Speuren naar halve paarden en overbelichte poedels in het archief van het Fotomuseum
Ik doorzoek het hele archief van het Nederlandse Fotomuseum op foto’s met ‘toevallig meegefotografeerde flora en fauna.’ In drie afleveringen bespreek ik mijn mooiste vondsten. Vandaag aflevering 2, over mannen met zwanen en vrouwen met overbelichte poedels.
In mijn vorige artikel schreef ik over mijn voornemen om de collectie van het Nederlands Fotomuseum opnieuw in te delen. Zo kunnen meegefotografeerde planten en dieren voortaan op soortnaam teruggevonden worden en kan een begin gemaakt worden met het ontsluiten van achtergrondinformatie in foto’s.
Ik heb inmiddels zo’n 5.000 foto’s onderzocht (nog 156.286 te gaan). Zo moet Carl Linneaus zich gevoeld hebben. Enerzijds opgewonden over de rijkdom van de bron en het nut van het werk, anderzijds moet ook hij hebben opgezien tegen de oneindigheid, hoewel ik niet weet wat Linnaeus voelde op dat moment. Het is wel bekend dat hij naar onze hedendaagse smaak nogal zuinig was met het maken van nieuwe categorieën. Hij vond dat een goede wetenschapper door irrelevante details, zoals bijvoorbeeld kleur, heen moest kunnen kijken: ‘93 tulpensoorten, terwijl er maar 1 bestaat!’
Paarden staan er maar half op
Mijn categorieën vormen zich relatief gemakkelijk. Enerzijds blijkt het aantal soorten relatief beperkt te zijn en laten ze zich over het algemeen gemakkelijk bepalen. Het aantal hondenrassen is overzichtelijk. Je ziet veel herders en jachthonden, wat kleine rassen en hier en daar een vuilnisbakker. Ook koeien en paarden en schapen zijn vrij eenvoudig te herkennen. Vogels, hoewel klein van stuk, zijn vaak als silhouet al te herkennen.
Bloemen kunnen soms moeilijk zijn. Als ze voorkomen in grote boeketten of kransen, zijn rozen en anjers vaak niet goed van elkaar te onderscheiden omdat ze bijvoorbeeld wat onscherp, te klein of in zwart-wit gefotografeerd zijn. Tulpen zijn meestal goed te herkennen, evenals hyacinten.
Een aantal zaken viel op door de gelijksoortige wijze waarop het in beeld kwam. Wat bijvoorbeeld direct in het oog sprong, is het feit dat gras vaak meer dan de helft van de foto bedekt en dat duiven vaak in groten getale voorkomen (meer dan tien). Maar ook dat paarden vaak maar half op de foto staan en dat zwarte huisdieren heel vaak onderbelicht zijn (bij witte huisdieren zijn de details vreemd genoeg beter zichtbaar). Voor deze ‘vondsten’ heb ik besloten aparte categorieën te maken.
Wat betekent de meeuw?
Vreemd genoeg blijkt dat je na een tijdje het archief leert kennen, het zoeksysteem althans. Als bijbaantje werk ik parttime in het nitraatarchief van Beeld en Geluid in Scheveningen. In het begin lukte het me nauwelijks om met simpele trefwoorden de reportage van het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard te vinden, maar na een aantal maanden weet je dat je dit soort films terugvindt onder zoektermen als ‘De Blijde Dag’ of ‘Het Vorstelijk Huwelijk,’ of ‘Den Haag, Hofstad, Bruidsstad.’
Zo ook in de catalogus van het Nederlands Fotomuseum. Als ik volgens mijn één-voor-één-methode heel lange tijd geen meegefotografeerde planten of dieren vind en ik mijn aandacht dreig te verliezen, ga ik zoektermen bedenken om sneller resultaat te krijgen. Het ligt misschien enigszins voor de hand om te constateren dat het trefwoord ‘feest’ heel veel meegefotografeerde bloemen oplevert en de term ‘huiskamer’ wat honden en katten.
Interessanter wordt het bij het resultaat van de zoektermen ‘man met’ en ‘vrouw met;’ de zoekmachine vond een man met een zwaan en man met een aap. Bij de vrouw waren dat een duif en een (onderbelichte) poedel. De term ‘archief’ levert onder anderen foto’s met twee witte geiten en een kamerpalm op. En ‘Anne’ bracht me een bosje anjers, een sanseveria, een graslelie en een meeuw, maar ik weet niet wat dat betekent.