verandert in verspreider van samenzweringstheorieën (#vaccin?). En denk aan rechtsfilosofe Eva Vlaardingerbroek en gepromoveerd juriste Raisa Blommestijn, die nu als voorvrouwen van een beweging die het proletariaat uit de klauwen van het voor de islam kwijlende globalisme moet redden.

Zeer intelligente mensen; in elk geval hebben ze heel veel studiepunten behaald – vaak in de rechten. Dus waarom gedragen ze zich dan zo curieus? Voor de cliodynamici is het simpel: als er te veel van zulke hoogopgeleide en/of rijke mensen zijn, leidt dat tot onvervulde ambities. En gefrustreerde machtsaspiraties wekken

Let op: het gaat niet om deze individuen per se. De cliodynamica leert dat de stoelendans der ontevredenen per definitie exotische creaturen oplevert – en dat je je dus niet op hen moet blindstaren. Evengoed had Wouter Bos carrière gemaakt als bitcoinbro; was Femke Halsema fractievoorzitter van wellnessrechts geworden; was jurist Klaas Dijkhoff verdergegaan als weipoederverkoper-podcaster of had Ronald Plasterk, de PvdA-minister, topwetenschapper, miljonair en Volkskrant-columnist, zichzelf opnieuw uitgevonden als elitebestrijder in de Telegraaf.

Stel je voor!

We doen het onszelf aan (tenzij we de vermogenspomp van arm naar rijk afsluiten)

Het idee achter geschiedenis als wetenschap is dat de toekomst iets voorspelbaarder wordt – en dus beïnvloedbaar. Anders gezegd: zijn crises door verpaupering en surplus-elites te voorkomen? Ja, zegt Turchin. Hij wijst erop dat de trends in de geschiedenis niet deterministisch zijn. Er zijn voorbeelden waar alle data die op een crisis wijzen bij elkaar komen – en de crisis vervolgens niet leidt tot ellende.

Begin negentiende eeuw kende Engeland het Chartisme, een beweging die streed voor algemeen mannelijk kiesrecht. In 1838 en 1840 braken rellen uit, maar anders dan elders in Europa kwam het laat staan revolutie, omdat het Lagerhuis stukje bij beetje de eisen inwilligde – en een vroege versie van de WW schiep.

Met zulk beleid kan Ronald Plasterk gewoon Ronald Plasterk blijven. Maar dan is er wel actie nodig. De VS zit al ruim in de gevarenzone, maar ook in Europa lijken we Enerzijds door oprukkend ‘marktfundamentalisme’, anderzijds door een fetisj voor hoger onderwijs. De Europese Unie heeft als dat in 2030 bijna de helft van de jongeren hoogopgeleid is. Dit doel – vrijwel letterlijk de overproductie van elites –

Dit klinkt goed – maar Turchin ziet vooral de nadelen. Niet al deze ‘toekomstige leiders’ zullen ook echt toekomstige leiders kunnen worden. Dit is een recept voor gedwarsboomde ambitie en dus frustratie. Een manier om dit tegen te gaan: Niet iedereen hoeft een leider te worden. Een andere manier om te voorkomen dat ontluikende crises vernietigend worden: de vermogenspomp afsluiten.

Klassieke sociaal-democratische politiek – herverdeling en sociale zekerheid – ‘Westerse democratieën’, schrijft Turchin, ‘veranderden van klassegebaseerde partijsystemen Simpeler gezegd: westerse partijen bedienen

Willen we voorkomen dat gefrustreerde rechtenstudenten worden gezien als bonafide leiders, dan is bovenal nivellerend beleid nodig. Dit vergroot de kans dat de wereld de komende jaren een van de minder gevaarlijke afslagen neemt. Dit is geen quick fix; het vergt continu onderhoud, waarschuwt Turchin.

‘Een gebalanceerd sociaal systeem met een afgesloten vermogenspomp is een instabiel evenwicht dat je voortdurend moet onderhouden, een beetje als fietsen.’ De wereld redden door te blijven fietsen – als een land hiervoor gidsland kan zijn, dan zijn wij dat. Toch?