Hoe het wad een zoutmijn werd (en de kanoetstrandloper een bedreigde vogel)
Zoutfabriek Frisia boort straks niet langer in de Friese grond, maar onder de Waddenzee. De Friezen zijn blij dat de grond onder hun huizen niet langer verzakt. Natuurorganisaties voorspellen dat het Waddengebied straks kind van de rekening blijkt te zijn. Ze leggen hun bezwaren vandaag voor aan een rechter. Samen met Fleur Willemsen gingen wij na hoe Frisia samen met het provinciebestuur het boren van het land naar het wad wist te verplaatsen.
Van gasboringen in Groningen weet iedereen: het zorgt voor bodemverzakking, voor scheuren in huizen, voor verslechterde grond. Maar ja, het spekt de staatskas, zorgt voor werkgelegenheid en is essentieel voor ons huishouden.
Maar er is nog een grondstof die voor problemen zorgt in Noord-Nederland: zout. In het Friese Harlingen, waar zoutfabriek Frisia Zout staat, wordt ernaar geboord. En ook daar verzakt de bodem.
Begin september krijgt Frisia van de overheid te horen dat ze officieel ook naar zout mogen gaan boren onder de Waddenzee. Weg onder land, dat al jaren verzakt door de zoutwinning. Weg van de boze boeren, die klagen over verzilte landbouwgrond.
Het boerenprobleem wordt zo een natuurprobleem, een probleem van Werelderfgoed Waddenzee. Natuurorganisaties zijn namelijk bang dat ook het wad zal verzakken. Dat bedreigde vogelsoorten als de kanoetstrandloper en de bergeend zullen verdwijnen en Waddeneilanden zullen afkalven, aldus de organisaties. Ze zijn samen een procedure begonnen tegen de vergunningverlening. Vandaag dienen ze hun gronden van bezwaar in.
Zoutwinning onder de Waddenzee kent dus niet alleen maar voorstanders. Hoe heeft Frisia dit dan toch voor elkaar gekregen? Wie moest er overtuigd worden? Een reconstructie.
Net begonnen, nu al problemen
De vergunning om zout te mogen winnen onder de Waddenzee heeft een geschiedenis. Frisia boort al sinds 1996 naar zout. In 2002 krijgt de fabriek, ondanks veel tegenstand, een concessie om nog eens zestig jaar zout te winnen in Friesland.
Die tegenstand is er niet voor niets: de boringen zorgen voor een bodemdaling die veel groter uitvalt dan verwacht. Sterker nog, in 2002 zit Frisia al bijna op de maximaal toegestane bodemdaling van 35 centimeter.
Op het moment dat Frisia begon, ging de bodemdaling heel snel. In driekwart jaar was er tien keer zoveel schade aan mijn huis
Dat aantal centimeters hadden ze pas over vijftig jaar mogen bereiken.
Als de bewoners van het nieuw aangewezen zoutwingebied ten noordoosten van Harlingen horen dat Frisia hun kant op komt, is de maat vol. Martsje Haitsma, inwoonster van het dorp Tzummarum, gelegen in het nieuwe winningsgebied, richt met inwoners uit Wijnaldum en Sexbierum in 2001 de actiegroep ‘Laat het zout maar zitten’ op. Als we haar spreken is ze nog steeds verbaasd over het handelen van de overheid destijds: ‘Hoe haal je het als overheid in je hoofd om zo’n bedrijf al die vergunningen te geven?’
Ondanks alle onrust begint Frisia in 2003 met zoutwinning in het gebied. Volgens boer Freek Jukema, ook aangesloten bij de actiegroep, is de schade aan zijn huis een op een tot zoutboringen te herleiden. ‘Op het moment dat Frisia begon, ging de bodemdaling heel snel. In driekwart jaar was er tien keer zoveel schade aan mijn huis.’
Johan Weewer, de bodemdalingsexpert in dienst van Frisia zelf: ‘Door onze ingenieurs is er nooit een causaal verband gevonden tussen zoutwinning en scheuren in huizen. Schadeclaims hebben we dan ook nooit hoeven betalen.’
Het idee wordt geopperd
De directeur van Frisia Zout, Durk van Tuinen (53), vindt het geen probleem om met boeren en burgers te praten. Tijdens een drie uur durend bezoek aan zijn fabriek, ontdekken we dat Van Tuinen van praten houdt. ‘Elders stappen mensen met bodemdalingsklachten direct naar een commissie. Hier denkt zo’n boer: ik bel Durk,’ vertelt de directeur in zijn kantoor in de haven van Harlingen.
Van Tuinen kent dan ook iedereen. Hij is niet alleen de directeur van de zoutfabriek, hij is ook voorzitter van VVD Súdwest-Fryslân. Hij is dik met de jongens van Omroep Fryslân. Tot 2013 was hij nog voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW Friesland. Hij is de sponsor van de voetbalclub. Van de muziekvereniging, de maritieme jeugdvereniging, de Koninklijke Nederlandse Kaatsbond.
