Fictie die zo inspirerend is dat ze werkelijkheid wordt: het is eerder gebeurd in de Amerikaanse staat Arizona. In 1981 lieten milieuactivisten langs de wand van de Glen Canyon Dam een negentig meter lang stuk zwart plastic naar beneden rollen. Vanuit de verte moest het lijken of er in het bouwwerk zat.

Deze imaginaire scheur in de dam was zes jaar eerder al eens gemaakt, door de al even fictieve hoofdpersonen van het boek (1975) van Edward Abbey. In de handen van veranderde die roman vervolgens in een concrete gebruiksaanwijzing.

Nu is er Project Hieroglyph. Een samenwerkingsverband opgezet door de Arizona State University, dat sciencefictionschrijvers en wetenschappers moet inspireren tot grootse en futuristische daden.

Eerder deze maand bracht de universiteit een eerste verhalenbundel uit vol ideeën om werkelijkheid te laten worden. De zeventien sciencefictionverhalen in worden alle begeleid door wetenschappelijke notities over de realiseerbaarheid van de door de schrijvers gebruikte ideeën.

Het is de hoogste tijd, melden de samenstellers in het voorwoord, voor nieuwe ambitieuze, wereldveranderende projecten. Zij vinden dat er weinig spectaculairs meer is gebeurd op de wereld sinds het Apollo-ruimteprogramma. Sciencefiction die niet doemdenkerig is maar constructief, moet daar verandering in brengen.

Een raketlanceersysteem, altijd handig

Het eerste verhaal gaat over zo’n ambitieus, haast grenzeloos project: de bouw van een 20 kilometer hoge toren. Het is geen erg verrassende fantasie. Maar dankzij de terugkoppeling met de wetenschap wordt het verhaal Atmosphaera Incognita van Neal Stephenson intrigerender met elke kilometer die de toren verder de lucht ingaat.

Want hoe doe je zoiets? Alle technische vragen - hoe bouw je de toren zo dat hij niet instort of begint te zwabberen, op welke hoogte heb je nog last van wind, hoe krijg je de materialen omhoog, hoe breng je zuurstof daarboven - komen aan de orde. Stephenson sprak erover met wetenschappers en verwerkte hun inzichten in het verhaal.

Dankzij de terugkoppeling met de wetenschap, wordt het verhaal van Neal Stephenson intrigerender met elke kilometer die de toren verder de lucht ingaat

Maar juist omdat het een fictieverhaal is, gaat het niet alleen over de techniek, maar ook over de politieke en sociale implicaties en over de grappen die er over zo’n toren worden gemaakt.

Hoe bepaal je waar je ’em neerzet? Hoe reageert de omgeving? Hoe en hoe vaak gaan de werklui omhoog? Wat voor bijnamen krijgen onderdelen uit de toren? Wie zitten er ‘s avonds laat nog in de cocktailbar op het hoogste platform?

In Atmosphaera Incognita, dat zich ondanks de vele technische details in vliegende vaart ontvouwt, is de toren een wild idee van de flamboyante miljardair Carl. Een soort die intuïtief en snel beslissingen neemt. Verteltechnisch levert zijn karakter onwaarschijnlijkheden op die een verhaal als dit juist (iets) geloofwaardiger maken.

Zo wordt de toren gebouwd rond een schoorsteen met een diameter van tien meter, waarvan Carl nog niet precies weet waar die voor zal dienen. ‘Waarom koos je dan voor een diameter van tien meter?’ - vraagt een jeugdvriendin die door een toevallig wederzien met Carl in de toren-business is beland. ‘Makkelijker te onthouden dan elf punt drie negen nul twee vier...,’ zegt Carl. Dankzij de schoorsteen stappen commerciële ruimteorganisaties en de wapenindustrie later in het project, wanneer de pijp blijkt te kunnen dienen als raketlanceersysteem.

De eerste kruisbestuiving tussen science en fiction onder invloed van Project Hieroglyph is met dit verhaal een feit. De toren is geïnspireerd op wetenschappelijk onderzoek van Geoffrey Landis en verleidde ingenieur Keith Hjelmstad tot het doorrekenen van

De aandacht van de auteurs, die lang niet allemaal fulltime-schrijver zijn, gaat over het algemeen meer uit naar de nieuwe wereld die ze scheppen dan naar een kloppend plot.

Zo schrijft Kathleen Ann Goonan, in het dagelijks leven directeur van een Montessori-basisschool, over kinderen met dyslexie. Zij krijgen in haar verhaal een speciale behandeling, waarna ze niet alleen kunnen lezen, maar ook ineens weten hoe ze kennis moeten overbrengen. Dat leidt tot een revolutie in het onderwijs en een gelijkwaardiger wereld. Vol helderzienden.

In het nawoord beschrijft Goonan, in de geest van , de noodzaak om in de huidige wereld wetenschappelijker te denken over onderwijs en kennisoverdracht. Om tot dit verhaal te komen las ze zelf onderzoeken in uiteenlopende disciplines: van rapportages over het minder op testresultaten gerichte onderwijssysteem in Finland, tot het nieuwste neurowetenschappelijk onderzoek.

De woestijn van de zuidwestelijke Amerikaanse staten is kennelijk een vruchtbare bodem voor futuristische ideeën: niet alleen Project Hieroglyph ontstond hier, ook het verhaal The Man Who Sold The Moon van Cory Doctorow speelt zich er af. Dat gaat over 3D-printers op zonne-energie die zelfstandig bouwstenen voor printen, aanvankelijk met woestijnzand op in Nevada, vervolgens op de maan.

Wellicht dat Doctorows idee net zo aanstekelijk blijkt als Edward Abbey’s getekende scheur op de Glen Canyon Dam. Dan kruipen er binnenkort 3D-printers op pootjes rond in Nevada of Arizona. Het idee om de apparaten, door Doctorow liefkozend brickshitters genoemd, yurt-wanden te laten printen met maanstof is

Aan het eind van ieder verhaal staan links naar wetenschappelijke publicaties en discussies op het Wie daar aan wil deelnemen moet een vrij gedetailleerd profiel aanmaken en toestemming vragen om deel te nemen aan de actief discussiërende

We kunnen 48 procent sneller typen (waarom doen we het dan niet?) Bijna ieder mens typt met een QWERTY-toetsenbord, dat nog stamt uit het typemachinetijdperk. Speciaal voor De Correspondent ontwierp wetenschapper Martin Krzywinski een Nederlands toetsenbord dat 48 procent efficiënter is. En toch is de kans klein dat we het gaan gebruiken. Wat ons toetsenbord ons leert over innovatie (of het uitblijven ervan). Lees het verhaal hier terug