Waarom zijn wetenschappelijke artikelen zo duur?

Jesse Frederik
Correspondent Economie

Wetenschappers worden onder andere beoordeeld op hun publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. Profit-uitgeverijen als Elsevier verdienen miljoenen aan die artikelen, die de universiteiten in bulk moeten inkopen. Waarom zit dit publicatiesysteem zo muurvast? Een explainer.

Als uitgever zit je goed: je hoeft de vervaardigers van wetenschappelijke artikelen niks te betalen; je hoeft de controleurs van die wetenschappelijke artikelen niks te betalen; je hoeft veel redactieleden niks te betalen en uiteindelijk kun je het hele product – grotendeels gemaakt door mensen in overheidsdienst - voor een hoge prijs weer terug verkopen aan diezelfde overheid. Een onderzoek van John Houghton schatte dat Nederlandse academici voor wetenschappelijke tijdschriften verrichten op ongeveer 1,1 miljard euro.

Wetenschappelijke publicaties zijn duur. Voor een willekeurig artikel moet je vaak al tientallen euro’s neertellen. Het blijkt echter nog flink lastig te achterhalen hoeveel universiteitsbibliotheken zelf eigenlijk betalen aan uitgevers. Uitgevers zijn weinig transparant over de prijzen die ze universiteitsbibliotheken, die vaak in bulk toegang tot de archieven van een uitgever inkopen, in rekening brengen. Uitgevers eisen meestal dat bibliotheken geheimhoudingsverklaringen tekenen.

Geen loze contracten, Na verzoeken tot inzage van onderzoekers, spande uitgever Reed Elsevier een proces aan tegen Washington State University en claimde dat met openbaarmaking van de contracten ‘bedrijfsgevoelige informatie’ werd prijsgegeven die concurrenten een ‘oneerlijk voordeel’ zou opleveren.

De rechter ging daar echter niet in mee. En zo heeft Ted Bergstrom, een econoom aan de London School of Economics, met beroep op de Amerikaanse Freedom of Information Act, een database aangelegd met van zo’n 150 Amerikaanse universiteiten. Hiermee zijn de prijzen van non-profit-uitgevers – vooral uitgevers van de universiteiten zelf – te vergelijken met de prijzen van for-profit-uitgevers als Reed Elsevier en Wiley. Het resultaat is tamelijk schokkend: non-profit-uitgevers zijn vaak een factor drie tot vijf keer zo goedkoop.

Is er een alternatief?

De kritiek onder wetenschappers op de uitgevers is dan ook groeiende. Twee jaar geleden stuurde het bestuur van Harvard een memorandum waarin het de ruim 2.100 op de universiteit werkzame academici opriep meer te publiceren in open access-tijdschriften, omdat de kosten voor de universiteitsbibliotheek Even daarvoor had Tim Gowers, een wiskundige aan de universiteit van Cambridge, al aangekondigd, waar 10.000 academici zich bij aansloten.

Er is dan ook een serieus alternatief: open access-uitgevers. Neem (PLoS), dat in 2003 werd opgericht met donaties van twee Amerikaanse stichtingen. Het platform biedt alles wat commerciële tijdschriften ook bieden, waaronder de zo belangrijke collegiale toetsing. Het verschil is dat alle publicaties op PLoS voor iedereen vrij toegankelijk zijn.

Met name in de biomedische wetenschappen hebben PLoS en andere open access-alternatieven een enorme impact gehad. Uit een steekproef bleek dat tussen 2006 en 2010 het percentage biomedische artikelen van 26 naar 51 procent was gestegen.

Waarom doen de wetenschappers dan niet mee?

Inmiddels is PLoS niet langer alleen afhankelijk van donaties en kan het rondkomen van eigen inkomsten. De open access-uitgever laat niet de lezers, maar de auteurs een vast bedrag betalen voor de webhosting, collegiale toetsing en andere publicatiekosten.

Dat biedt alsnog aanzienlijke kostenvoordelen. Ter illustratie: een artikel publiceren bij PLoS One kost 1.350 dollar. De wetenschapsuitgever van Reed Elsevier maakte in 2013 Met de winst die Reed Elsevier maakte, zouden bij PLoS ruim 763.000 wetenschappelijke artikelen kunnen worden gepubliceerd. Ongeveer de helft van alle artikelen die wetenschappers wereldwijd in een jaar publiceren.

Waarom publiceren academici dan toch nog niet op grote schaal in non-profitpublicaties? Bo-Christer Björk van de universiteit van Helsinki dat een belangrijke verklaring is dat academici door hun universiteiten vaak worden beoordeeld op basis van hun publicaties in de meest prestigieuze tijdschriften. En de meest prestigieuze tijdschriften zijn in veel disciplines nog altijd publicaties van for-profit-uitgevers. Daardoor blijft er een sterke prikkel om te publiceren in dure tijdschriften.

Zo dragen universiteiten zelf ook bij aan de ontoegankelijkheid van hun eigen werk.