In gesprek met Simon van Teutem, over de aantrekkingskracht van de gouden kooi
Waarom is het zo moeilijk om te ontsnappen uit de bermudadriehoek van talent? En wat doet een consultant nou echt? In gesprek met Simon van Teutem, de correspondent die we bijna waren kwijtgeraakt aan McKinsey.
Toen Simon van Teutem zich als 19-jarige student aan de deur van De Correspondent meldde met een verhaalidee, kreeg hij resoluut nul op het rekest. ‘Heb je een afspraak?’ werd hem gevraagd. ‘Nee’, biechtte Simon op.
Hij kon rechtsomkeert maken.
Het was daar, op dat moment, dat de wereld deze jonge, ambitieuze geest bijna was kwijtgeraakt aan de bermudadriehoek van talent: de consultancy, finance en zakelijke advocatuur. Simon ging aan Oxford studeren, hoorde de lokroep van de grote corporates en belandde als stagiair bij McKinsey, het koningshuis onder de consultancyfirma’s.
Normaal gesproken betekent dat het einde van je idealen en het begin van een zinloos carrièrepad in de gouden kooi van het grote geld: je krijgt je eerste bonus, je eerste promotie, je eerste ‘grote klant’ – en voor je er erg in hebt, ren je tachtig uur per week mee in het rad van prestige en poen in Amsterdam, Londen of New York. Dat rad brengt je ook bij een te hoge hypotheeklast, een te dure privéschool voor je kinderen en de constante belofte van ‘nog een paar jaar en dan ga ik echt iets nuttigs doen’. En voor je het weet, vraag je je tijdens je midlifecrisis af wat je nu precies bijdraagt aan de wereld.
Gelukkig liep het bij Simon anders – en kregen wij een tweede kans. Simon werd een paar jaar na zijn eerste open sollicitatie alsnog correspondent, ontsnapte uit de bermudadriehoek van talent en schreef er een openhartig boek over, met precies die titel. Hoofdvraag: hoe kan het dat de knapste koppen met de grootste idealen verdwijnen in de betekenisloze banen van het grootkapitaal? (Hint: gravitas, prestatiedrang en steeds het volgende level willen halen.)
Over die vraag en andere hebben Simon en ik het uitgebreid in ons geanimeerde gesprek. Ook passeren de mysterieuzere aspecten van het leven op de Zuidas de revue, zoals: wat dóén consultants nou eigenlijk echt? (Spoiler: iets met PowerPoint.) En we hebben het over de vraag: wat kunnen ngo’s, universiteiten, maatschappelijke organisaties en de overheid beter doen om al die knappe jonge koppen met hun idealen aan zich te binden, in plaats van hen uit te zwaaien als ze op weg zijn naar Wall Street of The City?
Veel luisterplezier gewenst!