Elders stappen mensen met bodemdalingsklachten direct naar een commissie. Hier denkt zo’n boer: ik bel Durk
Maar hoeveel connecties Van Tuinen ook heeft, niet iedereen is even enthousiast. Als hij in 2003 voor het eerst voorzichtig over zijn plannen voor zoutwinning onder de Waddenzee begint, kan hij op weinig steun rekenen. ‘Vergunningtechnisch kon het niet. Delfstofwinning onder de Waddenzee lag moeilijk bij het ministerie,’ zegt Van Tuinen.
Pas toen gaswinning werd toegestaan, kwam het zoutwinningsdossier ook los. Dat ging niet zomaar: ‘Gas heeft een veel groter maatschappelijk belang. Kijk wat er nu in Groningen gebeurt: als de staat daar geen inkomsten van zou hebben, was de kraan al lang dichtgedraaid.’
Met zoutwinning onder de Wadden verkrijgt Frisia dezelfde kwaliteit zout als onder land, maar dan zonder klagende burgers en boeren. Rond 2006 weet Durk van Tuinen CDA-gedeputeerde Sjoerd Galema te overtuigen van deze voordelen. Kiezen voor de zee betekent weg onder land. Dat horen de kiezers graag.
Galema overtuigt op zijn beurt de dan zittende coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie. In 2007 staat er dan ook zwart op wit in het coalitieakkoord van de provincie Friesland: ‘Onderzoek alternatieve zoutwinning onder Waddenzee.’
De Waddenzee wordt Werelderfgoed
Ondanks het feit dat de plannen nu op papier staan, blijft protest van natuurorganisaties uit. En dat terwijl het hier gaat om beschermd natuurgebied. Dit wordt nog eens extra duidelijk als het Waddengebied op 26 juni 2009 wordt bijgeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Medeverantwoordelijke: Durk van Tuinen. Als toenmalig voorzitter van VNO-NCW Friesland, zit Van Tuinen samen met vertegenwoordigers van andere belanghebbende organisaties als de Nederlandse Aardolie Maatschappij, de Waddenvereniging en VVV Texel in de klankbordgroep Waddenzee Werelderfgoed. Die groep moet de minister adviseren of de Waddenzee inderdaad zo bijzonder is en daarmee of het gebied voorgedragen moet worden als Werelderfgoed. ‘Aanvankelijk heb ik nee gezegd. Ik wilde niet dat de term Werelderfgoed misbruikt werd om het gebied op slot te zetten.’
Als het aan Van Tuinen ligt, moet het gebied geen museum worden waar je niets aan mag raken. Pas als hij zich ervan heeft verzekerd dat de regeldruk in het Waddengebied niet te hoog zal worden, stemt hij in.
Want economisch voordeel uit de Waddenzee betekent voor Van Tuinen natuurlijk: zout uit de Waddenzee. Dat plan wordt steeds concreter. Frisia laat Arcadis onderzoek uitvoeren waaruit blijkt dat zoutwinning onder de Waddenzee een goed alternatief voor boren in de grond is.
Dat geeft de doorslag voor de provincie. In 2011 staat in het coalitieakkoord van Gedeputeerde Staten Friesland (PvdA, CDA en de Friese Nationale Partij): ‘Inzetten op zoutwinning onder het Wad, in plaats van onder land.’
Binnen Provinciale Staten zorgt de kwestie aanvankelijk voor discussie, maar in 2011 gaan bijna alle partijen overstag, onder druk van boze burgers. Alleen de linkse partijen zitten in een spagaat tussen het kiezen voor bescherming van de natuur en tegemoetkomen aan de boze Friezen. Irona Groeneveld (GroenLinks) vat de situatie samen: ‘Er wonen blijkbaar geen kiezers in de Waddenzee.’
De definitie van omkoping volgens Durk van Tuinen
De provincie mag dan overstag zijn, de gemeenten zijn dat nog niet. En de kiezers? Die wonen op het land, het land dat verzakt. Zij zien Frisia Zout het liefst helemaal verdwijnen – maar dat is geen optie. Door de vergunningen en concessies die het ministerie van Economische Zaken volgens de Mijnbouwwet verleend heeft, zit de overheid aan Frisia vast. Frisia opdoeken betekent dat er vergunningen ingetrokken moeten worden, en dat betekent: miljoenen en miljoenen aan schadeclaims betalen. En dat heeft het ministerie liever niet.
De twijfel van de gemeente Harlingen verdwijnt wanneer de directeur van Frisia aanbiedt de zoutwinning onder land op termijn te stoppen en daarbovenop nog eens twee miljoen ter beschikking te stellen aan de gemeente. Een zogenoemde ‘maatschappelijke plus,’ bedoeld om extra fietspaden aan te leggen in Harlingen en straten op te knappen. In ruil daarvoor vraagt hij volledige medewerking van gemeente en provincie voor zijn plannen.
