Wat schuilt er écht achter de aanvallen van Israël op Iran? Tien vragen en antwoorden
Israël voerde de afgelopen dagen een reeks aanvallen uit op Iran, met als officiële verklaring: zelfverdediging. Maar is dit werkelijk een preventieve aanval uit angst voor een Iraanse atoombom, of speelt er iets anders? Tien vragen en antwoorden over de escalatie.
Waarom valt Israël Iran juist nú aan?
Israël heeft al heel lang het plan om Iran aan te vallen en zag nu een strategische mogelijkheid, omdat Irans positie relatief verzwakt is. In het afgelopen jaar heeft Israël de slagkracht van Irans bondgenoten Hezbollah en Hamas flink beschadigd – daarvoor hebben de Palestijnen en de Libanezen met bijna zestigduizend doden een hoge prijs betaald. Ook is de steun van het Assad-regime in Syrië weggevallen.
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft ook behendig gebruikgemaakt van de fanatieke steun van de Amerikaanse president Donald Trump en zijn aanhang, zijn wispelturige besluitvorming en zijn hunkering naar een machtig en militaristisch imago. Trumps verklaring dat Israël Iran niet zou aanvallen zolang het land onderhandelde met de Verenigde Staten, gaf Israël de mogelijkheid een verrassingsaanval uit te voeren.
Maar de allerbelangrijkste reden is de les die Israël recent geleerd heeft: Amerikaanse en Europese leiders zullen Israël militair steunen, ook als het genocide pleegt, ook als het Iran bombardeert.
En dat brengt me bij de laatste reden: de afleidingsmanoeuvre. Israëls genocidale geweld heeft geleid tot een wereldwijde massabeweging die de politieke druk op Israël heeft vergroot. Door Iran nu aan te vallen, probeert Israël de aandacht af te leiden van zijn ultieme doel: de etnische zuivering van de Palestijnen. Daarom gaat het land zelfs tijdens zijn oorlog met Iran door met de bombardementen op Gaza en de aanvallen op de Westelijke Jordaanoever.
Israël zegt dat het Iran uit ‘zelfverdediging’ aanvalt. Klopt dat?
Israël legitimeert zijn aanval op Iran als ‘pre-emptive’ – preventief. Maar die verklaring is niet meer dan oorlogspropaganda, die helaas slechts hier en daar in de media bevraagd wordt. Volgens het internationaal recht mag elk land zich verdedigen als het wordt aangevallen. Een pre-emptive aanval uitvoeren mag alleen bij hoge uitzondering, als er sprake is van een acute dreiging. Maar er was helemaal geen acute dreiging van een Iraanse aanval op Israël.
Het klopt dat Iran zijn uranium tot 60 procent heeft verrijkt, en dat is zorgelijk.* Maar voor het maken van kernwapens moet uranium tot 90 procent verrijkt worden, een proces dat Iran nog zeker een paar weken zou kosten. Daarna volgen nog de technologisch ingewikkelde stappen van het ontwikkelen van een kernkop met een ontstekingsmechanisme en een raket die de kernkop kan dragen.
Dit betekent dat Iran niet maanden maar jaren verwijderd was van een kernwapen toen het door Israël werd aangevallen – drie jaar maar liefst, volgens CNN, dat hoge Amerikaanse autoriteiten citeert. Nog belangrijker is dat de Amerikaanse veiligheidsdiensten afgelopen week opnieuw bevestigden wat hun baas, Tulsi Gabbard, in maart tegenover het Congres verklaarde: Iran werkt niet aan kernwapens. Omdat deze informatie Trump en de haviken in Washington niet goed uitkomt, wordt de informatie van de veiligheidsdiensten genegeerd en verdraaid op een manier die sterk doet denken aan de aanloop naar de invasie van Irak in 2003.
Waarom begon Iran dan toch meer uranium te verrijken?
Iran begon pas in april 2021 uraniumverrijking tot 60 procent te verhogen. Dat was drie jaar nadat president Trump de VS, op aandringen van Netanyahu, uit het nucleaire akkoord terugtrok en de Iraanse economie met zware sancties in een crisis stortte. Om de druk op te voeren om die sancties te verlichten, besloot Iran – dat zich tot die tijd aan de afspraken uit het akkoord had gehouden door uraniumverrijking tot 3,67 procent te beperken – de verrijking te verhogen tot 20 en later 60 procent.
