Wegkijken van een genocide is makkelijk als je zelf buiten schot blijft
Hoe kan het dat Israël de Gazastrook al bijna twintig maanden bombardeert, de Gazaanse bevolking uithongert en de Westelijke Jordaanoever etnisch zuivert zonder dat de Nederlandse regering ook maar een vinger uitsteekt om dat te stoppen?
Omdat het vraagt om een radicale draai in het Nederlandse beeld van de staat Israël. Het vraagt om een herziening van ideeën waaraan het Nederlandse zelfbeeld verbonden is. Daar is Nederland zo aan gehecht dat de meerderheid er tot dusver voor kiest om toe te kijken terwijl een volk wordt uitgeroeid.
Hoe moeilijk het is om die draai te maken, tekende zich in het klein uit in de EO-talkshow Dit is Tijs, waar ik dit weekend te gast was.
De vraag die daar gesteld werd: kun je als christen Israël nog steunen?
Een mevrouw uit Katwijk vertelde minutenlang stralend over het ‘feest’ dat zij in de Nieuwe Kerk had gevierd vanwege het 77-jarig bestaan van de staat Israël. Het was ‘heel vredig’ geweest, vertelde ze. Dat was mede te danken aan Katwijkers die zich als ‘een levend schild’ om de kerk hadden opgesteld om islamitische demonstranten te weren die naar Katwijk waren gekomen om de feestgangers te herinneren aan het bestaan van de Palestijnen.
Ook aan tafel: theoloog en journalist Andries Knevel, die vertelde hoe zijn liefde voor Israël pas ‘echt in zijn DNA’ was gaan zitten in 1967. ‘Toen de Arabische landen Israël aanvielen, maar Israël won!’
Alsof we het niet hadden over een staat die genocide pleegt op weerloze mensen.
Je mag zeker wat vinden, maar je moet nadenken over wat jouw mening betekent voor de mensen die met jouw mening moeten leven
‘Mag ik nog wat vinden?’ vroeg Knevel, toen ik opmerkte dat er na 32 minuten nog met geen woord over de Palestijnen was gerept.
‘Je mag zeker wat vinden’, antwoordde ik. ‘Maar je moet nadenken over wat jouw mening betekent voor de mensen die met jouw mening moeten leven.’
Wat Nederlanders hier vinden heeft consequenties voor de mensen in Israël en het door Israël bezette Palestina, 3.000 kilometer verderop. Dat onze regering geen vinger uitsteekt om de Palestijnen te beschermen, draagt bij aan de straffeloosheid die met de genocide op de Palestijnen gepaard gaat. Nederland koopt wapens van Israël, stuurt er wapenonderdelen naartoe, droeg bij aan de ineenstorting van UNRWA (de belangrijkste noodhulporganisatie in Gaza) en stemt steevast in het belang van Israël in de Algemene Vergadering van de VN.
Andries Knevel praat over Israël alsof het zijn favoriete voetbalclub is, die in 1967 een belangrijke Champions League-wedstrijd heeft gewonnen. Aanhangers van Christenen voor Israël, zoals die Katwijkse mevrouw, zien Israël als het Beloofde Land, en het Joodse volk als Gods uitverkorenen. Zij zelf zijn onderdeel van een groter plan van God, als ze Israël steunen.
Mensen houden vast aan hun eigen beleving
Logisch dat mensen graag hun eigen beleving willen hebben bij Israël – ‘iets willen vinden’, zoals Knevel het zei. Maar zodra die beleving leidt tot het gedogen, vergoelijken of ontkennen van oorlogsmisdaden wordt het problematisch.
Mensen vinden het moeilijk om op dat punt bij te sturen. Begrijpelijk. Het is niet leuk om onder ogen te zien dat je favoriete voetbalclub genocidaal is geworden. Of dat het grote goddelijke plan waar je zo betrokken bij bent, waar je hele geloofsbeleving mee verweven is, is uitgemond in volkerenmoord. Dat beschadigt niet alleen je beeld van Israël, maar ook je zelfbeeld.
De Katwijkse dame bleef daarom niet alleen weg bij de Israëlische genocide op Palestijnen. Over het geweld van ‘het levende schild’ van Katwijkers tegen islamitische demonstranten zei ze: ‘Daarvan weet ik niets.’
Knevel ontkende en gedoogde: áls Israël genocide blijkt te plegen op Palestijnen, dan moeten we ons wel uitspreken, maar geen sancties opleggen.
Ook seculieren hechten aan hun idee over Israël
De wegkijktactieken zijn niet alleen voorbehouden aan gelovigen: ook seculiere Nederlanders hechten aan ideeën over Israël die zijn losgezongen van de realiteit.
Israël is ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’, een ‘model voor het Europees nationalisme’, ‘een bondgenoot’ met ‘het recht op zelfverdediging’. Het is ‘beschaving versus barbaarsheid’. Het is het verhaal van ‘David’ tegen ‘Goliath’. Het is de buffer tussen het vrije Westen en de radicale islam die we wel móéten steunen, omdat we anders meewerken aan onze eigen ondergang.
Wie daar iets tegen in wil brengen, is een antisemiet, een westerling met zelfhaat, naïef of uit op een pittig gesprek bij de hemelpoort.
De geschiedenis van de stichting van de staat Israël maakt kritiek op Israël nog zwaarder beladen. Het momentum voor een eigen Joodse staat ontstond door de Holocaust. Nederland had het hoogste percentage weggevoerde en vermoorde Joden in West-Europa. Om de confrontatie met die geschiedenis te vermijden, verdedigt de Nederlandse staat Israël tegen alle kritiek en werpt zich zo op als verdediger van het Joodse volk, terwijl het Palestijnse volk de rekening betaalt.
En zo wordt er oeverloos gedebatteerd terwijl er miljoenen Palestijnse levens kapot worden gemaakt.
Wat onze mening betekent
We moeten nadenken over wat onze mening betekent voor de mensen die met onze mening moeten leven. Ik zie dat die opdracht tijdens mijn gesprek met Knevel – het voelde alsof we als hyena’s vochten om een bot – een gevoelige snaar raakt bij veel mensen. Ik denk dat ik het gevoel verwoordde van veel mensen die in hun maag zitten met de Israëlische oorlogsmisdaden tegen Palestijnen en de kritiekloze steun van de Nederlandse overheid.
Het gaat om de mensen die daar wonen. De Palestijnen. Israëliërs die de impact van het plegen van deze genocide verwoorden als ‘een morele wond’.
Dat niet onder ogen willen of kunnen zien, is het privilege van mensen die zich oogkleppen kunnen permitteren: niet-Joodse of niet-Arabische Nederlanders hier, 3.000 kilometer verderop, die het gevoel dat zij bij Israël hebben in stand willen houden. Zij blijven buiten schot en zijn bereid anderen een onbeschrijfelijke prijs te laten betalen voor hun comfort.