Een tijdlang stond het werk van Alice Munro me tegen: ik wist dat het lange verhalen waren, soms tegen de honderd pagina’s aan, en de paar leeftijdgenoten die ik erover hoorde vonden Munro’s werk zonder uitzondering saai en eentonig.

Daarin stonden ze niet alleen, wist ik, en dat bleek ook toen ik een van Marja Pruis las, in De Groene Amsterdammer: ‘Met m’n studenten in Nijmegen heb ik vorige week verhalen gelezen van Alice Munro, ik was eigenlijk ontzet over hoe saai zij die verhalen vonden.’

Toch waagde ik me eraan, enkele jaren geleden. En waar veel schrijvers erin slagen om met een paar overtuigende eerste zinnen mijn aandacht te grijpen, en die daarna stukje bij beetje te verliezen, had het proza van Munro het omgekeerde effect: hoe langer ik het las, hoe meer ik werd meegesleept.

Dat komt hoofdzakelijk door de opbouw van veel verhalen. Munro is geen schrijver die meteen stelt waar het drama van een verhaal Ze doet geen grote handreikingen op de eerste pagina’s, er zijn geen verklarende eerste zinnen. Soms begint ze met een uitgebreide natuuromschrijving, andere keren besteedt ze gedurende de eerste pagina’s geen woord aan de belangrijkste personages.

In het openings- en titelverhaal van The Love of a Good Woman duurt het bijvoorbeeld bijna veertig pagina’s voor we het hoofdpersonage Enid überhaupt in het vizier krijgen. Daarvoor wordt er behendig geschakeld tussen vier jongens - Munro schakelt graag, sommige verhalen worden dan ook (groten)deels door een alwetende verteller opgetekend. Samen vinden de vier jongens het lijk van een opticien uit hun geboortedorp. Pas tientallen bladzijdes - en vele jaren - later wordt de rol van die opticien in het geheel duidelijk en komt de net genoemde Enid naar voren.

Voor je het weet lees je eroverheen

Die keuze getuigt van veel lef en kan eigenlijk alleen gemaakt worden door een schrijver die zijn verhaal tot in detail uitdenkt. En dat is wat The Love of a Good Woman, kort gezegd, zo bijzonder maakt. Uit alles blijkt dat Munro geen auteur is die op een dag gaat zitten en zomaar begint met schrijven. Op een uitgedachte wijze beschrijft ze periodes van soms tientallen jaren - wat veel langer is dan in de meeste korte verhalen.

Dat doet Munro in toegankelijke, heldere taal, die vaak gebruikt wordt voor uitgebreide omschrijvingen. Een voorbeeld, uit het net genoemde titelverhaal: ‘If I decided to send this to you, where would I send it? When I think of writing the whole address on the envelope I am paralyzed. It’s too painful to think of you in the same place with your life going on in the same way, minus me. And to think of you not there, you somewhere else but I don’t know where that is, is worse.’

Uit alles blijkt dat Munro geen auteur is die op een dag gaat zitten en zomaar begint met schrijven

Het fijne aan dit citaat is dat het niet zomaar interessantdoenerij is van de schrijfster. De zinnen geven weer met wat voor hoofdpersoon we te maken hebben: aarzelend, intelligent en een tikkeltje angstig.

Een typisch Munro-personage: deze bundel staat vol met vrouwen van rond de vijftig die we volgen in hun mijmeringen, die we alledaagse handelingen zien verrichten en die we vroeg of laat op een kantelpunt in hun leven treffen - al beseffen ze dat regelmatig pas achteraf. In de bundel The Love of a Good Woman lezen we over seksuele spanning, over schandalen, over doden en zelfs over moord, of over het plotselinge besef van iemand dat ze eigenlijk nooit van haar echtgenoot heeft gehouden. Nooit worden dergelijke grote momenten met enige bombarie of met geëxpliciteerde emoties ingeleid of omschreven.

Sterker nog, soms is het kantelpunt voorbij voor je er erg in hebt. Zo vertelt een dochter ons, in het verhaal Rich as stink, over haar moeder Rosemary: ‘Once after Rosemary left Ted she came back. Not to the house – she was not supposed to come to the house. ' Hier schuilt een heel drama achter, een moeder die niet meer welkom is in het huis van haar dochter. Maar het waarom wordt amper verduidelijkt: na deze opmerking wordt er uitgeweid over allerlei handelingen van de ik-figuur, over de omgeving, over andere figuren en als je niet goed oplet, ontgaat dit hele drama met de moeder je als lezer volkomen, inclusief de paar bijzinnen waarin bovenstaande opmerkingen weer wordt toegelicht.

Kleine romans

Het geeft dit proza iets heel eigens en krachtigs. Juist door de stukken die anderen langdradig of saai vinden, krijgen de verhalen behalve sfeer ook iets heel geloofwaardigs mee. Het gaat hier over mensen aan wie belangrijke gebeurtenissen klakkeloos voorbij trekken. Als je niet oplet overkomt je als lezer vermoedelijk hetzelfde als die personages: je laat afleiden door de versiering, de sfeer, de poespas.

The Love of a Good Woman is daarmee geen bundel om tussendoor te lezen, niet even in de trein, niet vijf minuten voor het slapen - het zijn verhalen die aandacht vergen en dat vervolgens volledig terugbetalen.

Eigenlijk is dit een verzameling romans in miniatuurvorm, zo verstrekkend zijn deze beschrijvingen van onopvallende figuren in veelal kleine gemeenschappen. Munro expliciteert niet, we kunnen het zelf zien, tussen al die weemoedig meanderende scènes en decoromschrijvingen door.

W.F. Hermans schreef in 1961, in het verlengde van van Tsjechovs beroemde opmerking over het hangende geweer, dat in fictie geen mus van het dak behoort te vallen zonder dat het een gevolg heeft. Het begrip ‘gevolg’ is daarbij heikel: want kan juist iets zonder gevolg niet een maximaal effect hebben? Wat nu als de mus de aandacht afleidt en de spanning opbouwt, terwijl het echte drama zich vlak erna afspeelt, terloops opgetekend in een bijzin? Komt dat niet dichter bij de waarheid dan welk verhaal dan ook, en doet die waarheid daardoor niet meer pijn dan ooit?

Lees ook: Zo ga je als schrijver intelligent met je decor om Veel mooie verhalenbundels blijven ongezien of zelfs ongepubliceerd. Zes weken lang bespreek ik steeds één verhalenbundel die wat mij betreft nooit vergeten mag worden. Deze week What we talk about when we talk about Anne Frank van Nathan Englander. Lees hier de bespreking Of: De aanbeveling van Cathedral van Raymond Carver Veel mooie verhalenbundels blijven ongezien of zelfs ongepubliceerd. Zes weken lang bespreek ik steeds één verhalenbundel die wat mij betreft nooit vergeten mag worden. Deze week Cathedral (1983), geschreven door de Amerikaanse auteur Raymond Carver. Lees de bespreking hier terug En: Paranoia van W.F. Hermans Aan de korteverhalenbundel Paranoia is geen ontsnappen mogelijk, schreef ik in het eerste deel van deze serie. Lees mijn bespreking hier terug