Netanyahu liegt al jaren over de nucleaire ontwikkeling van Iran en het gevaar dat daarvan uitgaat, zoals de tijdlijn van zijn uitspraken laat zien. In 1992 beweerde hij dat Iran slechts een paar jaar verwijderd was van een kernkop. In 2009 verklaarde hij tegenover het Amerikaanse Congres dat Iran nog maar een jaar of twee nodig had om een kernbom te maken. En sinds 2012 beweert hij regelmatig dat Iran daarvoor slechts weken nodig heeft.
Israëls aanval op Iran schendt ook op een andere manier het internationaal recht. In reactie op Israëls aanval verklaarde het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) dat ‘elke gewapende aanval op en bedreiging van nucleaire faciliteiten bedoeld voor vreedzame doeleinden een schending vormt van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, het internationaal recht en het statuut van de Organisatie’.
Het woord ‘vreedzaam’ is hier belangrijk, omdat het IAEA in al zijn rapporten heeft verklaard geen bewijs te hebben gevonden dat Iran in de aangevallen nucleaire installaties aan kernwapens werkt. Het IAEA heeft Iran wel op de vingers getikt voor het verrijken van uranium tot 60 procent en voor gebrekkige antwoorden over zijn nucleaire programma vóór 2003.
Welk doel heeft Israël met deze aanvallen, en wanneer is dat doel bereikt?
Met deze aanval wil Israël een kettingreactie in gang zetten die uiteindelijk tot de val van de Islamitische Republiek van Iran moet leiden.
Israël heeft verklaard dat zijn aanval op Irans nucleaire installaties bedoeld is om te voorkomen dat het land kernwapens krijgt. Dat is echter niet het primaire doel, want dan had Israël de aanval niet uitgevoerd op de vooravond van de zesde onderhandelingsronde tussen Iran en de VS.
Met deze aanval wilde Israël juist de weg naar een diplomatieke oplossing voor Irans nucleaire programma blokkeren. Die oplossing zou Iran weliswaar van kernwapens afhouden, maar ook de sancties opheffen, en dat wil Israël niet. Israël tolereert alleen staten in de regio die zich hebben neergelegd bij de etnische zuivering van de Palestijnen.
Tot nu toe heeft Israël alleen de nucleaire installatie in Natanz vernietigd. Om het nucleaire programma van Iran substantieel te beschadigen, moet Israël de ondergrondse centrifuges van Fordow zien te raken, maar die liggen diep onder de bergen.
Waarom wil Israël de VS bij deze oorlog betrekken?
Israël heeft niet de militaire capaciteit om de centrifuges van Fordow te raken. Daarom wil Netanyahu zijn Amerikaanse bondgenoot bij de oorlog betrekken. De VS heeft een zware bom van 13.600 kilo, de zogeheten Massive Ordnance Penetrator, die alleen door de Amerikaanse B-2-bommenwerper afgeworpen kan worden. De nieuwste ‘bunkerbuster’ van de VS kan tot 61 meter onder de grond doordringen voordat hij tot ontploffing komt.
Omdat Fordow meer dan tachtig meter onder de grond ligt, zou de VS meerdere bombardementen moeten uitvoeren, met alle risico’s van dien. En dan nog is de kans groot dat ze niet alles kapot kunnen schieten. Bovendien zou Iran de kennis en technologie behouden om het nucleaire programma opnieuw op te bouwen. President Trump wordt nu, net als zijn voorgangers, geconfronteerd met dit probleem. Een militaire oplossing is daarom op lange termijn zeer lastig, ondanks de dreigementen uit Washington.
De betrokkenheid van de VS gaat Israël dus niet uitsluitend om dit militaire doel, maar om het grotere plaatje: de val van de Islamitische Republiek.
