Fotoreportage: De weg naar het Russische gas loopt dwars door heilige grond

Arita Baaijens
Schrijver
Foto: Arita Baaijens (voor De Correspondent)

In het uiterste zuiden van Rusland, grenzend aan China, Mongolië en Kazachstan, ligt de Ukok-hoogvlakte. Voor de inheemse bevolking heeft het gebied grote spirituele betekenis, voor de Russen en Chinezen vormt de smalle grensstrook de verbinding met de gasvelden in Midden-Siberië. Ik maakte een fotoreportage over dit heilige gebied.

Alleen in de zomermaanden kunnen mensen en dieren het op de Ukok-hoogvlakte uithouden. In dit natuurgebied in de Russische deelrepubliek Altaj – vanwege de grote biodiversiteit door Unesco tot werelderfgoed verklaard – heerst de rest van het jaar kou en wind. De meren, rivieren en grond zijn bevroren en de temperatuur zakt ver beneden nul. Dit barre klimaat draagt bij aan het idee dat Ukok de woonplaats zou zijn van de goden, die de mens slechts in de zomer dulden.

Rond de zevende eeuw voor Christus doorkruisten de Scythen, een Iraans ruitervolk, de vruchtbare valleien. Op hun doortocht begroeven zij er krijgsheren en edelen. Ook andere ruitervolken zoals de Turken, Oeigoeren en Mongolen beschouwden dit gebied als heilige grond. De huidige inheemse bevolking, Russen, Altaj en Kozakken, voeren bij graven en dolmen soms rituelen uit om geesten in bergen, valleien en rivieren gunstig te stemmen.

Gazprom belooft op zijn website tijdens de bouw van de 2600 kilometer lange Altajpijpleiding – van de gasvelden in Midden-Siberië tot aan Alle betrokkenen worden gehoord, ook de inheemse Altajbevolking. Een belofte die bij voorbaat niet kan worden, zo merkte Arita Baaijens op tijdens haar reizen. Beide partijen hebben een diametraal verschillende opvatting van hoe de wereld in elkaar steekt.

De lokale bevolking is niet alleen bang voor de macht van Gazprom en de mogelijke invloed van China in dit gebied, zij is ook bang voor archeologen die de natuur willen omspitten. Een angst gegrond op de Russische vondst van begin jaren negentig. Het verbaasde de bevolking niet dat er in 2003 een aardbeving volgde met de kracht van 7,3 op de schaal van Richter. Het was de wraak van goden en geesten, die als beschermers van meren, rivieren en dode zielen over dit gebied waken.

Dit ronde graf behoort toe aan een belangrijke krijgsheer van de Scythen. Door de permafrost zijn de lichamen, kleding en rijkversierde – veelal gouden – voorwerpen eeuwenlang bewaard gebleven.

Ovo’s zijn op elkaar gestapelde stenen die een krachtplek markeren, of een heilige plaats. Dat kan een bergpas zijn, een geneeskrachtige waterbron of een bijzonder meer. Voorbijgangers pauzeren bij de ovo, lopen eromheen met de klok mee en leggen er dan een steen op. Soms bindt iemand een gebedslint om de stok. In de Russische Altaj zijn deze linten van wit katoen. De stof wordt gescheurd, niet geknipt, en men knoopt twee repen aan elkaar om uit te drukken dat in de kosmos alles met alles is verbonden.

Een heilige plaats, aangeduid in de Altai-deelrepubliek onder de naam Ovo.

Elk detail, elke kleur en elke versiering van dit traditionele feestkostuum heeft een betekenis die zijn oorsprong vindt in de natuur. Zo bestaat de muts uit verschillende soorten bont, die symbool staan voor de boven-, midden- en onderwereld. Het koord boven op de muts is de navelstreng, die de mens verbindt met de hemel. De veelkleurige biezen op de jurk vertegenwoordigen de regenboog.

Een traditioneel feestkostuum van de Russische Altai.

In een vallei die toegang geeft tot de Ukok-hoogvlakte buitelen prehistorische ruiters, paarden, kamelen, edelherten en sjamanen over elkaar heen op een gladde rots. De graffiti zijn niet willekeurig aangebracht, maar op locaties die vanwege hun ligging of bijzondere werking een religieuze of spirituele betekenis hebben gekregen. Zo staat deze rots in de schaduw van machtige bergen, waaronder de Sneeuwluipaardberg. Een lokale lerares biologie legt uit dat sjamanen uit omringende dorpen met de bergen communiceren. Zij weten welke piek mannelijk is en welke vrouwelijk, en ook welke rituelen nodig zijn om het te laten regenen in de hoogste en droogste streek van de Altajrepubliek.

Afbeeldingen van prehistorische ruiters op de rotsen in de Ukok-hoogvlakte.

Op de achtergrond is de Akalachavallei zichtbaar. Daar bevinden zich vele oude graven van de Scythen, een Iraans ruitervolk dat hier 2500 jaar geleden rondtrok. Ook zijn er grafstenen te vinden van Turkse krijgsheren uit een iets latere periode. Achter de bergen ligt het grondgebied van China en Kazachstan.

De Akalacha- en de Kaltoemrivier komen op dit punt bij elkaar. Voor de bewoners van de Altai een reden om op deze plek gebedsvlaggen en offers achter te laten.
Alleen in de zomermaanden stromen de rivieren. De rest van het jaar is alles bevroren.

Op Russen oefent de afgelegen Ukok-hoogvlake een magische aantrekkingskracht uit. Tot voor kort was het beschermde natuurgebied verboden voor grote groepen toeristen. Maar afgelopen zomer reden er luidruchtige jeeps door het werelderfgoed van Unesco. ‘Alsof ze over mijn huid rijden,’ rilt de Altajbewoner Albert Kamenov. Hij heeft zich vanaf het eerste uur ingezet voor de bescherming van de Ukok-hoogvlakte. Het is vanwege de paar toegangswegen en het met prikkeldraad afgezette grenshek niet moeilijk om gemotoriseerd verkeer tegen te houden, maar het kan volgens Kamenov de overheid ‘niks schelen.’ En de pijpleiding? ‘Die gaat er komen, het is een kwestie van tijd.’

Hoewel Ukok officieel tot werelderfgoed is verklaard, rijden fourwheeldrives de fragiele permafrostbodem kapot en laten toeristen hun afval achter.
Foto’s: Arita Baaijens

Ik schreef dit artikel met dank aan energiecorrespondent Huib de Zeeuw.