Betaalherinnering? De politiek verdient liever aan schulden
In 2023, inmiddels alweer twee jaar geleden, bracht het Openbaar Ministerie (OM) een rapport uit met het advies de boetes met 30 procent te verlagen.*
De aanleiding hiervoor was dat verkeersboetes in het verleden zo vaak zijn verhoogd omwille van de schatkist dat ze niet meer in verhouding staan tot de boetes die rechters opleggen. Sinds 1999 zijn de bedragen voor verkeersboetes namelijk met 150 procent gestegen, terwijl die voor boetes in het strafrecht met 76 procent toenamen.* Zo is de boete voor het stelen van een fiets 300 euro, terwijl een boete voor een telefoon vasthouden achter het stuur 430 euro is.
Maar het probleem van het verhogen van boetes voor de schatkist gaat verder dan enkel scheve verhoudingen. Het is fundamenteler. Als je boetes verhoogt voor de schatkist, zet je de basisprincipes van de rechtsstaat onder druk. Straffen horen gebaseerd te zijn op de ernst van de overtreding, ook wel het ‘proportionaliteitsbeginsel’. Als de overheid dat beginsel overboord gooit, ondermijnt ze de legitimiteit van het hele systeem. Dat is de reden dat het Openbaar Ministerie zich zo verzet tegen deze boeteverhogingen en steun krijgt van de Raad van State, het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en de politievakbond.
Den Haag is doof voor dit verzet van gezaghebbende regeringsadviseurs en uitvoerders. Sterker nog, toen het OM zijn advies in 2023 had uitgebracht, besloot toenmalig minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yeşilgöz (VVD), precies het tegenovergestelde te doen. Ze verlaagde de boetes niet, maar verhoogde ze opnieuw, met als reden: ‘omdat we geld nodig hadden’.* Opvolging geven aan het advies was volgens haar aan een volgend kabinet. Dat volgende kabinet liet het rapport twee jaar liggen. Afgelopen vrijdag kwam die reactie van opvolger Van Weel (VVD): ook hij volgt het advies niet op.
‘Er is geen (financieel) draagvlak binnen het kabinet om de boetes te verlagen.’*
Wrang is dat de verkeersboetes de komende jaren juist extra veel gaan opbrengen. Het flitspalenarsenaal wordt namelijk verdubbeld en gemoderniseerd.* Dat levert miljoenen extra op, maar die kunnen niet gebruikt worden voor het verlagen van de boetes, omdat ze alweer zijn begroot en opgenomen ‘in de algemene middelen’. Goed Haags voor: de schatkist.
Liever verdienen aan schulden dan problemen voorkomen
Niet alleen de boetes zelf leveren geld op. De schatkist profiteert ervan als ze niet betaald worden.
Wie een boete niet direct betaalt, krijgt namelijk geen kosteloze betaalherinnering – zoals bedrijven in Nederland verplicht zijn te sturen – maar meteen een verhoging van 50 procent. Blijft de betaling dan nog uit, dan verdubbelt het bedrag. Een boete verdrievoudigt op deze manier in twee stappen; het zijn de hoogste incassokosten van Nederland. Alleen die verhogingen leveren de schatkist jaarlijks al zo’n 135 miljoen euro op, maar ze zorgen er tegelijkertijd voor dat verkeersboetes een belangrijke bron van problematische schulden zijn.
Hoewel de verhogingen lucratief zijn, vond het onlangs gevallen kabinet bij aantreden deze incassopraktijk niet passen bij goed bestuur. In het eerste debat met minister-president Dick Schoof noemde NSC-oprichter Pieter Omtzigt de verhogingen op verkeersboetes zelfs ‘een martelwerktuig’, die om directe actie vroegen van de kersverse premier. In april kondigde het kabinet officieel aan per 1 juli 2026 een gratis betaalherinnering te gaan sturen.* Het lijkt wellicht klein bier, maar zo’n herinnering scheelt tienduizenden verhoogde boetes per jaar en miljoenen aan onnodige schulden.
Maar twee weken nadat de betaalherinnering werd aangekondigd sneuvelde ze alweer in de voorjaarsnota. Het benodigde geld werd wegbezuinigd. Het zat hem niet in de kosten van het sturen van de brieven. Als die brief het beoogde effect zou hebben, dan zou de schatkist de inkomsten van de verhogingen mislopen, en dat liep te veel in de papieren. Na de voorjaarsnota bleef er alleen nog geld over om anderhalf jaar lang een herinnering te sturen. Het kabinet vindt dat kort en overweegt nu de herinnering helemaal niet meer in te voeren.*
Zoals in het casino wint het huis altijd
Sinds ik schrijf over deze dynamiek, die ik de ‘boetefabriek’ noem, moet ik vaak denken aan de basisregel in casino’s: het huis wint altijd. Bij verkeersboetes trekt de schatkist altijd aan het langste eind. Dat is een serieus probleem. Met duizend boetes per uur is de verkeersboete de meest gegeven straf van Nederland, dé manier waarop de burger in aanraking komt met justitie, dé manier waarop de rechtsstaat voor hem concreet wordt.
Veel partijen zijn zich daarvan bewust en bewegen dus hemel en aarde om die straf rechtvaardiger te maken: de Tweede Kamer neemt moties aan,* de Raad van State adviseert negatief,* het Openbaar Ministerie komt in verzet, het CJIB klaagt,* onderzoek* na onderzoek* concludeert dat het anders moet.
Maar zodra de verbeteringen geld kosten, gebeurt er niets. Als het aankomt op een keuze tussen het belang van rechtvaardig beleid of de schatkist, wint de laatste. Altijd.
Maar dit is de crux: dat die begroting wint, wordt gepresenteerd als een ongemakkelijke maar onvermijdelijke realiteit. Alsof de begrotingsregels een dwingende natuurwet zijn. Dat is een vals frame. Dat de schatkist altijd wint, is geen wetmatigheid. Het is een keuze.