Door Iran met een aanval te verrassen, heeft Israël zware klappen toegebracht aan de militaire leiding van het land. Maar Israël valt ook de economische infrastructuur van Iran op grote schaal aan, inclusief ziekenhuizen en appartementen. Bovendien voert het een enorme psychologische oorlog die in de Iraanse samenleving paniek moet zaaien, bijvoorbeeld door de rol van Mossad-agenten uit te vergroten.
Ook wordt er desinformatie verspreid, zoals berichten over de vlucht van Iraanse leiders naar Rusland. Israël heeft de Iraanse staatstelevisie aangevallen om de communicatie tussen de staat en de bevolking te saboteren. Israëlische ministers hebben gedreigd opperste leider Khamenei te doden en gezegd dat ‘Teheran zal branden’ als Iran doorgaat met het vergelden van de Israëlische aanvallen. Trump gooit olie op het vuur door de tien miljoen inwoners van Teheran op te roepen hun stad te ontvluchten omdat er nog iets groters aan zou komen dan de aanvallen van afgelopen dagen.
Het doel van dit alles: het creëren van chaos en onvrede, zodat Iraniërs in opstand komen tegen het regime.
Kunnen de aanvallen van Israël daadwerkelijk leiden tot zo’n ‘regime change’?
Onomwonden richtte Netanyahu zich, aan het eind van zijn verklaring over de Israëlische aanvallen, tot de Iraniërs met de bewering dat zijn oorlog ‘de weg voor jullie vrijmaakt om jullie vrijheid te bereiken.’*
Maar de Iraniërs hebben daaraan geen gehoor gegeven. Ook niet nadat Reza Pahlavi, de zoon van de voormalige koning van Iran die door veel Israëlische politici gesteund wordt, hen de afgelopen dagen opriep in opstand te komen. De meeste Iraniërs zijn nu meer bezig met het overleven van de bombardementen. Veel Iraniërs zijn ontevreden over politieke repressie, culturele restricties en economische problemen, maar ze zijn ook tegen een aanval op hun nationale soevereiniteit. Dat laatste sentiment zal sterker worden naarmate de oorlog langer duurt.
Ook de poging van belangrijke krachten in Israël om het uiteenvallen van Iran te bereiken door etnische conflicten aan te wakkeren, bijvoorbeeld door steun te verlenen aan afscheidingsbewegingen, heeft niet het gewenste effect. Die strategie zal nationalistische sentimenten aanwakkeren en Iraniërs verenigen tegen de Israëlische oorlog.
Dit is slecht voor de mensen in Iran die strijden voor meer vrijheid en democratie. Want zo’n oorlog maakt het moeilijker voor hen om iets te bereiken. Je kunt tenslotte geen echte democratie opbouwen in een land waarin de sociale cohesie en instituties verzwakt zijn.
Welke manieren heeft Iran om te reageren en wat kunnen de gevolgen zijn?
Dat is een groot dilemma voor Iran, omdat de militaire macht van Israël veel groter is. Bovendien krijgt Israël niet alleen hulp van de VS, maar ook van Europese machten.
Tot nu toe heeft Iran zijn ballistische raketten ingezet. Na de initiële euforie zijn in Israël de zorgen toegenomen, omdat veel Iraanse raketten door de befaamde Israëlische luchtafweer zijn gedrongen en tientallen militaire gebouwen en helaas ook appartementen hebben geraakt. Als vergelding voor Israëls aanvallen op de Iraanse energie-infrastructuur, heeft Iran de raffinaderij in Haifa succesvol aangevallen.
Het probleem van Iran is wel dat de voorraad ballistische raketten opraakt, al geldt hetzelfde voor de raketten die Israël voor zijn luchtafweergeschut inzet. Mede daarom dreigt Trump direct aan Israëls oorlog deel te nemen.
Als dat gebeurt en Iran verder in de verdrukking komt, dan kan Teheran de Straat van Hormuz blokkeren en zo de wereldwijde olie-export schaden. De olieprijs is sinds vorige week al met bijna 13 procent gestegen. Als een deel van de 20 procent van de olie-export die door de Straat van Hormuz gaat gestopt wordt, kan de olieprijs toenemen van de huidige 72 naar 120 dollar. Die keuze zal Iran alleen maken als de dreiging groter wordt, omdat het land zijn relaties met de Arabische staten rond de Perzische Golf niet zomaar op het spel wil zetten.
