We moeten het ‘gepruts’ van Wilders door een andere lens bekijken

Tim 'S Jongers
Correspondent Samenleven

Radicaal-rechts kreeg met het kabinet-Schoof voor het eerst een plek in het centrum van de macht. Voorafgaand moest wel even maar toch.

Schoof I was een feit. De titel van het hoofdlijnenakkoord?

Amateurs en prutsers

Het kabinet-Schoof werd een bestuurlijk – en extraparlementair – experiment, dat gedoemd was te mislukken. Het vonnis van analisten en duiders was vlug en streng: een kabinet van De incompetentie droop ervanaf. Bestuurders die niets voor elkaar zouden krijgen.

En dat was nou net de bedoeling.

Vanaf dag één hobbelde het kabinet van ruzie naar ruzie en van crisis naar crisis. Dat ging zo ver dat premier Dick Schoof zei al blij te zijn met maar Het wensdenken van de oppositie dat dit kabinet snel zou vallen, werd niet onder stoelen of banken gestoken. Nee, normaal was het inderdaad niet.

Schoof was de ongekozen premier van dit land, maar schaduwpremier Geert Wilders was de echte machthebber. Schoof probeerde de bestuurlijke orde te bewaren, maar voor Wilders was onbestuurbaarheid juist een politieke strategie. En met deze strategie gaat hij nu vrolijk door.

De wetten van het oude normaal

Het was van tevoren duidelijk dat veel van Wilders’ plannen de rechtsstatelijke toets niet zouden overleven. De asielnoodwet kwam er niet, want die schuurde wel erg aan Met alleen hoop, lef en trots kom je er vooralsnog niet in onze democratische rechtsstaat.

Als er wél plannen in de steigers stonden, zoals de asielnoodmaatregelenwet en de huurbevriezing, dan werden ze afgefakkeld

Nu zou een ‘normale’ bestuurder aanpassingen doen aan de voorstellen, om ze alsnog in beleid te kunnen omzetten. Maar Wilders wilde niet, en zijn minister Faber volgde getrouw. Dat was allemaal te verwachten.

Wilders wordt in de publieke opinie niet zelden weggezet als een en zelfs een Op basis van zijn antirechtsstatelijke trackrecord een redelijk accurate beschrijving, De vraag is: waarom beoordelen analisten en politieke duiders deze aspirant-autocraat op zijn vermogen om te besturen, leiding te geven of compromissen te sluiten (‘amateurisme’, ‘gepruts’)?

In andere woorden: waarom zou je iets wat niet normaal is beoordelen volgens de politieke wetten van het oude normaal?

Volgens mij bekijken we Wilders’ ‘gepruts’ door een gedateerde lens.

Van frustratie naar cynisme

Autocratische aspiranten hebben weinig baat bij goed bestuur. Hoe meer zij kunnen aantonen dat de gangbare democratische processen de wil van de kiezer tegenwerken, Althans, dat is de wens.

Door onbestuurbaarheid in te zetten als politieke strategie, wordt het vertrouwen van burgers in democratische instellingen én in het rechtssysteem verder ondermijnd. Wanneer mensen keer op keer wordt wijsgemaakt dat politieke impasses of rechters ‘de vooruitgang’ blokkeren – bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw, gezondheidszorg of migratie – ontstaat er frustratie, apathie of zelfs cynisme. zeg maar.

Dat Wilders’ recent gepresenteerde tienpuntenplan voor een streng asielbeleid niet bij het kruisje werd getekend, kon de beste man zelf ook wel inschatten. Een bestuurlijke amateur of niet, hij is verre van dom. Door de val van het kabinet zitten we midden in een fase van onbestuurbaarheid – precies volgens plan.

En dit gaat minimaal een jaar duren.

Je kunt het radicaal-rechtse verhaal al raden

Wilders zal komend campagnejaar verweten worden Dat zal hem een worst wezen. Politieke verantwoordelijkheid nemen is een wet uit het oude normaal. Het onmogelijk maken van effectief bestuur, dus onbestuurbaarheid, is het nieuwe normaal.

Grote dossiers die al muurvast zaten – woningbouw, asiel en migratie, defensie, Oekraïne – zullen voorlopig niet in beweging komen. Geen beleid, wél bruikbaar campagnemateriaal.

Wilders zal alles op alles zetten om de publieke opinie te beïnvloeden. Hij zal herhalen dat alleen hij de zorgen over asiel en migratie serieus neemt, en dat hij alles heeft gedaan wat hij kon: afstand nemen van het premierschap om een rechts kabinet te vormen, om daarna de stekker eruit te trekken omdat er niet is voldaan aan wat ‘het volk’ wil – het strengste asielbeleid ooit. ‘Het volk’ heeft dus niet zoveel te willen in de politiek, wil Wilders maar zeggen.

Je kunt het radicaal-rechtse verhaal verder al raden: het systeem werkt niet, de politiek als geheel faalt en macht is binnen een democratie een illusie.

Dit land is stuk, zal hij roepen, en zij die het willen fiksen worden van alle kanten tegengewerkt. Alleen Wilders bekommert zich om de wens van de kiezer. De rest is met zijn eigen postje bezig.

Het is tijd dat politieke duiders Wilders niet langer beoordelen door de bril van het oude normaal. Wilders is een gewiekste strateeg die probeert ons politieke systeem – en daarmee de democratie – te ontregelen. En zijn tegenstanders? Die zullen met méér moeten komen dan de uitgekauwde verhalen over daadkracht, fatsoenlijk bestuur en leiderschap.