Links moet nú kiezen: is het een idealistisch front of een bange poeperd?

Valentijn De Hingh
Correspondent Populaire cultuur

Was lachen hè, dat meest rechtse kabinet ooit? Lekker fris, lekker anders, lekker extraparlementair. En: lekker kort.

Ja, zelfs op punten waarover ze het roerend eens waren (‘het strengste asielbeleid ooit’) kreeg dit boeltje beroepsprutsers de neuzen niet dezelfde kant op. Zulk gestoethaspel stemt hoopvol. Weet u het nog: dit zou een werkelijk doodenge coalitie worden – knuffelrechts dat guur rechts op het politieke pluche hielp, met alle gevolgen van dien. Maar wat kregen we? Een verzameling ruziemakers die in minder dan een jaar tijd een hoop rotzooi maakte, en verder werkelijk geen bal voor elkaar kreeg.

Dat schept kansen voor links. Tuurlijk, omdat hij zijn poot stijf hield, in elk geval voor de bühne. Maar de deceptie van elf maanden stilstand leidt vast ook tot weglopers, die ofwel besluiten niet meer te stemmen, ofwel uitwaaieren over de meer centrumrechtse partijen. De vraag is vervolgens of een van die partijen erin slaagt de grootste te worden, of dat partijen als GroenLinks-PvdA of D66 ze toch net voorbij zullen streven.

Als links bij de volgende verkiezingen een kans wil maken, moeten ze het nú laten zien. Kom maar op met dat nieuwe verhaal,

Alleen, weten we nou al wat dat verhaal precies geworden is? Welk links krijgen we de komende verkiezingen te zien? Een links dat fier staat voor de eigen idealen? Of een angstig clubje dat vreest voor die ene allesvernietigende aantijging: ‘woke’.

U weet wel: dat rechtse toverwoord waarmee alles wat leuk is aan links op slag verandert in iets wat stinkt.

Spookbeeld van ‘wokeness’

Een paar weken geleden schreef ik al over de teloorgang van ‘woke’ als een begrip waarmee links uit de voeten kan.

‘Woke’ staat van origine voor het besef van de veelkoppige oorzaken van ongelijkheid en onrecht in onze samenleving. Toch lukte het rechts om de radicaalste uitwassen van woke activisme tot een aansprekende pars pro toto te bombarderen. Er werd een karikatuur opgetuigd van woke als ‘gevaarlijke, totalitaire ideologie’, die daarna constant met linkse politiek in verband werd gebracht.

Hoe vaker dit spookbeeld van ‘wokeness’ werd herhaald, hoe beter het bleef plakken – Ik vermoed dat we zulke geluiden de komende campagne vaker zullen horen, vooral vanuit de progressieve gelederen. Volgens hen moet links woke zo veel mogelijk op afstand houden, wil het een kans maken op verkiezingswinst.

Maar is dat wel zo? Het Nationaal Kiezers Onderzoek (NKO) 2023, uitgevoerd na de laatste Tweede Kamerverkiezingen,

Dat linkse rakkers voorstellen daar tijdens de komende verkiezingen op in te zetten, is dus helemaal geen slecht idee.

Toch zijn thema’s die vaak in verband worden gebracht met woke populairder dan we denken, en kunnen progressieve culturele standpunten nog steeds op steun van een meerderheid van het electoraat rekenen. Moet links dan echt zo angstvallig bij ‘woke’ onderwerpen uit de buurt blijven als nu wordt gesuggereerd? En écht dat ‘economisch linkse, cultureel gematigde’ verhaal optuigen?

Dacht het niet.

Linkse gelijkheidsstrijd

Het onzalige idee dat ‘woke’ de linkse politiek in de weg zit, berust op een misvatting; woke ís linkse politiek, in optima forma.

Opkomen voor transgenderrechten, je uitspreken tegen genocidaal oorlogsgeweld, opstaan tegen racisme of vrouwendiscriminatie: het raakt aan de kern van het linkse gelijkheidsideaal. Als de linkse politiek strijd levert om het leven van iedereen beter te maken, dan bedoelen we ook echt iedereen – niet alleen Nederlanders met zorgen over hun portemonnee, nee, óók trans mensen, óók asielzoekers, óók vrouwen of mensen van kleur. Die belangen zitten elkaar niet in de weg, die gaan juist gelijk op.

De vraag die de komende verkiezingen centraal staat, is dus niet met welk verhaal links eindelijk weer de macht zou kunnen grijpen; wat er op het spel staat, is hoe breed de linkse gelijkheidsstrijd precies is.

Tegen alle partijen ter linkerzijde van NSC zou ik willen zeggen: wees geen schijtebangepoeperds. Vorm een idealistisch front. Laat minderheidsgroepen niet vallen, simpelweg omdat het te ‘woke’ zou zijn je voor hen in te zetten. en durf voor dat verhaal te staan. En ontmasker de rechtse anti-wokestrategie door te laten zien dat het ‘woke’ enkel gebruikt als luie belediging, en niet als coherente kritiek op linkse standpunten.

Daarvoor hoef je niet veel meer te doen dan op wat lachwekkende voorbeelden te wijzen. Uren na de val van het kabinet, in een steunbetuiging aan Wilders op X, Begrijpt rechts zelf eigenlijk nog wel wat het met ‘woke’ bedoelt?

Natuurlijk niet: woke is een vergaarbak voor alles wat rechtse mensen stom vinden. Zonde toch, om vervolgens je hele politieke strategie daarop af te stemmen? Helemaal als je daardoor het risico loopt de essentie van linkse politiek te grabbel te gooien.

Misschien heeft links helemaal geen ‘nieuw verhaal’ nodig om de kiezer voor zich te winnen. Dat verhaal is er allang, en dat is populair genoeg.

Het enige wat links hoeft te doen, is er echt voor te gaan staan.