Mocht de Islamitische Republiek in existentieel gevaar verkeren, heeft ze weinig te verliezen. Teheran zou er dan voor kunnen kiezen uit het Non-proliferatieverdrag te stappen, de inspecteurs van het IAEA het land uit te zetten, zijn nucleaire programma dieper onder de grond te ontwikkelen en verder te werken aan een kernwapen. Dit zou van Iran een nieuw Noord-Korea maken.
Dit zijn slechts een paar zaken die mis kunnen gaan. Zoals bij de invasie van Irak, wordt er te makkelijk gedaan over ‘regime change’, terwijl de verwachte en onverwachte consequenties van oorlog desastreus kunnen zijn. De euforie van een snelle militaire overwinning op de vijand kan omslaan in decennia van geweld. Zo werd in 2003 door veel westerse politici euforisch gereageerd op de val van Saddam Hoessein, maar daarop volgden vele jaren van destabilisatie waaruit de terreurorganisatie ISIS voortkwam.
Hoe reageren de internationale bondgenoten van Iran?
Tot nu toe hebben zowel regionale machten Turkije en Saudi-Arabië als wereldmachten Rusland en China de Israëlische aanvallen veroordeeld. Maar het blijft bij woorden. Als de Islamitische Republiek in existentieel gevaar komt, zullen die landen de druk op Israël en de VS opvoeren. Iran is namelijk een strategische partner: het land leverde drones aan Rusland voor de oorlog tegen Oekraïne en zeer goedkope olie aan China. Iran is ook van belang voor China’s Belt and Road Initiative, omdat de transportroutes voor een deel via of langs Iran lopen.
Wat betekent deze escalatie voor het Midden-Oosten?
Het betekent nog meer dood en verderf en nog meer politieke instabiliteit. De zorgen om het toenemende Israëlische geweld en de westerse steun daarvoor zullen ook buiten Iran, vooral in Turkije en de Arabische landen, toenemen en Rusland en China de ruimte bieden hun invloed in de regio te vergroten. Veel landen en militante groepen zullen de conclusie trekken dat in de nieuwe wereldorde alleen geweld een oplossing biedt.
De escalatie is ook slecht nieuws voor de Palestijnen, omdat Israël de aandacht afleidt van de genocide die het in Gaza pleegt en zich door de VS en Europa gesteund voelt in zijn sprint naar het uiteindelijke doel: de etnische zuivering van de Palestijnen. Daarom zijn ook in de afgelopen weken de bombardementen op Gaza doorgegaan, wordt de repressie op de Westelijke Jordaanoever opgevoerd en wordt daar nog meer Palestijns land ingepikt door de uitbreiding van nederzettingen.
En voor het internationale recht?
De Israëlische aanval op Iran volgt op de genocide in Gaza en de oorlog tegen Oekraïne. Daarmee worden de contouren van de nieuwe wereldorde niet alleen door Rusland, maar ook door Israël, de VS en Europa met bloed ingekleurd. Voor de ogen van de wereld gaat de mythe van de ‘op rechten gebaseerde liberale wereldorde’ in rook op.
De dubbele standaard die de VS en Europese landen hanteren ten opzichte van het internationaal recht, heeft enorme gaten in die wereldorde geschoten. De door Nederland gesteunde Amerikaans-Britse invasies van Afghanistan (2001) en Irak (2003) hadden al een voorbeeld gecreëerd, dat Rusland met zijn inval in Oekraïne heeft gevolgd. Het gebruik van geweld in internationale conflicten lijkt nu de norm geworden.
De steun die de VS en Europese landen aan Israëls genocide en aanval op Iran hebben gegeven, zal in de toekomst als een enorme boemerang terugkomen. Als China over een aantal jaar een ‘preventieve’ oorlog tegen Taiwan begint, hebben de VS en Europa geen enkele geloofwaardigheid om dat met een beroep op het internationaal recht te veroordelen en andere landen achter zich te scharen.