Ik denk dat hij door dit geld medewerking heeft gekregen vanuit de overheden. Dan landen plannen gemakkelijker
Janny Travaille, destijds fractievoorzitter van GroenLinks Harlingen: ‘In de perspectiefnota van de gemeente Harlingen stond die twee miljoen, die maatschappelijke plus, zo beschreven: ‘Dit als goodwill voor het op termijn mogen winnen van zout onder de Waddenzee.’ Ik heb daar vragen over gesteld in de raadsvergadering aan de verantwoordelijke wethouder, omdat het mij als koppelverkoop in de oren klonk. Het komt erop neer dat de gemeente haar onafhankelijkheid heeft verkocht. De reactie van de wethouder? ‘Dat woordje ‘goodwill’ had er eigenlijk niet in mogen staan.’’
Sietske Poepjes, die Galema opvolgt als CDA-gedeputeerde: ‘We zijn op een mooi bedrag uitgekomen. Frisia komt aan de mensen in Friesland tegemoet. En ja, ik denk dat hij door dit geld medewerking heeft gekregen vanuit de overheden. Het wordt wel vaker gedaan op die manier. Dan landen plannen gemakkelijker.’
Maar is dat niet gewoon omkoping? Durk van Tuinen: ‘Nee, het is juist geen omkoping. Als ik die twee miljoen zomaar had gegeven zónder er iets voor terug te vragen, dan had het omkoping geleken. Nu niet. Nu gaf ik 2 miljoen en vroeg ik om volledige medewerking van de gemeente en provincie en zij hebben die medewerking toegezegd.’
Met deze toezegging heeft Van Tuinen alle belangrijke partijen achter zich. Op 2 januari 2012 geeft het ministerie van Economische Zaken de winningsvergunning voor zout onder de Waddenzee af. Het eerste zout van onder de Waddenzee zal vanaf 2016 gewonnen worden. In 2021 moet de volledige zoutwinning van Frisia Zout naar het wad verplaatst zijn.
‘Zoutwinning onder het wad is in strijd met de wet’
Nu de winningsvergunning is verleend, is het wachten op de tweede en de laatste vergunning: een natuurbeschermingswetvergunning. De Tweede Kamer vraagt de regering op 19 november 2013 om bij de ‘geringste twijfel aan significante effecten op de natuur’ geen vergunning te verlenen.
Natuurorganisaties zijn dan nog steeds stil. Martijn de Jong van Stichting Natuurmonumenten geeft toe dat ze vanaf het eerste moment dat er gesproken werd over zoutwinning in 2003 hebben zitten slapen. ‘Zoutwinning onder de Waddenzee was eigenlijk niemands verantwoordelijkheid. Iedereen was een beetje moe door alle protestacties tegen gaswinning. Er ontbrak iemand die echt zei: ‘Hier moeten we iets aan doen.’’
Dat verandert in 2013. Natuurmonumenten en de Waddenvereniging vragen of het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, een onafhankelijke wetenschappelijke organisatie, onderzoek wil doen en een rapport wil uitwerken. Sjoerd Duijns, hoofdonderzoeker van het NIOZ-rapport: ‘Frisia’s zoutwinning haalt de kwaliteit van het leefgebied naar beneden. Dat is in strijd met de Natura 2000-wetgeving.’
Door de zoutwinning zal de bodem van het wad dalen en het water dieper worden. Beschermde vogels, zoals de kanoetstrandloper, zouden daardoor niet meer bij hun voedsel op het wad kunnen komen. ‘Bij twijfel over de gevolgen zou je het risico eigenlijk niet moeten nemen met zo’n kwetsbaar gebied.’
Weg onder land, naar de zee
1 september 2014 jongstleden werd Durk van Tuinen gebeld. Juist toen hij naar huis wilde gaan. Het ministerie: morgen komt naar buiten dat jullie officieel zout mogen winnen onder de Waddenzee.
De volgende dag gaat om 13.00 uur voor het eerst de telefoon. En vanaf dan is het chaos. Zijn vrienden van Omroep Fryslân staan als eerste voor de deur. Ook de landelijke media pikken eindelijk het plan op waar Van Tuinen al die jaren zo zorgvuldig aan heeft gewerkt. Er zal zout gewonnen worden onder het wad.
Weg onder land, onder de Friese burgers, weg naar de Waddenzee. Veel Friezen zijn blij dat het probleem zich niet meer onder hun grond zal afspelen. Van boer tot burger, van gedeputeerde tot minister: Durk van Tuinen overtuigde iedereen van de noodzaak van zijn zoutwinning.
Maar op de vraag wat de daadwerkelijke effecten voor de Wadden gaan zijn, daar zal de komende jaren pas een antwoord op komen.